Gij zult, gij zult niet… Waar zijn regeltjes, geboden en verboden in het geloof eigenlijk goed voor? Een antwoord in het spoor van paus Franciscus en Jezus’ Bergrede.
Paus Franciscus heeft in korte tijd grote verwachtingen gewekt. Misschien baarde hij nog wel het meeste opzien, doordat hij het waagde om te zeggen dat de Kerk zich misschien teveel bezig hield met wat mocht en niet mocht. Door zoveel aandacht voor regels, geboden en verboden komt volgens hem het wezenlijke te weinig aan bod in onze Kerk.
Een nieuwe lente en mensen vragen zich af: zou het werkelijk waar zijn, zou het hem lukken het tij te keren? Velen herkennen zich in zijn boodschap. Ze menen dat het geloof op zich wel een goede zaak is, maar dat het instituut zoveel regels maakt, dat het geheel niet meer werkbaar is, laat staan leefbaar.
Onze God is een bevrijdende God
Wat moeten we dan met het kernstuk van Jezus’ verkondiging, de Bergrede: een litanie van geboden en verboden, van je zult en je zult niet, regels die niet worden opgeheven, maar aangescherpt. Vergist Franciscus zich? Wat bedoelt Jezus eigenlijk? Ook Hem kennen we toch niet als een man van regeltjes. Ook Hij preekte toch een God die liefde is, ons leven wil en niet onze dood? Een bevrijdende God…
Precies, onze God is een bevrijdende God! Ooit was er een serie op de radio over de tien geboden, die de titel droeg ‘Blijf bij je bevrijder’. Dat heb ik nooit meer vergeten. Ik heb ervan onthouden: de geboden, de wet, dat is niet een los ding dat zo maar uit het niets komt, omdat er nu eenmaal regels moeten zijn.
Nee, het groeiend geloof van het Godsvolk dat er Eén is die hen steeds weer vrij maakt, doet in hen ook groeien de zekerheid dat Hij er is voor hen, altijd met hen verbonden, in trouw. De Nabije noemen ze Hem.
Met Hem leven – en dat is geloven – kan niets anders betekenen dan ook van jouw kant Hem nabij zijn, bij Hem blijven, het verbond met Hem leven, en is dat iets anders dan leven zoals Hij het bedoeld heeft? Die bedoeling zoeken leidt tot: dit wel – dit niet. Maar dat zijn dan geen losse geboden of verboden, ze horen helemaal thuis in het leven met God, maken dat concreet. Maak je ze daarvan los, dan gaan ze een eigen leven leiden. Je doet of laat ze om bij je bevrijder te blijven.
Geen strenge wetten worden ons voorgehouden, maar wel een huiveringwekkende radicaliteit
Als ik dat vasthoud, begrijp ik Franciscus. Hij is er niet op uit om het instituut te ‘ontregelen’, maar hij stelt ons wel de dringende vraag, of wij op de goede manier met geboden en verboden omgaan, of ze nog iets te maken hebben met ons gelovig leven met God.
En Jezus? “Denk niet dat Ik gekomen ben om Wet of Profeten op te heffen. Ik ben niet gekomen om op te heffen, maar om de vervulling te brengen.” Ook bij Hem geen afschaffen, maar wel een protest tegen het verkeerd omgaan met de Wet.
“Je hebt gehoord… Maar Ik zeg je…” Niet pas wie doodt is strafbaar, maar reeds wie toornig is op zijn broeder. De wet betreft niet de uiterste grens, maar hoe we dag in dag uit met elkaar leven. Geen strenge wetten worden ons voorgehouden, maar wel een huiveringwekkende radicaliteit, een nieuwe gerechtigheid, zelfs je vijanden lief hebben…. De wet is een leefregel, geen verbodsbord.