Rechte lijnen, grijstinten en gestrengheid: de stijl van monnik-architect Dom Hans van der Laan. En toch verwelkomend. Jan Stuyt ging naar een tentoonstelling over zijn werk.
Ooit las ik de krant over de benedictijner monnik die architect was: Dom Hans van der Laan. In het artikel stond over bouwen ongeveer dit: een schoen is de overgang tussen de zachte voet en de harde grond – zo is een gebouw de overgang tussen binnen en buiten. Het raakte me, ik ben het nooit vergeten.
Op 12 oktober werd in Antwerpen de tentoonstelling Een huis voor de geest geopend, over het werk van deze monnik-architect (Leiden 1904 – Mamelis 1991). Zijn werk is beperkt in omvang. Van der Laan ontwierp welgeteld vier kloosters en een woonhuis. Wel zijn er honderd boeken aan dat werk gewijd en artikelen in zowel de vaklitteratuur als de algemene pers.
De avond begon met een adembenemend mooie stille film van een half uur op groot scherm over klooster Roosenberg.
Ik ging naar de opening in deSingel, de internationale kunstcampus in Antwerpen, in de verwachting een veertigtal 65-plussers aan te treffen die net als ik Van der Laan al jaren kennen en daar nog weleens wat meer over wilden weten. De grootste zaal van het complex was overvol: er waren duizend mensen gekomen en nog eens vijfhonderd waren geweigerd – de gemiddelde leeftijd was rond de dertig.
De avond begon met een adembenemend mooie stille film van een half uur op groot scherm over klooster Roosenberg, dat Van der Laan ontwierp in Waasmunster in Vlaanderen. De film is dit jaar gemaakt door Ingel Vaikla uit Estland en zal in november te zien zijn op het IDFA festival in Amsterdam. Op de tentoonstelling wordt de film vertoond op een (te) kleine monitor.
Een huis voor de geest in de theorie van Van der Laan. Klooster Roosenberg is daarbij de leidraad. Er zijn illustraties bij teksten uit zijn boek van 1977, over de theorie van de architectuur De Architectonische Ruimte, 15 lessen over de Dispositie van het Menselijk Verblijf. Het gaat om schetsen, tekeningen, foto’s van gebouwen en nogal wat maquettes. Er zijn ook gebruiksvoorwerpen: de liturgische schaal en beker uit de kapel van Roosenberg horen bij het mooiste wat er staat. Er hangen ook twee fraaie damesjurken die de pater ontwierp. Het verhaal over de schoen en het gebouw vond ik terug in een citaat uit het genoemde boek over de theorie van de architectuur.
Ondanks de rechte lijnen en de grijstinten, de herhaling en de gestrengheid is een gebouw van Van der laan verwelkomend en verstillend. De tentoonstelling biedt de theorie bij het gevoel dat zijn gebouwen oproepen. Een gevoel van geborgenheid en rust, dat voortkomt uit de maten en de ordening van de verhoudingen. Curator Caroline Voet legt uit dat dit te maken heeft met ‘de objectiviteit van het getal’, en ik vermoed dat dit een uitdrukking is van Van der laan zelf.
‘U loopt in een echte Van der Laan’, zei ik.
Bij binnenkomst van de tentoonstelling zag ik de abt van de abdij van Vaals. Niet alleen het gebouw, ook de kleding van de monniken in Vaals is ontworpen door hun huisgenoot Van der Laan. ‘U loopt in een echte Van der Laan’, zei ik. Ja, dat kon hij niet ontkennen. Ik denk dat niet veel mensen dat die avond gezien hebben, en aangezien de hele tentoonstelling niet ruimer is dan een niet zo erg grote zaal met maar één deur, heeft driekwart van de aanwezigen die avond verder ook niet zoveel kunnen zien.
Maar de film was prachtig. In de tweede helft van november wordt de dertig minuten durende film ‘Roosenberg’ in Amsterdam vertoond. De mooie tentoonstelling in deSingel loopt tot 14 januari 2018.
Het boek bij de tentoonstelling is geschreven door Caroline Voet en heeft als titel: Dom Hans van der Laan, a house for the mind. Wat mij betreft had dat mogen zijn: a house for the Spirit. Want de architectuur van Van der Laan geeft ruimte aan de geest en niet alleen aan het verstand.