Een maand lang ging het over de toekomst van de kerk in de Bisschoppenynode. Jos Moons SJ ziet in drie foto’s in welke richting de synode zich beweegt.
Van 4 t/m 29 oktober vond in Rome de Bisschoppensynode over synodaliteit plaats. Vooruitstrevende katholieken (zoals ikzelf) hopen dat er meer ruimte komt voor vrouwen in de kerk en dat het kerkelijke spreken over homoseksualiteit herzien wordt. Behoudende katholieken daarentegen vrezen voor een glijdende schaal: waar komen we uit als we dingen gaan veranderen?
Hoop en vrees wisselen elkaar daarbij af: bij de één hoop dat er iets verandert, en vreest dat het zal tegenvallen, en bij de ander is het juist het omgekeerde. Ten tijde van het schrijven van deze bijdrage, is nog niets bekend qua uitkomsten. Toch valt er al van alles te melden. Misschien dat drie foto’s dat het beste doen.
Voor de deelnemers de vergaderzaal binnenkomen, passeren ze een groot kruis. Het staat zo opgesteld dat je er als het ware over struikelt. De bedoeling is dat je het opmerkt. In de Franciscaanse familie is dat zogenaamde San Damianokruis verbonden met de oproep die Franciscus hoorde: herstel mijn kerk.
Dat kruis herinnert de deelnemers eraan dat het niet gaat over mijn of jouw overtuiging, en al dan niet gelijk hebben of krijgen. Het gaat over Gods oproep dat we zijn kerk zouden herstellen. Het gaat erom dat we als kerk méér instrument van heil worden, van hoop, van inspiratie, van licht. Omdat we mensen zijn, zitten we er vaak naast, ook als kerk. Hoe kunnen we de kerk meer teken van Gods goedheid laten zijn?
In de vergaderzaal – “de aula” – valt de opstelling op. Geen oplopende rijen stoelen maar ronde tafels.
Liturgiewetenschappers zeggen: de ruimte spreekt. Een kapel waar je samen rond de lezenaar en rond het altaar zit, symboliseert dat je geloofsgemeenschap bent. Een klassieke opstelling van banken achter elkaar past eerder bij een hiërarchisch beeld van de kerk. Priester en gemeenschap zijn gescheiden, waarbij de één spreekt en de ander luistert.
De ronde tafels betekenen dus: de synode wil een geloofsgemeenschap zijn. Centraal staat de dialoog, het samen in gesprek zijn. Aan elke tafel zitten bisschoppen en kardinalen naast niet-gewijde mede-gelovigen, mannen én vrouwen.
Op geregelde momenten zwijgt men, om te laten bezinken wat er gezegd is en Gods woord te laten opborrelen in onze ziel. Mogen we deze volstrekt nieuwe kerkelijke manier van werken al begroeten als een vrucht van de synode?
James Martin post op social media selfies met mensen die we gemakshalve vaak karakteriseren als “kerkelijke tegenstanders.” Zo postte hij een foto van hemzelf met het hoofd van de Hongaarse Grieks-katholieke kerk met de tekst “tijdens de synode kun je vriendelijke gesprekken hebben met mensen met wie je van mening verschilt over bepaalde onderwerpen.” Martin verschilt met hem van mening over LGBTQ-kwesties.
De dag erna verscheen een foto met kardinaal Müller met de tekst “vereerd om kardinaal Müller te ontmoeten.” Ook met Muller verschilt Martin van mening. Hij schrijft verder: “Ik ben vol bewondering voor zijn vriendschap met Gustavo Gutiérrez, de vader van de bevrijdingstheologie. We hebben boeken uitgewisseld, hij gaf me zijn boek over Gutiérrez, en ik gaf hem mijn boek over Jezus.”
De foto’s spreken van een kerk waar we elkaar niet verketteren, maar in gesprek zijn, als medegelovigen. Een hoopvol beeld van de kerk van de toekomst.