Wat misten we toen we weken geen eucharistie konden vieren? De coronacrisis bracht een reflectie op gang over enkele essentiële aspecten van de eucharistie. Guido Dierickx over de geloofsgemeenschap.
Het leven in weken van lockdown heeft ons, gelovigen en kerkgangers, iets geleerd. Om te beginnen dat er zoiets aangeboden kan worden als virtuele misvieringen. Over die ontdekking zijn vele opgetogen stemmen te horen. Virtuele vieringen hebben immers onmiskenbare voordelen. Als het kerkgebouw onverbiddelijk op slot gaat, kan je dankzij de wonderen van het internet er toch nog een beetje bij aanwezig zijn en dat zonder verplaatsing en zonder parkeerproblemen. Dat voordeel kan banaal klinken maar het is een voordeel waarvoor vele mensen toch wel gevoelig zijn en zullen blijven.
Maar een geloofsgemeenschap moet niet ideaal zijn.
Minder banaal is het dat virtuele misvieringen in de regel bijzonder verzorgd zijn. Er is een homilie te beluisteren die ongewoon goed is en die weerklinkt in een kerkelijke ruimte die ongewoon stil en ingetogen is. Nee, virtuele vieringen hebben iets te bieden voor alle gelovigen die eucharistische vroomheid op prijs stellen en niet alleen voor gelovigen die gehandicapt zijn en zich niet kunnen verplaatsen naar het vertrouwde kerkgebouw.
Hebben we zo een nieuwe stijl van misviering ontdekt en zal die in de toekomst de dominante stijl worden, zeker in streken met een nijpend tekort aan priesters en toegankelijke kerkgebouwen? Hopelijk zal het niet zover komen.
Want wat wij er vooral van geleerd hebben, is wat eraan ontbreekt en wat de vaak onderschatte rijkdom vormde van de misviering waarbij de gelovigen lijfelijk aanwezig zijn. Of wat althans de rijkdom zou kunnen zijn van die meer traditionele misviering. De viering van de eucharistie hoort de viering te zijn van en door een gelovige gemeenschap. De deelnemers aan die viering horen niet enkel betrokken te zijn bij de woorden en de gebaren van de voorganger, maar ook bij die van alle andere aanwezigen.
Soms kan de lijfelijke aanwezigheid van die anderen ons ergeren. We horen die twee oudjes achter ons fezelen, we zien die twee broertjes voor ons aan elkaar trekken en duwen. Die horen eigenlijk niet thuis in de ideale geloofsgemeenschap. Maar een geloofsgemeenschap moet niet ideaal zijn. Het is goed dat ze er bij zijn, om ons eraan te herinneren dat wij lid zijn van een gemeenschap in wording.
Alleen kerkgangers met een heel individualistische eucharistische vroomheid kunnen daarmee tevreden te zijn.
Trouwens, zij vormen geen echte hinder wanneer wij tegelijk vele andere mensen met overgave horen zingen en stil zien bidden. Al die mensen, de ons bekende en de ons onbekende mensen, laten zich kennen als biddende mensen, zo anders dan gewoonlijk in hun dagdagelijkse leven. Is dat geen wonderlijke ervaring? Wij zijn niet alleen. Die andere, soms onbekende mensen gaan met ons mee op weg naar de vorming van de geloofsgemeenschap. Kan je die ervaring opdoen als je op je scherm kijkt naar een virtuele viering? Alleen kerkgangers met een heel individualistische eucharistische vroomheid kunnen daarmee tevreden te zijn.
Nu weten wij maar al te goed dat die gelovige gemeenschapsvorming tijdens vele misvieringen niet helemaal tot volle bloei komt. Al te dikwijls geraakt de gemeenschapsvorming niet verder dan braafjes naast elkaar zitten, zonder elkaar te storen. Dat is te betreuren, het gevolg van te betreuren theologische opvattingen en van dwingende praktische overwegingen.
De misviering is in beginsel geen individueel maar een collectief gebeuren.
Maar soms lukt het beter dan anders. Het lukt beter wanneer de aanwezigen elkaar na de dienst op het kerkpleintje begroeten en kennis kunnen maken met onbekenden en opnieuw en beter kennis kunnen maken met bekenden. Het lukt nog beter wanneer de kerkdienst in het teken staat van een huwelijk of van een uitvaart. De reden ligt voor de hand. Dan kennen vele aanwezigen elkaar al van tevoren, als familieleden en vrienden, kortom als leden van een reeds bestaande gemeenschap of als mensen die bij een bestaande gemeenschap willen aansluiten.
Is dat niet wat een eucharistische viering zou moeten zijn: de bekroning van een bestaande geloofsgemeenschap of althans het begin van een geloofsgemeenschap? Dat geeft aan een misviering een heel ander betekenis dan die van een privé-mis die iedere priester, desnoods alleen, iedere dag moet opdragen. De misviering is in beginsel geen individueel maar een collectief gebeuren. Zo staat het beschreven in de brieven van Paulus en in de Handelingen van de Apostelen. Daarin vonden de eerste misvieringen plaats in huiskerken, te midden van de familie en het personeel van een vooraanstaande gelovige.