
Guido Dierickx vraagt zich waarom de klachten over de Katholieke Kerk toenemen. Zou het te maken hebben met het toegenomen individualisme?
Lid zijn van onze kerkgemeenschap is een lust en een last, voor velen meer het laatste dan het eerste. Zo horen wij de laatste tijd nogal wat klachten over onze Katholieke Kerk. Het is te begrijpen dat sommige mensen het moeilijk hebben met het gedachtegoed dat in onze middens de ronde doet, met de benepen seksuele moraal die stamt uit voorbije eeuwen, met de vaak onbegrijpelijke teksten die men in de eucharistieviering te horen krijgt. Dat is nog meer te begrijpen als men nota neemt van de vaak dubieuze beleidsopties waarvoor onze kerkleiders in de loop van de eeuwen gekozen hebben. Er is een hele reeks verwijten waaraan wij met grote regelmaat herinnerd worden. Daar zijn de kruistochten, de Inquisitie, de zaak Galilei, de godsdienstoorlogen, het gebrek aan emancipatie van de vrouw enzovoort, enzovoort: gebeurtenissen in het kerkelijk leven die wij niet kunnen ignoreren en waarover wij ons zouden kunnen en zelfs moeten ergeren.
Wie van onze Kerk houdt wil natuurlijk die ergernis beperken bij zichzelf en bij anderen. Hoe kunnen wij dat? Een eerste werkwijze wil die verwijten van meer nabij onderzoeken, gewapend met meer kennis van de historische feiten en van hun sociaal-culturele context. Daarvoor bestaan er goede boeken zoals, bijvoorbeeld, “For the Glory of God” van de befaamde Amerikaanse (niet-katholieke) socioloog Rodney Stark. Maar of dat heel veel zal uithalen? Allicht zal de ergernis blijven woekeren, ook al is het dossier van de aanklacht nogal eens onjuist of althans fel overdreven. Zo kan de eerste kruistocht bij nader inzicht in een beter daglicht gesteld worden, andere kruistochten, bijvoorbeeld die in Oost-Europa, veel minder.
De doctrine kan al te streng orthodox worden en het bestuurlijk apparaat al te autoritair.
Nee, op de eerste plaats moeten wij aandacht besteden aan de vraag waarom de ergernis om de zwakheden van onze kerkleiding in de laatste decennia zo sterk is toegenomen. Is dat toe te schrijven aan de feiten? Zijn de zwakheden toegenomen? Is het de nieuwe zwakheid die aan het licht is gekomen, het schandaal van het kindermisbruik? Of is er een diepere reden die meer met de perceptie van de feiten dan met de feiten zelf te maken heeft?
Vele leden (en voormalige leden) van de kerkgemeenschap zien zich als individuen die op gespannen voet staan met de kerkelijke overheid, die zich door die overheid tekortgedaan voelen. Maar hun zienswijze is vernauwd. Wat daarin ontbreekt is de missing link tussen individu/subject en overheid, met name het besef deel te hebben aan het leven in een gemeenschap. De gelovigen zijn niet vooreerst onderdanen van een kerkelijke overheid maar medeleden van een gelovige gemeenschap. Die gemeenschap ervaren zij ten dele in hun familie, ten dele in hun school, ten dele in hun buurtleven, ten dele in hun verenigingsleven. Naarmate die ervaringen elkaar overlappen en versterken, zo zeggen de sociologen, zullen zij intenser worden (te intens voegt men er soms aan toe). Aan dat gemeenschapsleven hebben zij veel te danken en voor dat gemeenschapsleven moeten zij het een en ander kunnen verdragen. Hopelijk met een zeker evenwicht tussen lusten en lasten. Er moet nu eenmaal een overheid zijn om de dienstverlening te bevorderen, om activiteiten te coördineren, om leiding te geven waar nodig. Die eisen zijn eigen aan iedere, zeker aan iedere grootschalige gemeenschap. Sommige individuen kunnen de mening koesteren dat zij die overheid niet of niet meer nodig hebben. Maar hun gemeenschap heeft die overheid beslist wel nodig. Die eisen hebben in de Kerk aanleiding gegeven tot het formuleren van een doctrine en tot de vorming van een bestuurlijk apparaat. Vergis u niet: dat was al zo van bij de prille aanvang van het christendom. Hoewel dit al gauw bleek risico’s in te houden. De doctrine kan al te streng orthodox worden en het bestuurlijk apparaat al te autoritair. Dat zijn nu eenmaal risico’s die men hoort te bestrijden maar die men niet kan vermijden.
Minder goed nieuws is dat tegen dit individualisme voorlopig geen kruid gewassen lijkt
Waarom die toename van de ergernis voor de zwakheden van de kerk? Zwakheden zijn er altijd geweest. Zijn er nu meer dan in vroegere eeuwen? Allicht is de huidige, toegenomen gevoeligheid voor het falen van de kerkelijke instellingen in grote mate toe te schrijven aan het toegenomen individualisme van onze westerse cultuur. Dat individualisme ondergraaft ook andere dan kerkelijke instellingen, bijvoorbeeld politieke instellingen in staten met een democratisch bestel. Hiermee hebben wij een (één, niet de enige) belangrijke verklaring gevonden voor de vervreemding die individuen ervaren wanneer zij staan tegenover gezaghebbende instellingen waaronder de kerkelijke. Dat is vrij goed nieuws. Minder goed nieuws is dat tegen dit individualisme voorlopig geen kruid gewassen lijkt.
Foto door Karl Fredrickson via Unsplash