De Bijbel in alledaagse en eigentijdse taal: kan dat, mag dat? Een kleine vergelijking zonder waardeoordeel.
Het Nederlands Bijbelgenootschap heeft in november 2014 een nieuwe vertaling uitgebracht: de Bijbel in Gewone Taal (afgekort BGT). Het boek staat al enige tijd hoog in de top tien van bestsellers. Men kan zich afvragen: is dat nodig na de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV) van 2004? Die is toch door vele deskundigen breed oecumenisch opgezet en nu liturgisch en catechetisch goed ingeburgerd? Tegen deze achtergrond volgen hier enige kanttekeningen.
Allereerst: de opdracht Gods woord te verkondigen aan ‘alle volken’ betreft niet alleen de etnische talen wereldwijd, maar ook de eigen talen van sociale groeperingen. Want de geleding van de maatschappij weerspiegelt zich in verschillende taalsoorten (jongeren en ouderen, hoger en lager opgeleiden, levensbeschouwelijk geoefenden en wie dat niet zijn). Naarmate een samenleving meer verbrokkeld is, winnen de sociale talen aan betekenis.
De Bijbel in Gewone Taal heeft een eigen publiek op het oog
De BGT is geen ‘verbeterde’ NBV. Ze is principieel anders van opzet en ook niet bedoeld voor de kerkdienst. Ze heeft een eigen publiek op het oog. Ze wil de Bijbel ontsluiten voor mensen die het Nederlands of Vlaams van de gemiddelde burger hanteren. Een bekwaam team exegeten en taalkundigen, waarvan een aantal ook aan de NBV hebben meegewerkt, heeft hiertoe een goed doordacht statuut ontworpen. Dit bevat richtlijnen voor een beperkte woordenschat, voor de opbouw van zinnen, voor de structuur van teksten door middel van kopjes en open balken (God spreekt immers ook in de witregels), voor de weergave van beeldspraak die vreemd is aan de hedendaagse cultuur, en ten slotte voor noodzakelijke informatie over zaken waarmee huidige lezers, in tegenstelling tot het oorspronkelijke gehoor, niet vertrouwd zijn.
Het is moeilijk in het kort te schetsen hoe de BGT en de NBV met het brede prisma van literaire genres in de Schrift omgaan. Voor de NBV stond behoud daarvan hoog in het vaandel, soms ten koste van de toegankelijkheid. De BGT wil die prijs niet betalen en komt daardoor tot oplossingen die het uiteenlopende karakter van Bijbelse literatuur simpeler weergeven. Voorbeelden van dit verschil eisen meer ruimte dan hier mogelijk is.
Belangrijk is uiteraard de weergave van Bijbelse begrippen waarmee lezers van onze tijd niet vertrouwd zijn. De NBV heeft al ernstig rekening gehouden met deze moeilijkheid en gekozen voor uitleg naast de eigenlijke tekst in inleidingen en voetnoten. De BGT bouwt de verklaring in de vertaling zelf in.
Eén voorbeeld: het begrip ‘rechtvaardiging’, eeuwenlang twistpunt tussen de reformatorische en de katholieke traditie. Een belangijke tekst daarbij is Romeinen 4:1–3. In de Nieuwe Bijbelvertaling staat daar:
Wat moeten wij nu zeggen over onze stamvader Abraham? Indien hij als een rechtvaardige zou zijn aangenomen op grond van zijn daden, dan had hij zich daarop kunnen laten voorstaan. Maar niet tegenover God, want wat zegt de Schrift? ‘Abraham vertrouwde op God, en dat werd hem als een daad van gerechtigheid toegerekend’.
De Bijbel in Gewone Taal zegt:
Laten wij eens kijken naar het voorbeeld van Abraham, de voorvader van de Joden. Hoe is het met hem gegaan? Abraham heeft vele goede dingen gedaan. Dat maakte indruk op mensen, maar voor God gaat het om iets anders. God heeft Abraham niet gered omdat hij zo goed leefde. Nee, in de heilige boeken staat: ‘Abraham geloofde in God, en daarom zag God hem als een goed mens’.
Naast dit voorbeeld kan men talloze andere stellen. Het lijkt mij echt fout wanneer een grondige vergelijking van de twee vertalingen tot een waardeoordeel zou leiden. Ze beogen een verschillend publiek: mensen die ervaring hebben met het lezen van cultureel bepaalde teksten, en mensen die dat missen; mensen die zich thuis voelen in de religieuze, Bijbelse voorstellingswereld, en mensen voor wie godsdienst en de Schrift geen wezenlijke rol spelen. Maar let wel, dit is geen opsomming van duidelijk onderscheiden groepen: er bestaan allerlei mengvormen van gehoor!
“De Schrift verdedigt God tegen wat wij allemaal van Hem denken”
Het is voor regelmatige Bijbellezers wel heel leerzaam om de twee vertalingen naast elkaar te gebruiken. Natuurlijk kan men vanuit de eigen beleving tot de slotsom komen: ik voel me meer thuis bij de ene of de andere. Het is ook duidelijk dat de liturgie voorkeur heeft voor een vertaling die vertrouwdheid met de Schriften veronderstelt. Maar in persoonlijke en gezamenlijke lezing kan de BGT, die niet uitgaat van enige ervaring met de Bijbel, goede dienst doen.
Vergelijking van vertalingen, en dus van verklaringen, verdiept ons inzicht in wat de Schrift zegt over God en wat Hij volgens haar zegt tot ons. Zij kan ons bovendien een grotere ontvankelijkheid voor de Bijbelse boodschap bijbrengen. Kardinaal Carlo Martini (+ 2012) merkte daarover ooit op dat die houding niet zo voor de hand ligt, “want de Schrift verdedigt God tegen wat wij allemaal van Hem denken en over Hem beweren”.
Wim Beuken SJ is emeritus hoogleraar Oude Testament van de Katholieke Universiteit Leuven. Daarvoor doceerde hij in Amsterdam en Nijmegen.