In de bedrijvige metropool Wenzhou gaan economisch ondernemen en religieus ondernemen hand in hand. Opmerkelijk: de groei van het christendom wordt er oogluikend toegestaan door de Chinese overheid.
Het christelijke geloof is zich snel aan het verspreiden in China. Onderzoekers voorspellen dat het over twintig, dertig jaren de meest omvangrijke christelijke bevolkingsgroep zal vormen in de hele wereld. Niet als percentage van de bevolking van dit enorme land, maar wel in absoluut aantal. Wat hun een groot gewicht zou verlenen in het reilen en zeilen van de christelijke wereldkerken.
Wenzhou zou volgens sommige bronnen tot dertig procent christenen tellen
Deze aangroei is niet echt naar de zin van de Chinese overheid die gewoontegetrouw een groot wantrouwen koestert tegenover moeilijk te controleren confessionele gemeenschappen. Dus meer tegenover meer extreme vormen evangelisch protestantisme dan tegen de traditionele protestanten en de katholieken. Haar repressieve optreden heeft het tij echter niet kunnen keren. De reden waarom is duidelijk te illustreren aan de hand van het geval van Wenzhou, een stad die wel eens het Jeruzalem van China wordt genoemd.
Wenzhou zou volgens sommige bronnen tot dertig procent christenen tellen. Het is een miljoenenstad aan de zuidoostelijke kust, afgeschermd van het politieke centrum van het land door de afstand en door een tamelijk hoge bergketen. De economische ontwikkeling werd er al vroeg grotendeels overgelaten aan het privé-initiatief. Met groot succes: de bevolking staat bekend om haar zin voor ondernemen en heeft een explosieve economische groei tot stand gebracht.
Deze zin voor economisch ondernemen gaat kennelijk samen met een grote zin voor religieus ondernemen, wat ons herinnert aan de befaamde stelling van Max Weber over het samengaan van protestantse ethiek en de cultuur van het kapitalisme. Vooral de evangelische protestanten vinden een toenemende aanhang. Dat is toe te schrijven aan hun sterke zendingsbewustzijn, aan de geringe intellectuele eisen en aan de grote emotionele aantrekkingskracht van hun boodschap en ook aan hun spontane, informele organisatiestructuur. Niet enkel de kringen van de economische entrepreneurs zijn sterk evangelisch gekleurd. Vele werknemers zijn geneigd hun werkgevers in hun religieuze overtuigingen te volgen.
Opmerkelijk is echter hoe die economische elite zich kan verweren tegen de eventuele repressie door de daarvoor bevoegde politieke diensten. Zij kan tegen hen in beroep gaan bij hogere politieke gezagsdragers en daarvoor verwijzen naar de onmiskenbare bijdrage die zij levert tot de culturele modernisering en tot de economische ontwikkeling van de samenleving. En aangezien die hogere politieke gezagsdragers de voorrang geven aan economische ontwikkeling boven ideologische scherpslijperij, zijn zij geneigd daar gehoor te geven
Het beeld van een kerk in de catacomben is niet van toepassing op Wenzhou
Het is dus niet zo dat het christendom zich daar gedraagt als een onderdrukte minderheid die zich schuil houdt voor de staatspolitie. Het beeld van een kerk in de catacomben was toepasselijk tijdens de atheïstische hoogdagen van het rijk van Mao, maar niet in Wenzhou vandaag de dag. Zeker, bepaalde christelijke sekten moeten zich niet al te luid laten horen in het publieke leven. Maar de andere christelijke gemeenschappen genieten een erkenning die hun toelaat hun activiteiten tamelijk vrij te ontplooien. Zij hoeven daarbij niet aan agressief proselitisme te doen. Als het risico niet te groot is, komen de mensen vanzelf.
Afbeelding boven dit artikel: Skyline van Wenzhou. Foto: Chen Zhao via Flickr.com (creative commons).