In geschiedenisboeken komt de Kerk er dikwijls bekaaid vanaf. Socioloog Rodney Stark strijkt in naam van de waarheid enkele hardnekkige plooien glad.
Christoffel Columbus werd tegengewerkt door kerkelijke gezagsdragers die mordicus volhielden dat de aarde plat was en zijn expeditie tot mislukken gedoemd. Met deze anekdote begint Rodney Stark zijn boek Bearing False Witness: Debunking Centuries of Anti-Catholic History. Ze werd verspreid in vele schoolboeken als illustratie van het kerkelijke obscurantisme.
Maar ze is vals. In de tijd van Columbus wisten alle geletterden dat de aarde bolvormig was. Verzet tegen zijn plannen rees bij hen die (terecht) meenden dat hij de omvang van de aardbol schromelijk onderschatte. Columbus kon in een onbekend werelddeel voet aan wal zetten. Alleen daarom heeft hij het overleefd.
Stark heeft als Lutheraan vanaf zijn jeugd kennis gemaakt met de neiging van vele vroegere geschiedschrijvers om de (Katholieke) Kerk zwart te maken. Hij heeft moeten ontdekken dat geschiedschrijving dikwijls ten dienste heeft gestaan van culturele en politieke propaganda. Die laster laat nog altijd diepe sporen na. En geboren polemist als hij is, kan hij het niet laten in het verweer te gaan tegen een aantal patente vooringenomenheden.
In de tijd van Columbus wisten alle geletterden dat de aarde bolvormig was.
Telkens opnieuw weerklinken triomfantelijke kreten over de ontdekking van oude, ‘oorspronkelijke’ evangelies, zoals het evangelie van Thomas. Kerkelijke gezagsdragers zoals Ireneus van Lyon zouden die met geweld onderdrukt hebben. In werkelijkheid hebben zij die geschriften afgewezen omwille van heel aanvaardbare redenen: omdat ze in feite niet zo oud zijn en omdat ze doordrongen zijn van gnostische inspiratie. Trouwens, de gezaghebbende John P. Meier heeft recent aangetoond dat het Thomasevangelie een latere vervorming is van de synoptische evangelies. Ireneus, en dus ook Stark, hadden gelijk.
Wat dan te denken over de vervolging waarmee de triomferende christenen vanaf keizer Constantijn het oude heidendom zouden hebben uitgeroeid? Die stelling kan nu met statistische gegevens tegengesproken worden. Een eeuw na Constantijn verhief keizer Theodosius het christendom inderdaad tot staatsgodsdienst. Niettemin benoemde hij evenveel heidenen als christenen tot de hoge ambten van consul of gouverneur. Het heidendom is geen gewelddadige maar een langzame en overigens niet volledige dood gestorven.
En wat over de ‘duistere’ (katholieke) middeleeuwen, gelet op de ontwikkeling van de kunst, van de technologie, ja, van de empirische wetenschap in die tijd? Is die bestempeling van dat verleden als ‘duister’ geen element geweest in de zelfverheerlijking van de ‘renaissance’?
En wat over de kruistochten? Natuurlijk waren dat oorlogen met veel brutaal geweld. De vijand moest niet enkel verslagen maar ook geterroriseerd worden. Andere oorlogen waren er toen niet. (Nu wel?) De vraag is veeleer of het om defensieve en dus rechtvaardige oorlogen ging. Daarop antwoordt Stark dat de kruistochten naar het Heilig Land de bescherming van de pelgrims en (aanvankelijk) van het Byzantijnse Rijk op het oog hadden. Defensieve oorlogen dus. In de ogen van de tijdgenoten niet heel anders dan de landing in Normandië in onze ogen.
De kerkelijke was veel gematigder en rationeler
In het hoofdstuk over de Spaanse Inquisitie komt een socioloog aan het woord die statistieken laat spreken. Om toestanden te beoordelen maken wij gebruik van grote principes waaruit meteen blijkt dat wij bepaalde toestanden mogen en moeten veroordelen. Ja, de Spaanse Inquisitie heeft mensen laten folteren en executeren. Maar veel minder dan de zwarte legende wil doen geloven. Stark vergelijkt het optreden van deze kerkelijke rechtbanken met de burgerlijke rechtspraak van die tijd. De kerkelijke was veel gematigder en rationeler. Zo is ze erin geslaagd de opkomst van de heksenprocessen te onderdrukken, vele jaren vooraleer de overheid daarin slaagde in Noord-Europa.
Als Amerikaan gaat Rodney Stark uiteraard in op de slavernij in de Nieuwe Wereld. Weet men dat daartegen vanuit Europa, door pausen en ook door Spaanse koningen, strenge veroordelingen werden uitgesproken? In Noord- en ook in Zuid-Amerika werden die nauwelijks gehoord. Maar ze bleven toch niet zonder enig effect. In de Franse gebieden werd de Code Noir ingevoerd, in de Spaanse de Codigo Negro Espanol. Het lot van de zwarte slaven was daar enigszins milder dan in de Engelse gebieden. Dat is statistisch aan te tonen. In 1830 telde de zwarte bevolking in het voorheen Franse Louisiana 13,2 procent vrije individuen, in de stad New Orleans zelfs 41,7 procent. Dus slaven die zich hadden mogen en kunnen vrijkopen. In de vroegere Engelse kolonies Alabama, Mississipi en Georgia steeg dat percentage niet uit boven 1,3 procent. Die gegevens waren beschikbaar sinds 1833. Waarom werden ze geïgnoreerd?
Vertoont zijn betoog een zekere eenzijdigheid?
Het historisch revisionisme van Rodney Stark zal niet overal welkom zijn, hoewel hij zich baseert op hedendaagse, gezaghebbende historici. Vertoont zijn betoog een zekere eenzijdigheid? Zelf geen katholiek wil hij enkel opkomen voor de waarheid. Wel staat hij bekend als een socioloog die ervan houdt tegen een blikje te trappen. In dit boek tegen blikjes die hinderlijk zijn voor het vrije verkeer van denkbeelden.