De kruisweg bidden is populair tijdens de 40-dagentijd. Waarom niet iets soortgelijks doen na Pasen? Jan Stuyt SJ schetst de contouren van een paasroute.
De kruisweg is een katholieke traditie uit de Middeleeuwen, waarin bij veertien momenten uit het lijdensverhaal van Jezus wordt stil gestaan. In alle katholieke kerken zijn de veertien afbeeldingen te vinden waarop telkens een scène staat uit de lotgevallen van Jezus op de laatste dag van zijn leven.
De kruisweg spreekt mensen aan. Ik denk dat dit te maken heeft met de vele ontmoetingen op de lijdensweg: met Simon die helpt, met Veronica die zorgt, met de vrouwen die huilen. Machteloosheid en betrokkenheid spelen allebei een rol.
Iedereen is wel eens een Simon geweest die hielp dragen, of een Petrus die de andere kant opkeek. Iedereen weet wat treuren om de pijn van een dierbare is en wat het betekent om iemand naar het graf te brengen. In de kruisweg kunnen we goed volgen waar het over gaat, én in de kruisweg mogen we weten dat God erbij is en niet veraf. Hij staat er zo dichtbij dat we zelfs belijden: die lijdende mens is God zelf.
Zo zou je ook een paasroute kunnen lopen. Die begint bij Maria Magdalena, die met haar balsem bij het graf komt. Europese kerken en musea hangen vol met afbeeldingen van Magdalena, haar weelderige haardos en haar kruik. Dat móet de eerste statie zijn.
Johannes staat op de tweede statie, die Petrus als eerste het lege graf in laat gaan. Je kunt nog even doorgaan: de verschijning aan de apostelen zonder Thomas en een week later mét Thomas, en nog later op de oever van het meer als de leerlingen weer aan het vissen zijn geslagen. Ik weet niet zeker of we aan veertien kleurrijke staties komen – de leerlingen van Emmaüs horen er nog bij en Hemelvaart – maar tien halen we makkelijk.
Twee mensen zouden in die fictieve Paasroute bijzondere aandacht verdienen. Ze hebben beiden deel aan de pijn van Goede Vrijdag en aan de vreugde van Pasen. De eerste is degene die in de traditie heet: ‘de goede moordenaar’. Hij kreeg later de naam Dismas. Dismas was één van de twee misdadigers die tegelijk met Jezus werden gekruisigd. Lukas vertelt dat hij vroeg: ‘Jezus, vergeet mij niet wanneer U in uw koninkrijk komt’. En Jezus antwoordt: ‘Ik beloof je, vandaag nog zul je bij mij zijn in het paradijs’.
Als Jezus zo is, dan begrijp je dat veel mensen op Goede Vrijdag rond drie uur bij Hem in de buurt willen zijn.
Opeens breekt midden in het lijdensverhaal om vijf voor drie op Goede Vrijdag een lichtstraal door de ellende heen: ‘Vandaag nog zul je bij Mij zijn in het paradijs’. Dat zegt Jezus niet tot Maria of tot de geliefde apostel. Hij zegt het tot een veroordeelde misdadiger die hij misschien die dag voor het eerst ontmoet heeft. Als Jezus zo is, dan begrijp je dat veel mensen op Goede Vrijdag rond drie uur bij Hem in de buurt willen zijn.
Een tweede persoon die je op beide routes tegenkomt is Maria Magdalena. Maria Magdalena was Jezus zo nabij dat ze bij de laatsten hoort die bij hem bleven op Calvarië. De volgende morgen was zij het die als eerste naar Jezus’ graf ging. Rubens plaatst haar in het midden onderaan bij de kruisafname in de kathedraal van Antwerpen: het dichtste bij ons, de toeschouwers. Menselijke liefde en goddelijke liefde zijn bij haar geen concurrent maar gaan samen. Beide soorten van liefde kan ze geven en kan ze ontvangen met een wijsheid die meer lijkt voor te komen bij vrouwen dan bij mannen.
Menselijke liefde en goddelijke liefde zijn bij haar geen concurrent maar gaan samen. Beide soorten van liefde kan ze geven en kan ze ontvangen.
Deze twee mensen die een bijrol spelen, zou ik beiden een eigen statie zou geven in de paasroute. De een: de goede moordenaar. De ander: Maria Magdalena, die de verrijzenis bekendmaakt aan de apostelen, en daarom wel de allereerste apostel genoemd wordt. Ze kunnen allebei niet verdacht worden van een vlekkeloze levenswandel. Ze staan allebei vooraan bij de verrijzenis.
Dat zegt iets over onze God in wie wij mogen geloven:
– een God die ons nabij is in lijden en sterven
– een God die jou niet je fouten nadraagt
– wel een God die je opdraagt om de vreugde van de verrijzenis en van de vergeving te delen met anderen.