Ruziënd rolden enkele kardinalen de afgelopen tijd over straat. Ze verschillen van mening over hoe het moet met de gezinssynode. Is dat nou zo erg?
Voor wie het gemist heeft: de gezinssynode van 5 tot en met 19 oktober gaat onder andere over een aantal moeilijke kwesties, zoals samenwonen, anticonceptie, scheiden, homoseksualiteit. In februari van dit jaar al heeft kardinaal Kasper bij z’n medekardinalen gepleit voor heroverweging van het toelaten van hertrouwd gescheiden katholieken tot de communie. En recenter schreef de Antwerpse bisschop Bonny een lange brief waarin hij stelt dat de leer z’n relevantie verliest, en dus aangepast moet worden.
Lang niet iedereen is blij met die voorstellen. Sommige kardinalen reageerden geïrriteerd op de pleidooien van Kasper en Bonny, en schreven een boek over het ‘blijven in de waarheid’. Volgens hen is de weg vooruit zeker niet bijstelling van de leer, maar de typisch katholieke pastorale soepelheid, en verder vooral goede uitleg van de leer door herders en gelovige bekering door de kudde.
Moeten wij vrezen dat dialoog en diversiteit de katholieke eenheid bedreigen?
Het valt me op hoe fel en geïrriteerd er gereageerd wordt op Bonny en Kasper, door kardinalen en door anderen. Dialoog en diversiteit lijken voor paniek te zorgen. Alsof het erg is dat er andere, nieuwe gedachten geopperd worden!
Wellicht is men bang voor de groepsdynamiek van een groep getalenteerde en dominante mannen? De psychologie spreekt over ‘alpha males’, en waarschuwt dat die nogal heftig op elkaar reageren. Dan is het inderdaad misschien maar beter dat de ruziënde jongens tot de orde geroepen worden door een macht boven hen – de leer, de paus, God.
Of ernstiger: wellicht vreest men voor de katholieke eenheid. Staat dat niet in het Credo, de ene heilige kerk? Dat is immers wat ons onderscheidt van veel andere kerken, die voortdurend aanleiding zien tot splitsing. In dat perspectief zijn diversiteit en dialoog bedreigend, want die verstoren die eenheid. Dus past een felle en geïrriteerde reactie: er is gevaar.
Maar je kunt dialoog en diversiteit ook positief zien, want het kan veel geven. Het Tweede Vaticaans Concilie laat dat goed zien. Vanaf de eerste zittingsdag werd er flink gediscussieerd, bekritiseerd en geruzied, en juist dat heeft tot ingrijpende verbeteringen geleid.
Zo’n ingrijpende wijziging – en verbetering – is bijvoorbeeld dat er gesproken wordt over alle gelovigen voordat er gesproken wordt over de hiërarchie. In de eerste versie van de tekst kwam het hoofdstuk over de hiërarchie meteen na het eerste, inleidende hoofdstuk. Daar werd over gediscussieerd. Inmiddels schrijft de tekst eerst over de verzameling gelovigen, die samen Gods volk onderweg zijn, en pas dan over de hiërarchie. Je kunt dus heel concreet laten zien hoe belangrijk de dialoog en de diversiteit geweest zijn.
Wie zoekt naar de waarheid kan veel leren van wat er rijk en waardevol is in de gedachten van de ander. Daarom wens ik de kardinalen veel diversiteit en dialoog. En dat wens ik ook de niet-kardinalen onder ons.