Arts-fotograaf Rafael Díaz klaagt met Het doopsel geraffineerd sociale uitsluiting aan. Maar je zou er ook kritiek op de kerk in kunnen zien.
Tegen een pikzwarte achtergrond steekt haarscherp een anonieme arm af. Uit een Sint-Jakobsschelpje (een traditioneel kleinood voor een christelijke doop) druppelt kaarsrecht helder water op een gekruld briefje van honderd dollar, dat mooi weerspiegelt in het zwart. Deze foto is een poëtisch kunstwerk van de Salvadoraanse dokter Rafael Díaz, momenteel werkzaam in Madrid.
Als afstammeling van één van de meest welgestelde families van zijn land, was hij van jongs af diep geraakt door de onherroepelijke kloof tussen rijk en arm. Als dokter engageert hij zich in verschillende ngo’s en als fotograaf kaart hij sociale wantoestanden aan. Beide facetten beïnvloeden elkaar en brengt hij tot eenheid.
De kerk heeft hij de rug toegekeerd, al put hij gretig uit haar rijke schat van metaforen en symbolen die, zo zegt hij, onze huidige samenleving hebben gevormd. Zijn oeuvre leunt aan bij de beste chiaroscuro (en, daarmee intiem verweven, de diepe spiritualiteit) van Caravaggio, de La Tour en Rembrandt. Duidelijk afgelijnde beelden, zuivere emoties en verrassend mooie lichamen weet hij als geen ander vast te leggen tegen een modieuze, hongerige achtergrond van absorberend en toch respectvol zwart.
Enkele grote foto’s groepeert hij tot gotisch aandoende retabels met een duidelijk religieus tintje. Zijn polyptieken Anonymous (2013 en 2015) bijvoorbeeld zijn gebaseerd op de hippocratische eed, het medisch biechtgeheim dat patiënten respecteert. In onze eeuw zonder privacy, waarin ieder alles van een ander weet, toont hij profielen van mensen van allerlei aard. Hun gezichten blijven in het duister. Toch steken hun verschillen scherp af zonder ook maar iets prijs te geven van hun persoonlijkheid en gemoedstoestand: anonieme niet-portretten die toch diep en stevig mens zijn.
Duidelijk afgelijnde beelden, zuivere emoties en verrassend mooie lichamen weet hij als geen ander vast te leggen.
Een van de vaste kenmerken van deze dokter-fotograaf is een zalvende, ja bijna zegenende houding tegenover kwetsbaarheid. Mensen zijn broos en waardig in zijn werk. Een indrukwekkende ode aan de mensheid en aan wie ons mens maakt.
De afbeelding die ik hier bespreek, uit de serie Revelations (2012), heet Het doopsel. Opnieuw klaagt Díaz sociale uitsluiting aan. Hij doet dat geraffineerd en eerbiedig. Goede kunst provoceert zonder laster of blaam. Authentieke kunst daagt uit en is suggestief op een fijnzinnige, geruisloze manier, wars van groteske wansmakelijkheid. Inderdaad, onze wereld doopt, zegent, verafgoodt het geld. Wie geld heeft (en een grote mond) schopt het zelfs tot president. In al haar eenvoudige pracht en onwennig evenwicht belichaamt de foto een scherpe sociale kritiek.
Wie geld heeft (en een grote mond) schopt het zelfs tot president.
Toch zou je er ook een kritiek op de kerk in kunnen lezen. Hier dacht ik aan bij het herlezen van een reeds ouder artikel (1974) van Catalaans jezuïet Víctor Codina, nu meer dan vijfendertig jaar missionaris in Bolivië: Is het rechtmatig om rijken te dopen? Zijn aanklacht bestaat erin dat de christelijke doop niet meer de overgang van dood naar leven betekent, maar, integendeel, in vele gevallen diepgeworteld onrecht zegent en in stand houdt. Zonder een diepgaande bekering en strijd tegen de structurele machten van sociale uitsluiting verwatert de doop tot een folkloristisch niemendalletje.
Codina pleit terecht om het exorcisme (een vast element van het doopsel) zijn diepe, christelijke betekenis terug te geven, ontdaan van mythische oubolligheid: van moedige strijd voor een rechtvaardige wereld. Dit hoef je natuurlijk allemaal niet in de foto van Díaz te lezen, maar zo ver van zijn bedoeling (intentio auctoris) is het toch ook weer niet.