Klopt het beeld dat religie leidt tot intolerantie en geweld? Een Amerikaanse studie suggereert het tegendeel.
Wat gebeurt er als iemand een religieuze identiteit huldigt stelt en plots geconfronteerd wordt met een vreemdeling of een vijand die zijn identiteit en meteen ook zijn existentiële veiligheid bedreigt? Het antwoord menen wij te kennen. Het is trouwens ruim verspreid in het publieke discours van onze dagen. Dat individu schrikt van de confrontatie en reageert daarom nogal eens agressief. Om het met andere woorden uit te drukken: ‘identiteiten’, vooral religieuze, leiden tot intolerantie.
Tot zover niets nieuws. Op deze manier heeft men de oorsprong van vele conflicten gezocht in de religieuze overtuigingen van individuen. Nu is het echter mogelijk deze stelling empirisch en zelfs experimenteel te toetsen. Amerikaans godsdienstpsychologen zijn daarmee bezig geweest. De Terror Management Theory stelt dat mensen zich weren tegen existentiële angsten door middel van (religieuze) levensbeschouwingen.
De agressiviteit van mensen hangt af van de aard van hun levensbeschouwing
Dat is te begrijpen. Ze willen hun levensbeschouwing niet in het gedrang zien komen door, bijvoorbeeld, cultuurvreemde immigranten en nog minder door de laatste vijand van de mens, de dood. In de loop van hun experimenten hebben die psychologen echter iets nieuws ontdekt. De defensiviteit, of moeten we zeggen: de agressiviteit, van de individuen hangt af van de aard van hun (religieuze) levensbeschouwing.
Sommige individuen hebben een meer intense beleving van de inzichten en de waarden van hun religieus geloof verworven dan anderen. Zij die genieten van dergelijke ‘intrinsieke religiositeit’ reageren anders op de confrontatie met bedreigende werkelijkheden dan zij die slechts een oppervlakkige religieuze identiteit hebben.
En opvallend: ook anders dan zij die helemaal geen religieuze identiteit, laat staan een intrinsieke religiositeit hebben. De intrinsiek religieuzen zijn minder geneigd zich agressief op te stellen tegen ‘anderen’ (in dit experiment: immigranten uit vreemde streken) en tegen die andere vijand, de dood.
De onderzoekers hebben deze verrassende theorie getest volgens de regels van de kunst. Dat blijkt uit een artikel in de toonaangevende Journal for the Scientific Study of Religion. Twee groepen van individuen, de ene met en de andere zonder intrinsieke religiositeit, werden blootgesteld aan confronterende boodschappen.
Echte gelovigen kennen meer vrede in zichzelf en gaan meer vredig om met ‘anderen’
De eerste hypothese was dat het oproepen van religieuze denkbeelden tolerante reacties zou opwekken bij de intrinsiek religieuzen maar intolerante bij de niet-intrinsiek religieuzen. De tweede hypothese luidde dat het oproepen van religieuze denkbeelden de existentiële angst zou milderen bij de intrinsiek religieuzen maar zou verhevigen bij de niet-intrinsiek religieuzen. De onderzoekers meenden niet te moeten nagaan of het verschil tussen religieuze doctrines en waarden een verschil maakte. In de werkelijkheid buiten het psychologisch laboratorium zal de opinievorming in hun religieuze gemeenschap allicht een rol spelen. Maar voor hen kwam het erop aan een psychologische factor af te zonderen die altijd enigszins zal meespelen. Die factor is het onderscheid tussen intrinsieke en niet-intrinsieke religiositeit.
Beide hypothesen werden door het experiment bevestigd. Een definitief bewijs is dit nog niet want het aantal proefpersonen was beperkt en afkomstig uit specifieke delen van de VS. Misschien is dit experiment dus niet volmaakt ‘representatief’. Maar het geeft te denken. Echte gelovigen kennen meer vrede in zichzelf en gaan meer vredig om met ‘anderen’. Het zijn de niet-intrinsiek gelovigen, waaronder ook de agnosten en de atheïsten, die meer tot vrees en allicht ook tot meer levensbeschouwelijke defensiviteit en zelfs agressiviteit geneigd zijn.
Dat resultaat kan sociologen die zich met politieke ideologieën hebben bezig gehouden niet echt verbazen. Ook zij hebben geconstateerd dat het gemakkelijker praten is met politieke tegenstanders die ideologisch vast in hun schoenen staan. Die psychologische en sociologische bevindingen zouden kunnen verklaren waarom vele stemmen in het publieke forum dikwijls zo bitsig klinken als het over religieuze kwesties gaat. Het zijn de stemmen van mensen met zwakke overtuigingen, met een zwak geloof of zonder geloof. Van bange mensen.