Het Vaticaan onderwierp vrouwelijke religieuzen in de Verenigde Staten aan een kritisch onderzoek: zijn zij wel voldoende recht in de leer? De conclusies wekken verbazing en vreugde.
Een vitale, brede katholieke gemeenschap: het is toch bijna ondenkbaar zonder de belangeloze en nooit aflatende inzet van zo veel (vrouwelijke) religieuzen. Dat geldt voor onze landen, maar zeker evenzeer voor de Verenigde Staten. Het hele katholieke onderwijs tot aan de universiteiten toe wordt er gedragen door zusters, broeders en paters.
Groot was dan ook de consternatie toen het hoofd van het Vaticaanse Bureau voor de Religieuzen, kardinaal Franc Rodé, in een persconferentie meedeelde dat er grote zorg bestond over de feministische mentaliteit van veel zusters in de Verenigde Staten en over de afwijkende manier waarop hier vorm wordt gegeven aan het religieuze leven. Hij kondigde een visitatie aan, een uitvoerig onderzoek ter plekke om na te gaan wat er allemaal mis was in de kloosters.
Begrijpelijkerwijze ging er een schok door de wereld van de religieuzen en van het grootste deel van de Amerikaanse katholieken. Veel zusters voelden zich miskend en zelfs verraden in hun levenslange inzet voor de kerk en voor de katholieke gemeenschap. Men besefte dat dit een gevolg was van de roddelverhalen die naar Rome werden doorgebriefd door een kleine groep orthodoxe medegelovigen.
Met tranen in de ogen vertelde zuster Millea over haar ervaringen
Want veel meer dan bij ons is de Amerikaanse katholieke gemeenschap nog in twee kampen verdeeld, een tegenstelling die zelfs heeft geleid tot twee verschillende samenwerkingsverbanden van zustercongregaties. Het was duidelijk dat vooral de meer vooruitstrevende congregaties doelwit waren van de visitatie. Naast deze visitatie werd er bovendien door Rome een tweede gestart, die slechts de meer progressieve congregaties betreft: een onderzoek naar de rechtzinnigheid in de leer. Met name voor dit laatste onderzoek viel regelmatig de term ‘inquisitie’.
De ondankbare taak om het eerste proces te leiden viel toe aan zuster Mary Clare Millea. Hoewel ze uitgekozen was vanwege haar behoudende inzichten slaagde zij erin door haar open en luisterende houding veel zusters te winnen voor het meewerken aan het onderzoek.
Dit alles gebeurde in 2008. We zijn nu zes jaar verder. Vier jaar lang heeft het onderzoek geduurd: kloosters in alle Amerikaanse staten werden bezocht.
En nu, afgelopen maand, was het zover: het eindrapport zou worden gepubliceerd. Inmiddels was in 2011 kardinaal Rodé opgevolgd door de Braziliaanse kardinaal João Bráz de Aviz.
Op de persconferentie ditmaal niet alleen de kardinaal, maar ook onder meer zuster Millea en zuster Sharon Holland. Deze laatste, die lang in Rome heeft gewerkt, is sinds 2013 voorzitster van het meer vooruitstrevende samenwerkingsverband in de Verenigde Staten. Wat nog meer indruk maakte was de manier waarop zuster Millea vertelde over haar ervaringen, met tranen in de ogen, dankbaar voor wat zij had mogen ervaren.
Dit was tekenend voor het rapport zelf. Verdwenen zijn de verwijten van zes jaar geleden: het rapport spreekt met veel waardering over de inzet van de zusters en nodigt uit tot echte dialoog. De pijn van de afgelopen jaren is niet verdwenen, maar zo vlak voor de jaarwisseling is het een teken van een nieuwe geest die mensen wil verenigen in hun idealen, hen respecteert en bemoedigt. Het is een prachtig begin van het nieuwe jaar.