Er gaan minder mensen naar de kerkelijke zondagsvieringen dan voorheen. Maar ik meen te merken dat er niet minder (maar zelfs meer) mensen dan voorheen opdagen voor de viering van overgangsrituelen zoals uitvaarten, huwelijken en zelfs doopsels. Vergis ik me?
Eén verklaring zou voor de hand kunnen liggen. Beginnen we met op te merken dat mensen op zoek zijn naar een goede reden om feest te vieren. Die wordt hun onder meer geboden door massale muziekfestivals zoals Tomorrowland. Maar allicht vindt niet iedereen daar een echt goede reden om feest te vieren. Die vinden ze wel als ze kunnen samenkomen rond een geboorte of een huwelijk. Zelfs het overlijden van een dierbare vormt een goede reden, hoe paradoxaal dat ook moge klinken.
De existentiële wonderen van het menselijke bestaan
Dit zijn de existentiële wonderen van het menselijk bestaan: de opname van nieuwe mensen in onze gemeenschap, de liefde tussen mensen in onze gemeenschap, het afscheid van leden van onze gemeenschap. Het is niet vermetel hierbij te gewagen van “wonderen”.
Geboorte, liefde en dood vervullen ons van huivering en eerbied, meer nog dan wonderen van genezing die men “mirakels” pleegt te noemen. Op deze wonderen willen de kerkelijke rituelen en verhalen een passende reactie bieden.
Deze rituelen en verhalen worden gedeeld met andere mensen in een gemeenschap en krijgen een plaats in een traditie die doorgegeven wordt van generatie op generatie. Dat hebben mensen gedaan in vroegere eeuwen, dat blijven ze doen. En omdat de kerkgemeenschap de hoeder is van traditionele rituelen en verhalen, blijven ze zich tot die kerkgemeenschap richten met het verlangen daaraan deel te kunnen nemen. Daar kunnen ze immers in voeling komen met wonderen die elders, b.v. in het gemeentehuis, minder duidelijk gevierd worden
Nu zou men kunnen hopen dat alle kerkgangers de kerkelijk-theologische duiding van die rituelen zouden overnemen. Maar dat is lang niet altijd het geval. Om één voorbeeld te nemen: Het ritueel van een huwelijk lang wordt lang niet altijd vervolledigd met het ritueel van de eucharistieviering. Waarom? Omdat er nogal wat niet-gelovigen in de kerk zitten, kerkgangers die filosoof Herman De Dijn (Het Rooms-Katholicisme: Een Ongelooflijke Godsdienst, Halewijn 2023) “vrome ongelovigen” zou willen noemen. Willen wij die vrome ongelovigen voor het hoofd stoten? Willen wij hun de theologische duiding vervat in de eucharistieviering opdringen?
Voor gelovigen is het niet bevredigend als de ceremonie alleen maar mooi en pakkend was
Trouwens, is het geloof in de kerkelijke geloofswaarheden wel nodig om te kunnen genieten van de schoonheid van het kerkelijke huwelijksritueel? Is het niet genoeg dat die niet-gelovige kerkgangers gevoelig zijn voor dit wonder van het menselijk bestaan en daarin een verwijzing ontwaren naar een goddelijk mysterie, zonder dat besef vorm te geven in gelovige, doctrinaire bewoordingen? Er zijn denkers die met zulke “belonging without believing” vrede zouden nemen. Zoals de atheïstische filosoof die zich gelovig noemde zolang hij naar de Matthäuspassion luisterde maar niet ervoor en niet erna.
Voor gelovigen is het natuurlijk niet bevredigend dat die vrome ongelovigen het kerkgebouw achter zich laten met als enige commentaar dat de ceremonie mooi en zelfs pakkend was. Voor gelovigen dringen zich tijdens en na dergelijke rituelen vragen op die in hun geloofsgemeenschap niet onbeantwoord mogen blijven.
Een eerste voorbeeld. Het ritueel-kerkelijke gebeuren wil de deelnemers erop wijzen dat ze te weinig wonderen zien. Ze zien niet de wonderen die ze zouden moeten zien: bijvoorbeeld het wonder van mensen die te “vreemd” en te “anders” zijn om als mens erkend en bewonderd te kunnen worden (te oud, te jong, te gebrekkig enzovoort). Anderen menen te veel wonderen op te merken, zo veel dat ze geen voorrang kunnen geven aan het ene boven het andere wonder. Is een huisdier ook een wonder? De bewustwording van de wonderen in onze wereld vereist het onderscheid tussen grote en kleine wonderen. Christenen zijn antropocentrisch: voor hen is de mens het grootste wonder. Waarom denken ze dat? Is dat niet een vraag die zich opdringt?
Hoe een verantwoorde keuze maken uit de vele wonderen die zich van verschillende kanten aan ons voorstellen: de wonderen ontdekt door de wetenschap, door de kunst, door de religieuze ervaring? Gelovigen mogen zich niet verliezen in apologetische debatten met mensen die een andere (gebrekkige?) visie hebben op de wonderen van het menselijk bestaan. Maar zij mogen en moeten tijdens een huwelijksviering wel een gezamenlijke theologische duiding uitspreken en de echtelijke liefde in verband brengen met de liefde tussen Jezus en zijn volgelingen. Om maar één voorbeeld te noemen.
De volle betekenis van wonderen wordt slechts duidelijk vanuit een gelovige levensbeschouwing. Dat wordt vaak beklemtoond in de evangelies. Die wonderen nodigen ook uit tot een wijziging van de levensbeschouwing, tot een “bekering”. Ook dat wordt vaak beklemtoond in de evangelies. Dus geen wondere ervaringen zonder theologische bedenkingen. Daarmee moeten de “vrome ongelovigen” leren leven. De vrome gelovigen trouwens ook.
Foto door Josh Applegate via Unsplash