Het is verfrissend hoe jezuïet James Martin de kerk en LHBT’ers met elkaar in gesprek brengt. Een brug bouwen raakte bij Jan Stuyt SJ een gevoelige snaar.
Heb jij wel eens het gevoel gehad dat je werd aangevallen omdat je bent wie je bent? Omdat je homo bent? Omdat je katholiek wilt zijn? Omdat je beroep priester is? Zulke vragen stelt jezuïet James Martin naar aanleiding van het bijbelverhaal van de verwerping van Jezus door zijn dorpsgenoten (Lukas 4). Zonder jezelf meteen met Jezus te vergelijken, kun je best over die vragen nadenken.
Mijn antwoord is ‘ja’. Ja, ik ben toen ik studeerde in Leiden wel eens publiekelijk uitgelachen toen ik zei dat de beleving van mijn geloof meetelde bij het kiezen van een studentenhuis. En ja, toen het pedofilieverhaal een paar jaar geleden dagelijks in de kranten stond, haalde ik tijdens treinreizen het kruisje van mijn revers. Omdat ik het zat was daarop te worden aangesproken. En ja, het verpestte menig verjaardag of trouwreceptie, omdat iemand het weer eens nodig vond mij te vragen wat ik als priester vond van de misdaden van mijn collega’s tegen kinderen.
Toen het pedofilieverhaal een paar jaar geleden dagelijks in de kranten stond, haalde ik tijdens treinreizen het kruisje van mijn revers.
Als kerkmensen en homo’s op een rustige toon met elkaar in gesprek zouden gaan, in een klimaat van veiligheid, dan zouden kerkleiders en LHBT’ers met elkaar kunnen delen hoe het is om afgewezen te worden. Hoe je daarmee om bent gegaan. Het zou een brug slaan tussen die twee groepen.
De Amerikaanse jezuïet James Martin heeft enkele maanden geleden een boekje uitgebracht Building a Bridge. Hij doet daarin suggesties voor een mogelijke toenadering tussen de Katholieke Kerk en de LHBT-gemeenschap (lesbiennes, homo’s, bisexuelen en transgenders). Pater Martin heeft het geweten. Uitnodigingen om te spreken werden ingetrokken en conservatieve katholieke websites in de Verenigde Staten halen hem door het slijk. Dat hij gesteund wordt door kardinalen, bisschoppen en oversten, en dat hij onlangs benoemd werd in de hoogste Vaticaanse adviesraad voor communicatie van de paus, doet daar niets aan af. Hij staat bloot aan felle en vuile aanvallen.
Zijn boek heet: Een brug bouwen – Hoe de katholieke kerk en de LHBT-gemeenschap kunnen bouwen aan een relatie van respect, begrip en fijngevoeligheid. Het is een dun boekje. Je leest het in één avond uit. De richtlijnen respect, barmhartigheid en fijngevoeligheid haalt Martin woordelijk uit de grote Catechismus van de Katholieke Kerk van Johannes Paulus II uit 1997 (nummer 2358).
Martin zegt dat kerkmensen een stap moeten zetten op de brug naar de LHBT’ers – dat had ik zelf ook al bedacht. Maar even stellig is hij in de gedachte dat de LHBT’ers zich wel eens mogen indenken hoe het is om kerkleider te zijn in de 21e eeuw – en zo had ik het nog niet bekeken, dat was nieuw. Bovendien had ik geen idee hoe hij dat zou aanpakken, totdat ik de bladzijde omsloeg.
Daar werd ik emotioneel geraakt.
In het laatste deel van zijn boekje geeft hij tien bijbelteksten en bij elke tekst enkele vragen. Daar werd ik emotioneel geraakt. Aan het begin van deze column gaf ik er een voorbeeld van: dat ik publiek word aangevallen op mijn priester zijn. Elke homo of lesbienne heeft natuurlijk verhalen bij de vraag: ben je ooit bang geweest om afgewezen te worden om wie je bent? Of bij een andere vraag is: hoe voelde het om wél begrepen te worden? En waar denk je dat Jezus de moed vandaan haalde om te zijn wie hij was? Als je elkaar kunt vertellen hoe dat voelde en hoe dat is, met verhalen van twee kanten, dan zal die brug tussen kerkleiders en LHBT’ers wel opgebouwd en betreden worden. Dat lijkt me een goede zaak.
Ik wens Een brug bouwen een brede verspreiding toe in ons taalgebied.
James Martin SJ (vert. Maria ter Steeg-van Wayenburg). Een brug bouwen. Adveniat, Baarn, 2018. 176 blz. € 17.95