Paus Fransicus opent de deur voor nieuwe theologische wegen met het pauselijke document Ad theologiam promovendam waarin theologen worden gestimuleerd te speuren naar Gods werkzaamheid in onze wereld.
Begin november verscheen een stimulerend motu proprio van Paus Franciscus onder de titel “Ad theologiam promovendam” – om theologie te bevorderen. Hij wil de Pauselijke Academie voor Theologie hervormen, en nodigt deze uit op vernieuwde theologische wegen. Het doet deugd om Franciscus te lezen: hij opent de deur voor contextuele, synodale, gemeenschappelijk onderscheidende theologie. Dit soort theologie neemt de wereld ernstig en stimuleert theologen te speuren naar Gods werkzaamheid in onze wereld.
Waar moeten wij rekening mee houden hier en vandaag?
Theologie is van nature contextueel: ze past zich aan – om een ignatiaanse uitdrukking te hanteren – aan tijden, plaatsen en personen. Op de achtergrond spelen vragen als: waar moeten wij rekening mee houden hier en vandaag? Wie zijn de armen die ons denken bepalen? Welke aanpak past best bij onze context? Onze context, als teken van de tijd en zo plaats van Gods aanwezigheid, getuigt van urgentie. Deze context bepaalde ook de recente synode.
Het gemeenschappelijke huis en de zorg voor duurzame toekomst vereisen spirituele en theologische nadruk op diepe lotsverbondenheid – dat wij in een gemeenschappelijk onderscheidingsproces wereldwijd samen overleggen met de natuur en met toekomstige generaties. We horen als schepping onlosmakelijk samen. We worden uitgedaagd om met velen en vanuit vele verschillende perspectieven samen te overleggen over stappen die we kunnen zetten.
Bedreigende oorlogssituaties dwingen ons om over verzoening en vrede te denken, om verbond te sluiten met allen, ook onze vijanden, en dit vanuit de zorg voor mensen die het geweld ondergaan.
Hemeltergend misbruik in onze kerkelijke gemeenschappen wereldwijd roept op tot solidariteit met de slachtoffers en het herijken van kerkelijke structuren die al te vaak misbruik hebben toegedekt… kunnen wij vanuit de zorg om de heling van de slachtoffers nieuwe wegen gaan, ook met de daders, en zorgzame beschermende structuren opbouwen?
In deze context pleit Franciscus voor gezonde contextuele en synodale theologie.
“Ga uit van de concrete, échte mensen, hun lief en leed; de geur van de stal moet jullie geur zijn.” Theologen horen niet alleen achter de computer, maar laten zich door God de weg naar de wereld en de mensen wijzen. Ze treden in gesprek met hun medemensen, in het bijzonder de armen, om in hen Gods stem te beluisteren. De diepste theologische roeping is: mens onder mensen, zoals God in Jezus. Dit opent de weg naar het trinitaire gesprek dat God zelf is, zoals we het in de mystieke van Egied van Broeckhoven of in de theologie van Karl Rahner verkennen.
“Goede theologie is transdisciplinair.” Het verheugt me dat Franciscus dit woord kiest: het verwijst naar het gesprek tussen de vele wetenschappelijke perspectieven zo broodnodig in de klimaatuitdagingen; we horen er ook de transgressie naar de concrete wereld en zijn vragen. Zo ontstaan nieuwe systemische wetenschappen, en volgende transgressie. Dit is een moeilijke ‘katholieke’ opgave voor universiteiten gedreven door economisch gestuurde facultaire verzuiling. Theologen kunnen hier als “convenors” een mooie rol in spelen: zij roepen mensen samen aan de onderscheidingstafel.
“Werk aan een synodale theologie.” Dit betekent: aan gemeenschappelijke onderscheidende theologie, een heuristische praktijk die de vele bijdragen waardeert, en in iedere bijdrage een geschenk erkent, ook bij tegenstellingen of conflicten. Gesprek is zo theologische methode: je ontmoet God tussen de neuzen en niet alleen tussen de oren.
“Bedrijf spirituele theologie, op de knieën.” Theologie draait om God en Gods liefde: theologen gaan op de knieën in de ontmoeting met een mysterie dat veel groter is dan henzelf en zich en hen liefdevol engageert in de wereld. Deze spirituele werkelijkheid is de diepe wijsheid van het zoekende, onderscheidende gesprek. Op vele manieren brengen theologen die wijsheid in het transdisciplinaire, scheppingsgerichte gesprek.
“Vergeet de pastorale dimensie nooit.” Theologen engageren zich voor en vanuit mensen, in het spoor van een dienende God die het heil van mens en schepping op het oog heeft en bijzondere aandacht heeft voor zondaars en voor wie geslagen langs de weg ligt.
Die benadering van Franciscus bemoedigt mij als theoloog. De kerk wordt hier ook de plaats van het theologische en gemeenschappelijk onderscheidende gesprek, waar verschillende stemmen en in het bijzonder de verzwegen stemmen, zoals bij de Syro-Fenicische vrouw of bij Bartimeüs of bij Zacheüs, de kans krijgen om bij te dragen.
Dat vraagt van de kerk een nedigerige houding
Zich verheugen om Gods werkzaamheid in de wereld, dat vraagt van de kerk een nederige houding. Het is de nederigheid die de toenmalige bisschop van Brugge, Mgr. Emiel Jozef De Smedt, op het Tweede Vaticaans Concilie bepleitte. Nederigheid die protesteert tegen de betweterigheid van wie menen onfeilbaar God te vertegenwoordigen (clericalisme). Nederigheid die zich verzet tegen een in regels vastgekluisterd denken en moreel handelen, waar de grijze grenszones van het menselijke bestaan ontkend worden (juridisme). Nederigheid van de gedeelde zoektocht die nooit kan claimen het perfecte einde te bereiken (triomfalisme). Het is de nederigheid van mensen die weten dat God met hen onderweg is door hen de wereld in te sturen; de God die niet toelaat dat we ons verschuilen achter een goddelijke heiligheid die ons in een onrustige wereld vermeende rust zou bieden.
Gelukkig zijn de theologen die nederig Gods mensen en schepping dienen.