Katholieke preken zijn vaak saai, somber en moraliserend. Valt daar wat aan te doen? Jos Moons doet een suggestie.
De preek is weer eens lang en saai is. Ineens valt het Jantje op dat er naast de pastoor een rood lampje brandt. Hoopvol knijpt hij in papa’s hand: “Als het lampje op groen gaat, gaan we dan weer verder?”
Dit grapje legt de vinger op de zere plek: eerlijk is eerlijk, katholieke preken zijn vaak niet goed. Een van de hoofdzonden van predikanten is inderdaad wel de lengte. De woordenstroom houdt maar niet op. Terwijl mensen helemaal niet zo lang kunnen luisteren. Na korte tijd is de concentratie al op. En dus geldt: less is more.
Waarom denk je bij een saaie preek niet zélf na wat God aan jou te zeggen heeft?
Vaak bedoelt men met lang eigenlijk saai. Er zou best meer jus over de aardappels mogen. Dan glijdt het beter naar binnen. In het onderwijs heeft men het dan over werkvormen. Je moet de stof op verschillende manieren presenteren. Inderdaad, bijvoorbeeld met een grap over Jantje die de preek saai vindt…
Maar de grootste zonden zijn wel somberen en moraliseren. Somberaars schilderen onze tijd af als een tranendal waar meer fout dan goed is. Het is nog nooit zo moeilijk geweest om katholiek te zijn als nu, hoor je dan. Johannes XXIII noemde hen “onheilsprofeten, die in de moderne tijd slechts ondergang en rampen zien”. Hij moest daar niets van hebben. Hij was veel meer van het herkennen van de tekenen van de tijd.
De keerzijde van somberen is vaak moraliseren: geloven verwordt tot activisme. Het kwaad moet aan de kaak gesteld worden! Te vuur en te zwaard moeten we het bestrijden! Eigenlijk een heel ongelovige houding. Want de wereld is reeds verlost, en de Geest woont al in ons midden. Het heil is ons al geschonken. We hoeven het niet meer zelf te maken.
In onze kerk in Amsterdam experimenteren we sinds kort met een Frans initiatief, genaamd ‘la messe qui prend son temps’, ‘de mis die de tijd neemt’. In plaats van een preek is er stilte voor persoonlijke meditatie. Maar liefst een kwartier. Het enige dat de priester doet, is vooraf suggesties geven hoe men persoonlijk met de lezingen aan de slag kan. In twee of drie zinnen, meer niet. Verder moet men het zelf doen.
Maar, toegegeven, dit is maar een bescheiden initiatief. Er zijn nog andere mogelijkheden. Ooit beklaagde een vriend zich bij mij over de Kerstpreek in zijn parochie. Hij had besloten weer eens te gaan, en was dus extra teleurgesteld dat het zo weinig opleverde. Een vriendin die de klacht mee beluisterde reageerde toen: “Maar dan maak je toch zelf je preek?” Heel ad rem. Een beter antwoord dan ik zelf had kunnen geven. Inderdaad, dan denk je toch zelf na wat God vandaag aan jou te zeggen heeft!? Een soort doe-het-zelfpreek, eigenlijk.