Herman Verbeek was priester, politicus en publicist. Zijn biografie leest als een overzicht van vijftig jaar kerkelijke, politieke en sociaal-culturele geschiedenis.
De periode tussen de priesterwijding van Herman Verbeek in 1963 en zijn overlijden vijftig jaar later was getuige van vele, niet altijd glad lopende ontwikkelingen. Herman stond daar middenin, ook letterlijk: hij probeerde de ontwikkelingen mee te sturen, niet altijd met succes, maar met alle hartstocht en eigenzinnigheid die er in hem was.
Een geëngageerd priester, begaan met het welzijn van de mensen.
Herman is geboren en genesteld in het uiterste Noorden van onze Lage Landen aan de Zee, in Groningen. Maar toch, hoewel geografisch wellicht op een afstand, is hij een exponent van een sterk geëngageerde katholiek in een hectische periode.
Herman omschreef zichzelf met drie ‘P’s’: priester, politicus en publicist – zoals ook de ondertitel van zijn biografie luidt.
Hij was en bleef allereerst priester. Een geëngageerd priester, begaan met het welzijn van de mensen. Toen in 1969 bisschop Möller werd ingewijd, organiseerde hij een grootse viering met zoveel mogelijk mensen (en daarom niet in de kathedraal) om bisschop en gelovige met elkaar in direct en levend verband te brengen.
Vanuit diezelfde zorg publiceert hij vijftien jaar later een boekje Paus of Petrus?, ter voorbereiding op het bezoek van paus Johannes Paulus II aan Nederland. Het boekje loopt uit op zeventig stellingen, die pleiten voor een eigentijdse vorm van kerk-zijn en leiderschap.
Ondanks de weerstanden die hij opriep in kerkelijke kringen is weer twintig jaar later bisschop De Korte een van de door hem zelf uitgenodigde sprekers bij zijn uitvaart. Vijftig jaar kerkgeschiedenis in kort bestek, in het leven van een kritisch, maar trouw priester.
De joods traditie en geloofsbeleving gaat ook zijn eigen geloofsleven kleuren.
Ook op sociaal-maatschappelijk gebied was hij actief. Hij zette zich in voor het behoud van de plaatselijke, met afbraak bedreigde, oude synagoge, als cultureel en maatschappelijk centrum en later voor het behoud ervan als gebedshuis voor de kleine joodse gemeenschap in de stad. En met succes, al werd het anders dan de invulling die hij oorspronkelijk uitgewerkt had. Zijn voorzitterschap van de organiserende stichting en het hieruit voortvloeiend levend contact met joodse medeburgers en hun traditie en geloofsbeleving gaat ook zijn eigen geloofsleven kleuren, waarin de joodse traditie een steeds belangrijker rol gaat vervullen.
Herman was niet iemand die genoegen nam met een bijrolletje, hij zocht invloed en aandacht. Dat komt ook duidelijk naar voren in zijn tweede ‘P’: Herman als politicus.
Vanuit zijn overtuiging dat het christelijk geloof ook politieke idealen heeft sloot hij zich aan bij de jonge christelijke (vooral katholieke) Politieke Partij Radicalen, een “linkse” afsplitsing van de traditionele christelijke partijen die zitting hadden genomen in een centrumrechts kabinet. De idealen van solidariteit, milieubescherming en nucleaire ontwapening spraken Herman aan. Twee termijnen was hij de landelijke voorzitter van deze partij.
Hij strijdt met alle felheid voor de progressieve idealen van zijn partij
Als vertegenwoordiger van een samenwerkingsverband van vijf kleine linkse partijen wordt hij in 1984 gekozen tot lid van het Europees Parlement. In 1989 wordt hij opnieuw gekozen, nu als lid van een coalitie van drie partijen. Hij strijdt met alle felheid voor de progressieve idealen van zijn partij, maar uiteindelijk ook voor het behoud van zijn zetel, wanneer het partijcongres besluit hem uit de fractie te zetten omdat hij zich niet houdt aan de partijpolitieke afspraken. Als onafhankelijk lid blijft hij zitten en met alle energie doorwerken voor zijn politieke idealen.
Publicist was hij ook, zijn derde ‘P’. Veel heeft hij geschreven, vooral poëtisch en niet gemakkelijk toegankelijk. ‘Zangen’ noemt hij ze. Nadat ik zijn biografie had gelezen en herlezen heb ik de bundels van Herman die al jarenlang, nagenoeg ongebruikt, in mijn boekenkast staan, toch weer eens ter hand genomen. Zijn teksten blijven moeilijk toegankelijk. Op bladzijde 98 van de biografie citeert de auteur een passage waarin Herman zijn poëtisch werk en zijn relatie met de lezer verwoordt, te lang om hier op te nemen, te mooi om samen te vatten, maar deze tekst deed mij begrijpen waarom zijn ‘zangen’ toch niet de weerklank hebben gevonden waarop hij hoopte, noch bij mij, noch bij een breder publiek.
Een gekwelde persoon: de foto op de voorpagina van het boek straalt dat voor mij uit.
Na lezing van het boek blijft vooral zijn persoonlijkheid op mijn netvlies gegrift staan. Een gekwelde persoon: de foto op de voorpagina van het boek straalt dat voor mij uit. Hij was moeilijk voor zijn omgeving en voor de mensen met wie hij samenwerkte, maar zeker ook voor zichzelf. Dat hij de laatste jaren van zijn leven in een zelfgekozen isolement doorbracht, hangt hiermee ook zeker samen.
Door zijn persoonlijkheid is hij een omstreden exponent geworden van de geëngageerde priester in deze lastige periode, maar in een mildere vorm is er in zijn leven en werken veel te herkennen van priesters van zijn leeftijd, met vergelijkbare idealen en een vergelijkbare worsteling.
Stefan van der Poel. Herman Verbeek (1936-2013), priester, politicus, publicist. Uitgeverij Verloren, Hilversum, 2020. 142 blz. €18.