Drie weken dacht de Amazonesynode na over klimaat, milieu en kerk in het Amazonegebied. Journalist Antonio Spadaro SJ was erbij en deelt enkele reflecties.
De officiële titel van de bisschoppensynode in oktober was: ‘De Amazone: nieuwe wegen voor de kerk en voor integrale ecologie’. Voor velen staat het Amazonegebied gevoelsmatig en ook geografisch ver weg. Paus Franciscus maakte er een laboratorium voor vernieuwing van. De thema’s die aan bod kwamen, lagen politiek, theologisch en kerkelijk gevoelig. Het ging over de bescherming van het milieu, het openstellen van kerkelijke ambten voor vrouwen, maar ook over gehuwde priesters, aanpassing aan de inheemse cultuur en bescherming van de inheemse volken.
De synode voor het Amazonegebied werd vooral een diep pastorale synode, die – zoals het werd uitgedrukt – een Kerk schildert die als “bondgenoot” de mensen en volken die op reis zijn wil “begeleiden”.
Dat heeft verhinderd dat de vragen te abstract gesteld en behandeld werden
De kwesties die aan de orde kwamen, werden besproken door herders uit een bepaalde regio die, zo niet dezelfde antwoorden, dan toch dezelfde vragen hebben. Dat heeft verhinderd dat de vragen te abstract gesteld en behandeld werden. De aanwezigheid van leden uit andere geografische gebieden of uit de Romeinse Curie zorgde dat altijd zowel de lokale als de universele dimensie van de Kerk in de afweging werd betrokken. Duidelijk werd dat wat over dit deel van de wereldwijde kerkgemeenschap wordt gezegd een onmiddellijke en directe relatie heeft op het hele kerkelijke lichaam.
De Amazone-synode kwam duidelijk voort uit een intuïtie van paus Franciscus. Er lag geen specifiek doel aan ten grondslag, maar meer een ‘hete aardappel’-behoefte; iets wat aanvankelijk te heet leek om aan te pakken. De paus zag een bijzondere behoefte in een gebied dat zich in een ongebreidelde wedloop naar de dood bevindt. Radicale veranderingen en een nieuwe richting waren vereist om het te redden.
Het sleutelwoord van de synode – en dus ook van het slotdocument – was ‘bekering’. Bekering als basis voor deze nieuwe richting. Het slotdocument spreekt van bekering op vier verschillende niveaus: pastoraal, cultureel, ecologisch en synodaal. De weg van bekering tot het beleven van het evangelie heeft zich in deze onderling verbonden dimensies ontvouwd en vereist een bereidheid om “nieuwe wegen” te vinden en een nieuwe mentaliteit te laten groeien.
In deze synode is Rome een plaats geworden waar intens werd geluisterd naar de ervaringen van een katholieke gemeenschap die wordt beschouwd als perifeer en aan de grens liggend. De zendingsgedachte, die in Rome altijd sterk gevoeld is, is hier geïntegreerd in een benadering die de christelijke ervaring van de Amazone als belangrijk en profetisch voor de universele Kerk beschouwt. Na een lange periode van missionaire activiteit is het inderdaad noodzakelijk dat de plaatselijke Kerk de specifieke kenmerken van haar eigen gezicht ontdekt, en dit voor het welzijn van het hele lichaam van de universele Kerk.
Dit houdt in dat er geluisterd wordt naar de roep van de armen
De Kerk zocht naar profetische inspiratie door het zwaartepunt vanuit het Euro-Atlantische gebied te verplaatsen en rechtstreeks te wijzen naar een land van grote politieke, economische en ecologische tegenstellingen. In de Amazone ontmoet de Kerk een bevolking die niet samenvalt met een natiestaat, maar een groep volkeren die vervolgd en bedreigd worden door vele vormen van geweld. Volkeren met een enorme rijkdom aan talen, culturen, rituelen en voorouderlijke tradities.
De synode voor het Amazonegebied was ook geënt op de encycliek Laudato Sí. De synode gaf de oproep van die tekst een zichtbare realiteit, verwijzend naar deze regio en de volkeren die er wonen. De relatie tussen het christendom en de mondiale werkelijkheid werd verhelderd in een gezond realisme, dat niet blijft hangen in een ideologie. Een realisme dat leidt tot een concrete verbintenis met wereldwijde waarden, de vrucht van de evangelische impuls die een “ecologische bekering” vereist. Ook de theologische thema’s en discussies in de synodezaal zijn altijd nauw verbonden geweest met het concrete leven van de volkeren, met geopolitieke spanningen, met de zorg voor de aarde, ons “gemeenschappelijke huis”.
Ecologische kwesties worden in het slotdocument beleefd en besproken in het perspectief van het geloof, als onderdeel van de sociale leer van de Kerk en in hun intieme verbondenheid met het verlangen naar gerechtigheid. Dit houdt in dat er geluisterd wordt naar de roep van de armen en dat de mensenrechten worden bevorderd.
Wanneer er werd gesproken over “ecologische zonde”, werd dit begrepen als “een handelen of juist niet-handelen tegen God, de naaste, de gemeenschap en het milieu”. Het is ook een zonde tegen de toekomstige generaties, die zich uit in vervuiling en vernietiging van de harmonie van het milieu, in schending van de onderlinge solidariteit tussen mensen en verwaarlozing van de deugd van de gerechtigheid”.
Alleen een zo geïncultureerde missionaire kerk zal leiden tot de opbloei van inheemse kerken
Zo kunnen we begrijpen waarom het slotdocument oproept tot de inrichting van speciale voorzieningen voor de zorg voor het “gemeenschappelijk huis” en de bevordering van de integrale ecologie op parochieniveau en daarboven. Hun functie zou moeten zijn zorg te dragen voor het land en het water, in harmonie en nauwe samenwerking met de inheemse gemeenschappen. In de steden moeten er diensten worden ingericht voor de ontvangst van degenen die – al dan niet gedwongen – van hun grondgebied naar de steden zijn verhuisd.
Inderdaad, de kerk wil een “bondgenoot” van de volkeren zijn.
In die zin was een ander duidelijk element het verlangen van de Kerk naar een “culturele bekering”. Deze zou een authentiek katholiek antwoord moeten geven op het dringende verzoek uit de regio om de verkondiging van het evangelie en de liturgie volledig onder te dompelen in de specifieke lokale cultuur, waarbij de oorspronkelijke riten en symbolen, tradities en “visie op de kosmos” tot hun recht kunnen komen. Dit zou op zo’n manier moeten gebeuren, dat het evangelie die oorspronkelijke culturen waarop het geënt is, zuivert en verfijnt. Alleen een zo geïncultureerde missionaire kerk zal leiden tot de opbloei van inheemse kerken met een Amazone gezicht en hart, die geworteld zijn in het hart van het Amazonegebied.
Vertaling en bewerking Jan Peters SJ. Het volledige artikel kunt u hier lezen op de website van La Civiltà Cattolica.
Foto: © Mazur/catholicnews.org.uk