
Moet er iets veranderen aan de positie van de vrouw in de kerk? Ignis onderzoekt die vraag, met als tweede bijdrage die van Mia De Schamphelaere. “Zouden de crises in de kerk niet eerder aangepakt zijn als vrouwen volwaardig betrokken waren geweest?”
Bij het volgen van grote gebeurtenissen in de Kerk, zoals de wijding van diakens en priesters of de creatie van nieuwe kardinalen of zoals laatst het aanvatten van het conclaaf, ben ik altijd ontroerd wanneer de Litanie van alle Heiligen weerklinkt.
Er is dan een stoet van gewijde mannen, priesters, bisschoppen en kardinalen, die alle bijzonder inspirerende mensen uit de kerkelijke geschiedenis aanroepen, om hen op dat actuele moment in het leven van de Kerk bij te staan.
Hoe vreemd, de vrouwen die ons voorgingen worden erbij geroepen, maar de bijzondere vrouwen die nu onder ons zijn, staan aan de kant
Ik ben dan bijzonder opmerkzaam welke vrouwelijke heiligen er worden aanroepen.
Er zijn meestal enkele geloofsgetuigen van het allereerste begin bij. Naast de eerste getuige van de verrijzenis, Maria Magdalena, zijn er ook jonge vrouwen die hun leven gaven voor hun geloof in Christus, zoals Agnes, Agatha, Cecilia, Anastasia, Perpetua en Felicitas.Er zijn ook vrouwen bij die tijdens hun leven vanuit een diep en vurig geloof de Kerk konden overtuigen om terug te kiezen voor éénheid zoals Catharina van Sienna. Er zijn kerkhervormsters en kerkleraressen bij zoals Theresia van Avila en Theresia van Lisieux, of grote denksters zoals Edith Stein en zelfs Hildegard van Bingen.
Bij de grote kerkelijke vieringen wordt de mannelijke en vrouwelijke heilige wijsheid aanroepen om richting te geven aan de belangrijke beslissingen die voorliggen.
Hoe vreemd, de vrouwen die ons voorgingen worden erbij geroepen, maar de bijzondere vrouwen die nu onder ons zijn, staan aan de kant.
Wie weet welke bijzondere geloofsinzichten er daardoor gemist worden voor de Kerk van deze tijd?
Wie weet welke bijzondere geloofsinzichten er daardoor gemist worden voor de Kerk van deze tijd, bij een bisschoppensynode of bij een consistorie van kardinalen?
De Katholieke Kerk wil drager zijn van de Blijde Boodschap dat een liefhebbende God in Christus de mensheid heeft omarmd, en dat deze liefde van God inclusief en universeel is, iedereen, “Tutti, Tutti” moet bereikt worden.
Natuurlijk is de Kerk ook deels mensenwerk en proberen we met de inspiratie van de Heilige Geest de tekenen van de tijd te begrijpen en erop in te spelen om de boodschap van het Evangelie zo geloof-waardig mogelijk te brengen.
Maar bij dit verkondigingswerk hebben we alle inzichten, alle talenten nodig.
Als de hoogste kerkelijke vergaderingen enkel bestaan uit celibatair levende mannen, dan begrijpt men de wereld maar half, dan kan men de tekenen van de tijd maar vanuit één oog zien, en mist de Kerk het volledige perspectief.
Als de Kerk met haar boodschap, de mensheid wil omarmen dan moeten er vrouwen en mannen betrokken zijn en jongeren en ouderen, vaders en moeders en grootvaders en grootmoeders.
Als de Kerk met haar boodschap, de mensheid wil omarmen dan moeten er vrouwen en mannen betrokken zijn en jongeren en ouderen, vaders en moeders en grootvaders en grootmoeders. Het geloof beleven en doorgeven gebeurt immers in het leven van elke dag en van generatie op generatie.
Vaak wordt de vraag gesteld wat er dan anders zou worden in het kerkelijk beleid, moesten vrouwen tot op het hoogste niveau kunnen meespreken en mee beslissen?
Minstens zou het uitgangspunt voor de vele geloofs-en zinvragen van mensen van nu, vertrekken vanuit een vollediger mensbeeld, vanuit de ervaring dat menselijk leven in essentie relationeel is en dat de mensheid maar toekomst heeft en vruchtbaar is omdat er mannen en vrouwen zijn.
Maar we kunnen bij bovengenoemde vraag ook tegenvragen opwerpen.
Moesten mannen en vrouwen gelijkwaardig betrokken zijn geweest in de Kerk op alle niveaus, zou dan het toedekken van het seksueel misbruik- de grootste crisis sinds de reformatie- dan zo lang hebben kunnen duren?
Zou het leed van de misbruikte kinderen niet eerder opgemerkt geweest zijn, als zij ook door vrouwen zouden zijn begeleid?
Als in de internaten jonge kinderen en pubers in hun groei zouden begeleid geweest zijn niet enkel door mannen (broeders), maar ook door vrouwen (zusters), zou het leed van de misbruikte kinderen dan niet eerder opgemerkt geweest zijn en zouden de misbruikers dan niet vroeger ter verantwoording geroepen zijn?
Als er in het Vaticaans bestuursapparaat evenveel mannen als vrouwen zouden betrokken zijn, zou de disfunctionele vriendjescultuur, onder het mom van de al dan niet platonische herenliefde, al niet sneller doorprikt worden?
Moesten gelovige vaders en moeders mee hun stempel kunnen drukken op de kerkelijke visie over het gezinsleven en de seksuele moraal, zou de kerkelijke ethiek dan niet meer richtinggevend zijn en een reëel kompas bieden aan families in plaats van zoals nu als wereldvreemd en ondoenbaar over te komen?
Waarom wordt zo vaak de traditie ingeroepen om alles te laten “zoals het altijd geweest was”, terwijl bij de eerste christenen, vrouwen belangrijke functies hadden in de diaconie en vele priesters ook gezinshoofd waren? Zelfs de eerste paus was een getrouwd man.
Tenslotte nog dit, de menselijke geschiedenis staat niet stil, er zijn nu vrouwelijke presidenten, premiers, rectoren, bedrijfsleiders, wetenschappers, kartrekkers allerhande.
Op een bepaald moment zal een instituut dat koppig eenzijdig bestuurd blijft door mannen, totaal vervreemd zijn van de menselijke vooruitgang en daarbij alle morele credibiliteit verloren hebben.
En dat zou letterlijk zonde zijn, een zonde tegen de Heilige Geest en een getuigenis tegen het Evangelie.
Foto door Kelly Sikkema via Unsplash