De katholieke kerk staat voor een uitdaging die niet te onderschatten is: hoe doet zij recht aan de immense culturele diversiteit, nu het christendom in het westen stagneert maar in Afrika en Azië juist groeit?
In paus Franciscus’ apostolische exhortatie over de ‘nieuwe evangelisatie’, De vreugde van het Evangelie, staan enkele opmerkelijke uitspraken die nog te weinig aandacht kregen. Al in de inleiding van de brief lezen we dit:
Het is niet aangewezen dat de paus de plaatselijke bisschoppen vervangt in het onderscheiden van de problemen die zich op hun grondgebied aandienen. In die zin voel ik de noodzaak aan om verder werk te maken van een heilzame ‘decentralisatie’.
Wat verder schrikt Franciscus er niet voor terug te beklemtonen dat dit geldt “voor het geheel van de leer van de kerk, de morele leer inbegrepen”.
Paus Franciscus verwijst veel naar decreten van het Tweede Vaticaans Concilie. Maar hij is er zich ook van bewust dat we vijftig jaar verder staan. Niet tegenstaande de globalisatie van de hedendaagse wereld is er in de kerk, dank zij de niet-Europese christenheid waartoe ook de paus zelf behoort, een immense diversiteit ontstaan wat betreft cultureel erfgoed en aanvoelen. De ‘katholieke kerk van Rome’ wordt echter nog altijd overheerst door Europese denkpatronen en westerse tradities; terwijl de meerderheid van de katholieken niet meer in dat werelddeel woont.
Om het een beetje cru te zeggen: in die hedendaagse realiteit denkt en handelt het centraliserend gezag van Rome nog altijd sterk met een imperialistische culturele mentaliteit, zoals dit tijdens de kolonisatie het geval was. Wij, West-Europese katholieken, gedragen ons nog altijd alsof we het alleen voor het zeggen hebben. Bewust of onbewust, blijven we veel te hooghartig kijken naar andere culturen als minder waardevol dan onze westerse beschaving.
Toen ik in 1961 aankwam in het pas onafhankelijk geworden voormalig Belgisch Congo, waren er zo goed als geen inlandse priesters en religieuzen, laat staan inlandse bisschoppen. Toen ik vijftig jaar later het land verliet was er een lokale kerk met een gedreven volledig inlandse christenheid, clerus incluis.
Historische precedenten en hedendaagse tekenen zijn niet hoopvol
Dit is het geval in veel lokale Aziatische en Afrikaanse kerken die dankzij de West-Europese evangelisatie van de laatste eeuwen zijn ontstaan. Daar zijn er ook filosofen en theologen wier onderzoek niet meer bij voorbaat uitgaat van westerse denkpatronen. Zij denken over geloof en zeden vanuit hun eigen culturele achtergrond en problemen. Niet zelden tot grote ongerustheid in Rome.
kerken uit vroegere evangelisaties ontstaan, in India en Latijns-Amerika, zitten niet minder met dat emancipatieprobleem. Indische theologen die over geloofswaarheden nadenken in dialoog met de hindoecultuur en de lokale socioculturele situatie, werden in Rome op het matje geroepen. En welke last heeft men niet berokkend aan de theologen van de bevrijdingstheologie! Deze ontstond in Latijns-Amerika vanuit een geloof dat het evangelie trachtte te verwoorden in de plaatselijke situatie van sociale en dictatoriale verdrukking waarvan de basisgemeenschappen in de slums het meest te lijden hadden. Terwijl de dictatuur gesteund werd door een zelfbewuste burgerij die zich rechtgelovig trouw katholiek Romeins waande.
De kerk van de 21e eeuw staat voor een uitdaging die niet te onderschatten is. Ze is vergelijkbaar met, en misschien zelfs ernstiger dan wat er in de eerste eeuwen is gebeurd. Toen zijn er schisma’s ontstaan onder andere door de botsing tussen Semitisch-Syrisch en Grieks-Hellenistisch denken en cultureel erfgoed.
Kan men evolutie en creativiteit tegenhouden in een levende kerk?
Alles zal afhangen van de manier waarop het centraal gezag van Rome kan en leert omgaan met diversiteit. En dit is verre van evident. Historische precedenten zijn niet hoopvol. Roberto de Nobili SJ (1577-1656) was een jezuïet die in India de plaatselijke gewoonten en gebruiken erkende, zich kleedde en leefde als een Sanyassin of hindoeheilige. Net als zijn medebroeder, Matteo Ricci SJ (1552 – 1610) in China, was hij ervan overtuigd dat evangelisatie erkenning inhield van lokale gebruiken en gedachtengoed. Wat niet in goede aarde viel in Rome. De controverse werd ten slotte beslecht door een Romeinse veroordeling in 1704, herhaald in 1742. Niet tegenstaande een herroeping door paus Pius XII in 1939, is bijvoorbeeld de huidige Chinese kerk totaal westers in haar liturgisch ritueel. Een beloftevolle poging tot vereniging tussen Rome en de Ethiopisch-Koptische kerk in de 17e eeuw werd eveneens verijdeld omdat de door Rome aangestelde nuntius de Koptische kerk wou latiniseren.
Er zijn helaas ook hedendaagse zorgwekkende tekenen. Men denke aan de manier waarop vanuit Rome een nieuw kerkelijk liturgisch missaal wordt opgelegd. Het nieuw Engels missaal stoot wereldwijd op protest omdat het taalverschil in de Engelssprekende plaatselijke kerken wordt genegeerd. Angst voor diversiteit die aan controle zou kunnen ontsnappen. Maar kan men evolutie en creativiteit in denken en handelen tegenhouden in een levende kerk waarin bijvoorbeeld degene die voorgaat in de liturgie het formalisme bestrijdt en de taal spreekt van de vierende gemeenschap?
Hoe zal in de toekomst de nog zeer westerse curie omgaan met Afrikaanse en Aziatische kerken die in lokale talen en met inbreng van plaatselijke culturele elementen in het ritueel, eucharistie en andere sacramenten wensen te vieren? De Congolese kardinaal Malula (1917-1989) is daarin voorgegaan met zijn ‘Zaïrese ritus’. Dit had onder meer een geweldige creativiteit tot gevolg in het componeren van sterk geritmeerde liederen, het invoeren van dans en het produceren van liturgische kleding. Maar er werd zelfs aan de structuur van het misritueel geraakt… onder het zeer bezorgd en waakzaam oog van Rome!
Dit artikel verscheen eerder in Tertio, christelijke opinieweekblad, van 4 maart 2015.