
Guido Dierickx sj loopt met een paar familieleden een prachtige berwandeling. Aan het einde doemt er ineens een obstakel op dat bijna alles in het water laat vallen, maar ineens de toegang blijkt tot het rijk Gods.
De dag was nochtans goed begonnen. Drie neven en één oom waren vanuit de hoofdvallei van Aosta het lange, smalle dal van Valtournanche ingereden tot bijna aan Cervinia, het befaamde luxeoord aan de voet van de Matterhorn. Daar hadden wij de bergwandeling naar de Theodulhut aangevat. En we haalden het. Van ongeveer 1900 meter tot 3317 meter, meer dan verdienstelijk, zo vonden we. Daarover zouden we met ingehouden trots kunnen vertellen aan de leden van de familie die het raadzaam hadden geacht in ons huurhuis achter te blijven. En natuurlijk zouden wij in geuren en kleuren het uitzicht daarboven beschrijven: aan de ene zijde de bergtoppen van het Italiaanse Aosta en aan de andere zijde die van het Zwitserse Wallis. Het is te begrijpen dat we bij de afdaling bevangen waren door een lichte euforie.
Het duurde even voor het ontstellende feit tot ons doorgedrongen was
Het gebeurde toen we nog vierhonderd meter af te leggen hadden. In de verte konden we al onze trouwe Fiat geparkeerd zien. Wie zou het op zich nemen die te besturen op de lange, slingerend weg het dal uit? En, à propos, wie had de sleutel van de wagen in bewaring gekregen? Jij niet? Ik ook niet! Het duurde even voor het ontstellende feit tot ons doorgedrongen was. We waren de sleutel kwijt. En dus geen wagen om terug te keren naar onze uitvalbasis ongeveer vijftig kilometer verder. Wat nu gedaan? Overnachten onder de blote, kille hemel op 2200 meter hoogte? In Cervinia hotelkamers gaan zoeken? Die waren te duur voor onze beurs (en kredietkaarten bestonden nog niet). Of was er ginder een tehuis voor dakloze bergwandelaars?
Wel was er daar, even verder, een grote houten loods die bewoond kon zijn en waar misschien een telefoon beschikbaar was. Want in ons huurhuis hadden we een stel neven en nichten achtergelaten en die hadden een telefoon en een tweede wagen en misschien zelfs een tweede sleutel voor onze Fiat. Een schrale troost want zelfs in het beste geval zouden die ons niet voor het invallen van de duisternis kunnen bereiken. En welke telg uit het vlakke Vlaanderen wil zich met een wagen tussen de steile wanden van Valtournanche wagen als het donker is?
Wij hadden het niet beter kunnen treffen
Dan toch maar gaan aankloppen bij de houten loods. Goddank, die bleek inderdaad bewoond en wel door een jeugdgroep van een parochie ergens in het zuiden van Italië. We troffen het. Ja, ze hadden een telefoon die ze graag ter beschikking stelden. Hebben ze ons bovendien een maaltijd aangeboden? Heel waarschijnlijk. Hebben zij ons bovendien slaapgelegenheid aangeboden? Heel zeker. Wij hadden het niet beter kunnen treffen. De rest van mijn verhaal verdwijnt in de nevel van een ver verleden. De afloop was een happy end. De volgende morgen stond er een tweede Belgische wagen naast onze Fiat en een neef met een tweede sleutel.
Wat is mij wel bijgebleven van dit avontuur? Hoe vriendelijk die jonge Italianen en hun aalmoezenier waren. Dat had ons eigenlijk niet mogen verbazen. Hoog in de bergen is solidariteit en gastvrijheid geen gunst maar een vanzelfsprekende plicht. Maar hun welkom ging verder dan dat. Het gaf de indruk dan wij even hadden mogen proeven van wat ooit het Rijk Gods zou zijn. Met die beklijvende herinnering in ons hoofd hebben wij de volgende morgen de terugtocht aangevat. Was dat niet onze allermooiste bergwandeling geweest?
Ook in het Rijk Gods wil een gebaar beantwoord worden door een passend tegengebaar
Nu is er wel iets dat ik tot op heden betreur. Wij hebben niet gevraagd om hun adres. Op de verjaardagen van dit gebeuren hebben wij hun onze dankbaarheid moeten uitdrukken maar dat hebben wij niet gedaan. Het is waar dat ons Italiaans niet zo bijster goed was en hun Frans/Engels ook niet. Maar dat is geen excuus dat ons echt kan bevredigen. Ook in het Rijk Gods wil een gebaar beantwoord worden door een passend tegengebaar.
Foto door Hansjörg Rath via Unsplash