Paus Franciscus merkte op dat Christus ook atheïsten redt. Verlaagt de paus de lat om in de hemel te komen? Nee, meent Joe Simmons SJ: Franciscus stelt een gewetensvraag aan gelovigen, twijfelaars én ontkenners.
Je hebt twee typen kerkgangers. Er zijn de vroege vogels die ruim op tijd aanwezig zijn en dan in de bank naar hun keuze een nest creëren van jassen en tassen. En dan zijn er nog de mensen die halverwege het openingslied binnen komen vallen. Ik vrees dat ik tot die laatste categorie behoor. Afgelopen zondag kwam ik ook weer na het tweede couplet binnen. Ik baande mij een weg langs een kerkbank waar een familie vroege vogels in hun jassennest zat. Hoewel ik bang was hen te storen, maakten een blik en een glimlach van de vader me duidelijk dat hij het geen probleem vond even op te schuiven.
Opmerkelijk hoe verontwaardiging alle vriendelijkheid die ons betoond werd doet vergeten
Gek genoeg voelde ik een zekere minachting toen andere laatkomers vijf, tien, soms zelfs twintig minuten na mij in de banken aanschoven. Twee minuten is tot daar aan toe, zo mopperde een stem in mijn achterhoofd, maar binnenvallen na de evangelielezing? Wat zijn dat voor mensen? Opmerkelijk hoe verontwaardiging alle vriendelijkheid die ons betoond werd doet vergeten.
Zoals inmiddels zijn gewoonte lijkt te zijn, heeft paus Franciscus onlangs de nodige ophef veroorzaakt door in een preek te zeggen dat Christus niet alleen is gestorven voor de verlossing van kerkgaande katholieken, maar voor de verlossing van iedereen – ja, zelfs atheïsten. Op zich is die visie niet nieuw, maar toch geef ik toe dat zijn woorden verbazingwekkend zijn. En hoewel ik mij verheugde over Franciscus’ insluitende en hoopvolle opmerkingen, was het niet moeilijk om mij ook hier een zekere verontwaardiging voor te stellen. Ditmaal klonk de minachtende stem als die van de Bijbelse oudste zoon, wanneer zijn verloren gewaande broer met open armen door hun vader wordt ontvangen:
“Ik dien u nu al zoveel jaren en nooit heb ik een gebod van u overtreden, maar mij hebt u nog nooit een bokje gegeven om met mijn vrienden feest te vieren. Maar nu die zoon van u is thuisgekomen, die uw vermogen met hoeren heeft verbrast, hebt u voor hem het gemeste kalf geslacht.” (Lucas 15:29-30)
Zo zegt ook de verontwaardigde stem in mijn achterhoofd over de uitgestoken hand van de paus aan de atheïsten: “Ik doe het goede vanwege mijn geloof, en mijn beloning zal het eeuwige leven bij God zijn. Dus hoe kunnen atheïsten – mensen die God en de kerk verwerpen, die de vroege vogels niet hoeven te vragen of ze even willen opschuiven omdat ze überhaupt niet komen – dezelfde beloning ontvangen? Ik heb heel wat zondagstijd geïnvesteerd in mijn zielenheil… waarom moeten zij niet hetzelfde doen?”
De woorden van de paus zijn zo verontrustend, omdat ze de bange gedachte oproepen dat wij onze verlossing misschien niet zelf in de hand hebben. De onderliggende angst is dat als andere mensen goed kunnen doen zonder zich op God te beroepen, al ons gepraat over God – en met God – zinloos is.
Wat paus Franciscus eigenlijk doet, is de laatkomers welkom heten
Anders gezegd: waarom vroeg in de kerk gaan zitten, wanneer het evengoed telt wanneer je te laat komt? Deze vragen stellen betekent diep in je eigen ziel graven, en je twijfels, angsten en stille verontwaardiging onder ogen komen.
Ik wil maar zeggen: paus Franciscus legt de lat om in de hemel te komen niet lager. Hij maakt geen knieval voor een wereld die het geloof liever kwijt dan rijk is. Franciscus vraagt aan ieder van ons – gelovigen, twijfelaars, ontkenners – om onszelf één simpele vraag te stellen: waarom doe jij het goede dat jij doet? Wat is de ware bron ervan?
Wat paus Franciscus eigenlijk doet, is de laatkomers welkom heten. En hij geeft de vroege vogels onder ons – en daar hoor ik in dit geval ook bij – een por in de ribben om op te schuiven en van harte plaats te maken voor iedereen die alsnog bereid is op te dagen.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk in The Jesuit Post. Vertaling & bewerking: Anton de Wit.
Afbeelding boven dit artikel: Mandy Jansen via Flickr.com (creative commons).