Hoe breng je het geloof nog geloofwaardig aan de man? Het antwoord zal voor marketeers vloeken in de kerk zijn.
Gelukkig gaat het in de katholieke kerk in Nederland de laatste tijd steeds vaker over God. Dat valt alleen maar te prijzen. Tegelijkertijd lanceert de Protestante Kerk in Nederland een campagne voor de kerk waarin het woord ‘God’ angstvallig gemeden wordt omdat zulks de mensen zou afschrikken. De Remonstranten vragen zich af wat hun peperdure reclamecampagne voor een godsdienst met een op mensenmaat gesneden God een jaar na dato netto heeft opgeleverd.
We moeten het juist wél over God hebben
Ik zeg dat niet met leedvermaak. Ik deel de zorg om de kerk en hun verlangen naar nieuwe leden. Het doet me pijn te zien hoe plat die campagnes zijn. Ik denk dat zij te veel vertrouwen op reclame en te weinig nadenken over Gods aanwezigheid in de wereld. Het is marketing en niet het brengen van het evangelie. Dat laatste is ook moeilijk, voor ons allemaal.
Het afgelopen jaar verschenen drie boeken over de toekomst van de katholieke kerk in Nederland waarin de marketing goddank niet voorop staat. De theoloog Erik Borgman publiceerde Waar blijft de kerk?, Ad van der Helm en Petra Stassen schreven God is verhuisd, en van René Grotenhuis, oud-directeur van Cordaid, verscheen Van Macht Ontdaan, De betekenis van christelijk geloof voor de wereld van vandaag.
Elke auteur wijst erop dat de kerk een zaak van God is, een sacrament, en dat we ruimte mogen maken voor de Heilige Geest. Het feit dat de katholieke kerk mondiaal is en in vele varianten voorkomt, is een troef – net als het besef dat we een onvolmaakt gezelschap zijn en dat hardop tegen elkaar durven zeggen. Het sacramentele aspect van de kerk, dat mensen elkaar tot zegen kunnen zijn, wordt volmondig erkend, en tevens dat dit bevestigd mag worden in organisatie en wijding.
Ik werd het meest geraakt door het pleidooi van René Grotenhuis. Hij neemt de Christushymne uit de Brief van Paulus aan de Filippenzen tot leidraad. De titel van zijn boek Van Macht Ontdaan is daaraan ontleend: Christus werd van alle macht ontdaan en hetzelfde kan nu worden gezegd over de kerk in de 21e eeuw.
Grotenhuis heeft ook tips voor de praktijk. Zo doet hij in het hoofdstuk over de fusie van parochies een suggestie die getuigt van realisme en van bewogenheid om het evangelie. Er zijn taken in de parochie die je kunt samenvatten onder de noemer: zorgen voor elkaar. Die zorg kan het best gegeven worden in de oude kernen van de nieuwe parochie. Die mensen kennen elkaar en de nodige kennis en hartelijkheid is voldoende aanwezig. Een ander soort taken betreft het naar buiten treden met nieuwe activiteiten voor jongeren, het meespreken in de plaatselijke politiek, het ondersteunen van de diaconie en het aanwezig zijn als kerk in de lokale pers. Je doet er goed aan die activiteiten waar de kerk het evangelie buiten de kerkmuren brengt te coördineren en aan te sturen op het niveau van de fusieparochie of zelfs van het bisdom.
Het brengen van het Koninkrijk is waar het Jezus om ging. De kerk is daarbij alleen maar een middel, feilbaar en onmisbaar tegelijk. Soms schijnt iets door van God, en daar gaat het toch om? Of mag je dat niet meer zeggen van de marketingmedewerker?
Hoog tijd dat die dan eens te horen krijgt wat Jezus gezegd heeft. Dat is niet 21e-eeuws, dat is niet op mensenmaat gesneden, en het is al helemaal niet wat de mensen graag horen. “Ga terug, Satan,” ”Jullie zijn bedacht op wat de mensen willen, en niet op wat God wil”, “Huichelaars: stelletje witgepleisterde graven.”
Voor een marketeer is dat natuurlijk vloeken in de kerk, maar als kerkleden kijken wij er niet meer van op. Welkom in onze kerk.