Koen Vlaeminck is hoofdredacteur van de veelbezochte Vlaamse website kerknet.be. “Ik maak mij zorgen over jongeren tussen de acht en veertien jaar, in hun mediagebruik zijn kerk en geloof afwezig.”
www.kerknet.be is in Vlaanderen uitgegroeid tot een begrip. De website over kerk en geloof trekt ook heel wat Nederlandse lezers. Gemiddeld komen er zo’n 230.000 bezoekers per maand. De nood aan een gelovig en creatief digitaal platform is in Vlaanderen blijkbaar groot. We vroegen hoofdredacteur Koen Vlaeminck hoe Kerknet de coronatijd heeft beleefd.
“In het begin van de eerste lockdown kreeg Kerknet veel nieuwe bezoekers. Als redactie maakten we vrij snel de keuze om in te zetten op inhoud. Omdat samenkomsten niet mogelijk waren, wilden wij op ons platform geloofsverdieping aanreiken. De bezoekersaantallen stegen, maar naar verloop van tijd werden mensen schermmoe. De digitale omgeving is geen vervangmiddel voor reeële ontmoetingen van mens tot mens. De mogelijkheden van digitaal werden duidelijk, maar ook de grenzen. Helemaal in deze tijd, want in het meest ideale scenario mondt het digitale uit in een echte samenkomst.
“Om te informeren, inspireren, verdiepen en verbinden. De kerkganger is onze doelgroep, maar we zetten ook sterk in op het bereiken van nieuwe mensen. Tijdens de lockdown gaven we de actieve gelovigen echter onze prioriteit. Omdat zij nu niet naar de kerk konden vonden we het belangrijk juist hen te ondersteunen. We kregen vaak te horen dat ons geloofsverdiepend materiaal mensen voor een stuk door die moeilijke periode hielp.”
“Misschien hadden we meer moeten doen met de vragen die breed leefden: wat is essentieel in mijn leven? Wat vind ik echt belangrijk? Daar lagen kansen. We hebben hierover een serie gedaan met kluizenaar Benoît Standaert en die werd breed gesmaakt. Maar we hebben er geloof ik goed aan gedaan om in te zetten op verdieping, want het geloof is een onuitputbare bron. Voor mijzelf heeft het in elk geval een belangrijke rol gespeeld om met deze periode om te gaan.”
“We zoeken naar interesses van mensen en benaderen die vanuit de insteek kerk/geloof. Dat is quasi altijd mogelijk, of het nu gaat over sport, postzegels, muziek of tatoeages. Een tweede manier om mensen te bereiken is met schoonheid. We zien ook dat artikelen over kerkelijke feestdagen het goed doen. In 2019 stond bij Google ‘Wat is Pinksteren?’ in de top 5 van de zoekresultaten. Daarnaast worden kleine verhalen goed gelezen. Bijvoorbeeld over een cafébaas die een Mariakapel laat restaureren, omdat hij dat beloofd had toen zijn broer ernstig ziek was. Als laatste bereiken we nieuwe lezers door onze internationale berichtgeving. De kerk biedt vaak een interessante kijk op conflictsituaties, omdat bijvoorbeeld lokale bisschoppen of missionarissen veel kennis van zaken hebben of zelfs een rol spelen, zoals bij de verkiezingen in Congo. Zo is ons publiek in een paar jaar tijd verdubbeld en ook verjongt.”
“Ik maak mij zorgen over jongeren tussen de acht en veertien jaar. Ik heb niet de indruk dat die groep gezien wordt als een belangrijke doelgroep. Er wordt gedacht: die hebben catechese en godsdienstles, maar in het mediagebruik van die kinderen zijn kerk en geloof afwezig. Dat zie ik bij mijn eigen kinderen.”
“Mensen laten proeven van het geloof. Als we daarin slagen zitten we op de goede weg. Als kind leerde ik het geloof kennen door enkele toevallige ontmoetingen, zoals een schoolvriend die vroeg of ik misdienaar wilde worden. Waar worden dit soort vragen nog gesteld? Is dat aanbod er nog? Deze vragen stellen, in de digitale omgeving, maakt het voor mij de moeite waard er hard voor te werken.”
“In de eerste plaats omdat we onze donateurs iets wilden geven. We hebben gezien dat het aanbieden van een magazine het aantal giften heeft vergroot. Digitaal is alles snel, flitsend en kort, een tijdschrift mag op tafel liggen en daar blader je af en toe eens doorheen. Dat is een andere ervaring. Ons doel was een blad te maken dat je niet wegmoffelt als er iemand die niet gelovig is op bezoek komt.”
“Door de eindgebruikers die een gift doen. Daarnaast betalen de bisschoppen, religieuzen, een aantal stichtingen, goede doelen en grote organisaties een deel. Het is een flinke uitdaging, vooral omdat technologie alleen maar duurder zal worden. Online leggen bedrijven als Facebook en Google de standaard. De surfer verwacht eenzelfde beleving bij ons. Alleen is ons budget veel kleiner. Toch moeten we die standaarden nastreven. Dat betekent wel dat een website snel verouderd en er steeds investeringen nodig zijn. Maar we willen gaan voor kwaliteit, anders kunnen we het net zo goed niet doen.”
Afbeelding: Rechts Koen Vlaeminck. Voor de tweede editie van het magazine OH GOD! interviewde hij met collega Lieve Wouters paus Franciscus.