Welke rechten hebben mensen die niet gevaccineerd zijn tegen COVID-19? Ward Biemans betrekt de katholieke sociale leer op deze kwestie.
Het Nederlandse kabinet heeft onlangs de coronapas ingevoerd voor toegang tot horecagelegenheden, in de kunst- en cultuursector en bij sportgelegenheden. Daarnaast werkte het kabinet aan wetgeving voor de invoering van een 2G-coronapas (2G: gevaccineerd of genezen) voor met name horecagelegenheden en grootschalige evenementen. Een negatieve testuitslag is dan niet meer voldoende om binnen te komen.
In diverse Europese landen worden inmiddels maatregelen ingevoerd waarbij niet-gevaccineerde werknemers voor de keuze worden gesteld zich regelmatig te laten testen ofwel zich alsnog te laten vaccineren. Zo buigt de Belgische Raad van State zich momenteel over een wetsvoorstel voor een verplichte vaccinatie voor zorgpersoneel. Dit roept de vraag op welke rechten er eigenlijk gelden voor mensen die niet gevaccineerd zijn.
De nadelen voor niet-gevaccineerden moeten in verhouding staan
Het meest basale principe van de katholieke sociale leer is het bevorderen van het algemeen goed. Dit is het geheel aan voorwaarden waaraan moet worden voldaan zodat ieder lid van de samenleving zichzelf volledig kan ontwikkelen. De overheid mag daarom maatregelen invoeren die de gezondheid van de leden van de samenleving ten goede komen. En je mag tevens van iedereen verwachten hieraan een positieve bijdrage te leveren.
Aan de andere kant, zo stelt kardinaal Eijk in het Handboek Katholieke Medische Ethiek, hebben mensen het recht om een bepaalde behandeling te weigeren, tenzij het algemeen goed rechtstreeks in gevaar komt. In het geval van de COVID-19 pandemie is het de taak van de overheid mensen aan te moedigen zich te laten vaccineren, maar ze mag daarbij geen dwang toepassen. De nadelen voor niet-gevaccineerden moeten in verhouding staan tot het te verwachten voordeel van maatregelen voor de samenleving als geheel.
Mensen hebben bovendien een recht op economisch initiatief. Hier ligt een spanningsveld in de huidige discussie over vaccinaties. In de Verenigde Staten bijvoorbeeld dreigen vele werknemers die niet disfunctioneren, ontslagen te worden omdat ze niet gevaccineerd zijn. Het gaat hier om onder andere politiemensen, ander overheidspersoneel en werknemers van grote bedrijven. Wanneer mensen rechtstreeks in aanraking komen met kwetsbare patiënten, zoals in de zorgsector, kan je inderdaad stellen dat er een ernstige reden is om zich te laten vaccineren. Maar voor veel anderen is dat niet of nauwelijks het geval. Dergelijke maatregelen lijken mij dan ook in strijd met het bevorderen van het algemeen goed.
In de huidige situatie in Nederland mogen kinderen onder de twaalf jaar niet gevaccineerd worden. De gedachte hierbij is dat zij nauwelijks ziek worden van een coronabesmetting. Er zijn momenteel echter wel veel besmettingen onder kinderen, die deze kunnen doorgeven aan volwassenen. Je zou de mogelijkheid om een prik te halen, kunnen openstellen voor kinderen onder de twaalf, zoals bijvoorbeeld in de Verenigde Staten al het geval is voor kinderen vanaf vijf jaar.
We moeten met elkaar de rechten van de meest kwetsbare mensen blijven beschermen
Het handhaven van de basale hygiënemaatregelen, het verhogen van de vaccinatiegraad, de boosterprik en het beschikbaar komen van een medicijn tegen COVID-19 zullen op kortere en langere termijn de uitweg vormen in deze pandemie. Zolang het duurt, is het noodzakelijk dat we ons beperken in het bezoeken van die gelegenheden waar de onderlinge afstand niet kan worden gegarandeerd. Tegelijkertijd zullen we met elkaar de rechten van de meest kwetsbare mensen en het werkende deel van de bevolking moeten blijven beschermen.