Hoe interesseer je jongeren voor het geloof? En hoe zorg je dat ze ook betrokken blijven? Een gesprek met priester Tjeerd Visser.
Toen hij pastor was in Delft, had hij een actieve groep jongeren om zich heen: Tjeerd Visser. In 2012 is hij overgeplaatst naar Dordrecht, en weer fungeert daar een groep katholieke jongeren. Wat is zijn geheim?
Tjeerd Visser: “De jongerengroep in Delft ontstond als gevolg van de Wereldjongerendagen in Keulen, 2005. In de tijd die daaraan vooraf ging deed priesterstudent Stefan Kuijk pastorale stage. Hij heeft meer dan duizend mails verstuurd naar jongeren om ze uit te nodigen. Vijf reageerden positief. Die vijf kenden elkaar en zijn als groep mee geweest naar Keulen. Plus nog wat loslopende jongeren.”
“Eenmaal terug uit Keulen heb ik de jongeren bij elkaar geroepen van wie ik had begrepen dat ze graag verder wilden gaan. Uiteindelijk moesten zij zelf het initiatief overnemen om samen te blijven komen. Ze wilden genieten van het katholiek geloof, zoals ze dat zelf zeiden. Zij hebben zeer actief in hun kennissenkring nieuwe leden geworven. Op de eerste officiële bijeenkomst waren er acht jongeren. Maar zij zijn eraan blijven sleuren.”
Als jongeren niet beseffen dat zij zelf verantwoordelijk zijn, is er niets levensvatbaar
“Langzamerhand groeide het uit tot een groep van veertig à vijftig jongeren tussen de 18 en de 30. Dat is het misschien wel het geheim. De jongeren moeten het zelf willen. Als zij niet beseffen dat zij zelf verantwoordelijk zijn, is er niets levensvatbaar. Toen Stefan weg was, werd ik door hen gevraagd met hen te blijven optrekken.”
“Er werd een bestuur gekozen, dat elk jaar wisselt. Ze schreven zich in bij de Kamer van Koophandel. We kwamen eens in de maand bij elkaar: eucharistieviering, samen eten, gastspreker die een gelovig onderwerp behandelt, samen daarover van gedachten wisselen, afsluiten met een kort moment van stilte en gebed, en een biertje na. Ook dat is wezenlijk: ze verlangen naar authentieke geloofsbeleving, kennis en verdieping, en dat gecombineerd met gezelligheid.”
“Soms kwamen er tijdens de uitwisselingen in groepjes heftige tegenstellingen aan het licht. We hebben toen met vallen en opstaan iets heel belangrijks ontdekt. We spelen nooit op de persoon, altijd op de zaak. Er is ruimte om te horen wat de Kerk te bieden heeft, hoe ze over belangrijke levensvragen denkt. Intussen mag natuurlijk iedereen zoeken en geloven volgens zijn of haar eigen geweten. Het is juist van belang dat je elkaar vertelt wat jij aan jouw manier van geloven beleeft. Daar hebben anderen ook wat aan. Niemand hoeft het er mee eens te zijn of te doen zoals jij, maar we laten elkaar heel.”
“In het pastorale team spraken we af dat één van ons met hen mee zou wandelen; dat daar dan ook de prioriteit kwam te liggen voor die pastor. Maak aan hen zichtbaar dat we ze belangrijk vinden, en laat dat ook zien aan de geloofsgemeenschap. Sommigen nodigden we uit mee te werken in bestaande kerkelijke werkgroepen. Een aantal jongeren komt van buiten de Kerk; die doorlopen dus een catechisatieprogramma voorafgaand aan hun doop. Wie daar geschikt voor leken, hen heb ik op hun beurt gevraagd zelf weer catechist te worden van nieuwe doopleerlingen.”
Het is de persoonlijke benadering die het beste werkt
“Toen ik in Dordrecht kwam, kende ik al jongeren via de Wereldjongerendagen in Rio. Bovendien zijn er hier in de regio enkele bloeiende jongerenkoren. Via Facebook hebben we ze uitgenodigd de contacten voort te zetten. Nu komen we elke maand op één avond bij elkaar…”
Tenslotte draait Tjeerd Visser het gesprek om: “Als je dit zo allemaal hoort, wat valt jou het meeste op?”
“Drie dingen”, antwoord ik. “Ten eerste: het doorzettingsvermogen van de initiatiefnemers. Dat jullie je niet hebt laten afschrikken of ontmoedigen door de geringe respons op de duizend mails. En dat je met dat kleine aantal begonnen bent en door bent gegaan. Vervolgens, dat het toch de persoonlijke benadering is die het beste werkt. En tenslotte dat er aan de kant van de jongeren innerlijke motivatie moet zijn, die zich uit in het dragen van verantwoordelijkheid. Dat je als pastor inspirator bent, de geloofsschat van de traditie vertegenwoordigt; van harte meewandelt; niet voorop loopt.”