Zijn archieven saai en stoffig? Allerminst! Speurend door de archieven van de jezuïeten, raakt Jan Stuyt helden kwijt én ontdekt hij nieuwe helden…
“De grootste primeurs liggen in het archief”, zei de Amerikaanse topjournalist I. F. Stone ooit. Sinds ik als secretaris van de jezuïeten ook de archieven mag beheren, weet ik dat dat waar is. Archieven zijn nooit saai, ze zitten boordevol verhalen.
Struinend door het archief kom je prachtige mensen tegen, maar ook onaangename zaken. Bij het onderzoek naar het seksueel misbruik door leden van de orde zijn nogal wat medebroeders voor mij van een voetstuk gevallen – ook enkelen die ik goed gekend heb en respecteerde. Dat is pijnlijk en maakt me stil. Hoe kon het gebeuren, waarom heb ik het toen niet gezien, en wie moet ik bedanken dat ik zelf niet ook gevallen ben…
Archieven zitten boordevol verhalen
Ik ontmoet in de archieven ook geweldige mensen: kerels van kaliber die heel wat meer te verstouwen kregen dan velen van ons. Ik voel me klein in vergelijking met hen en vraag me af hoe ik het gedaan zou hebben als ik in hun schoenen had gestaan. Het kennis nemen van de verhalen over reuzen nodigt me uit om mijn eigen roeping serieus te nemen: de nabijheid van een echt groot mens drukt jou immers niet naar beneden, maar je voelt je juist opgetild.
Onlangs reikte de archivaris van de Waalse jezuïeten mij een boekje aan dat net is uitgegeven. Het bevat artikelen die in 1945 en 1946 zijn geschreven door jezuïeten die in het concentratiekamp Dachau hebben gezeten. Eén van hen is pater Leo De Coninck uit Antwerpen (foto). Hij was de door Rome benoemde (!) overste van de zestig jezuïeten in het kamp. In Dachau verbleven meer dan tweeduizend priesters, broeders en seminaristen, vooral afkomstig uit Polen en Duitsland, en verder uit heel bezet Europa. Wat een moed, wat een oprechte vroomheid, wat een creativiteit en wat een waardigheid tegenover het heidense en mensonterende geweld om hen heen.
Voor Cardoner, het tijdschrift voor ignatiaanse spiritualiteit, verdiepte ik mij in de geschiedenis van pater Walter Ciszek: een Amerikaanse jezuïet van Poolse afkomst die in de koude oorlog 24 jaar gevangenschap in Moskou en dwangarbeid in Siberië overleefde. Met geloof en zelfdiscipline heeft hij het gered. Terwijl hij overeind bleef in Siberië dachten zijn familie en de orde dat hij allang gestorven was. Na zijn vrijlating in 1963 keerde hij terug naar de Verenigde Staten.
“Wij zijn een generatie van dwergen die zitten op de schouders van reuzen”. Deze wijsheid was al bekend aan Bernardus van Chartres in de 12e eeuw. Isaac Newton gebuikte hem, en werd in 2003 nog aangehaald in de titel een boek van astronoom en theoretisch fysicus Stephen Hawking.
In de kathedraal van Chartres beeldde een glazenier het af: de evangelisten zitten er op de schouders van profeten uit het Oude Testament (foto).
De reuzen die ik tegen kom in het archief, en die ons laten zitten op hun schouders, zij inspireren me. Een Ander laat het licht door de glasramen vallen. De archivaris hoeft daarna de reuzen alleen maar aan te wijzen.
Jacques Sommet SJ, La condition inhumaine. Le Camp de Dachau, Lessius, Namen, 2016. Meer informatie: website Franse jezuïeten.
Walter Ciszek SJ, With God in America. The Spiritual Legacy of an Unlikely Jesuit, Loyola Press, Chicago, 2016. Meer informatie: website uitgever.