Als huisarts is Anneke altijd geïnteresseerd geweest in Jezus als dokter. In een kerk laat ze haar gelovige fantasie de vrije loop en ziet ze waar die genezingsverhalen vooral over gaan.
We bezochten de kathedraal van Monreale. Gebouwd in de twaalfde eeuw, en het hoogtepunt van Arabisch-Normandische bouwkunst op Sicilië. Het hele schip, de zijbeuken, het koor, het transept en de apsis zijn bedekt met de schitterendste mozaïeken. Ze verbeelden scenes uit het Oude en Nieuwe Testament.
Daar kom ik medisch gezien niet veel verder mee.
Het is een drukte van belang in dit toeristisch hoogtepunt. Terwijl horden toeristen de kerk in- en uitlopen, mijmer ik over de voorstellingen. Vanuit mijn medische achtergrond was ik altijd al geïnteresseerd in Jezus als dokter. Zittend tussen talloze genezingsverhalen, vraag ik mij af hoe ze gingen, die genezingen. De Bijbel vertelt er niet veel over. Ik lees hoe Jezus slijk maakte en dat op de ogen van de blindgeborene smeerde. Daar kom ik medisch gezien niet veel verder mee.
Ik probeer me voor te stellen hoe het na hun genezing verder gegaan is met de blindgeborene, met de bezetene, met Petrus’ schoonmoeder, met de bloedvloeiende vrouw, met de lamme die door het dak werd neergelaten, en met al die anderen die op de mozaïeken afgebeeld staan. Hoe zal hun leven veranderd zijn na hun ontmoeting met Jezus, die, zoals ik lees in de Bijbelverhalen, helend geweest moet zijn. Hoe zullen zij zich gevoeld hebben, die zieken, die juist vanwege hun ziekte door hun gelovige tijdgenoten harteloos werden gemeden? Die als paria behandeld werden, beschouwd werden als zondig en gestraft door God. Die niet benaderd en aangeraakt mochten worden, terwijl ze dat juist zo nodig hadden. Hoe ging het verder met hen? De Bijbel is er summier over. Maar mijn gelovige fantasie stelt zich voor dat de ervaring van geaccepteerd, bemind, getroost en gezien te worden, hun leven op zijn kop gezet heeft. Dat alleen al kan genezend werken.
Een vriendin kreeg slecht nieuws van haar huisarts. Ze vroeg me om mee te gaan naar de specialist om te bespreken “hoe nu verder”?
Toen ik haar ophaalde, zat ze als een zielig hoopje in de hoek van de kamer. Ze was altijd al neerslachtig van aard geweest. Nu had ze alle reden. Ik had met haar te doen.
Hij gaf haar zijn telefoonnummer…
De specialist had nog slechter nieuws. Heel eerlijk vertelde hij dat er geen genezing meer mogelijk was. Hij nam alle tijd en met grote betrokkenheid en zorg vertelde hij dat hij natuurlijk niet in de toekomst kon kijken, maar dat hij zijn uiterste best ging doen om die toekomst voor haar zo draaglijk mogelijk te maken. Dat het bericht niet betekende dat zij opgegeven was. Dat hij haar niet in de steek liet en voor haar bereikbaar wilde zijn. Hij gaf haar zijn telefoonnummer…
Na het consult vertelde ze dat ze zich beter voelde, sterker ook, ondanks het slechte bericht. Ze was er zelf verbaasd over. Ik voelde het mee.
In de weken daarna ging het snel slechter met haar. Toch bleef zij kracht uitstralen, en tot het laatste toe hoop. Ikzelf, en ook anderen in haar omgeving, kenden haar niet terug. Waar was haar somberheid? Sommigen dachten dat het van de medicijnen kwam.
Ze heeft de specialist nooit gebeld, maar had het nog wel vaak over hem.
Ze overleed in alle rust.
Een bekende oude spreuk in medische kringen luidt:
‘La médecine c’est guérir parfois, soulager souvent, consoler toujours’. (De geneeskunde, dat is soms genezen, vaak verlichten, altijd troosten.)
Troosten is niet hip, kost tijd, levert geen geld op
Wat ook de achtergrond en de betekenis van de genezingsverhalen moge zijn, dit zie ik Jezus doen: troosten, hoop en toekomst geven op plekken waar geen uitzicht was. Dat deed ook de dokter bij mijn zieke vriendin. Hij verklaarde haar niet ‘opgegeven’, maar bleef haar leven zo de moeite waard vinden dat hij zijn telefoonnummer gaf. Dat gaf haar troost en toekomst.
Maar zo eenvoudig als het lijkt, is het helaas niet. De realiteit is weerbarstig. Troosten is niet hip, kost tijd, levert geen geld op, staat in geen enkel medisch protocol en past niet in een wereld waar economisch nut een overheersende rol speelt. Je moet er welbewust voor kiezen.
Aansluitend aan een ziekteperiode besloot ik een oude, alleenstaande dame maandelijks te blijven bezoeken. Ze was niet erg spraakzaam en leek ook niet echt op me te zitten wachten. Het gebeurde vaak dat ik dacht: Wat doe ik hier? Is dit wel huisartsenwerk? Kan ik mijn tijd niet beter besteden?
Na enige tijd vertrouwde haar dochter mij toe dat moeder na mijn bezoeken zo blij was en zich een tijdlang veel beter voelde.
Haar woorden waren een bevestiging om er mee door te gaan.
Foto: Mozaïek van Christus in de kathedraal van Monreale, door Annemee Siersma