De kerntaak van een theoloog is nadenken over het geloof. Alleen mag hij over zoveel dingen eigenlijk niet hardop nadenken, merkt theoloog Jos Moons. Die zijn namelijk taboe.
De afgelopen tijd zijn er allerlei taboes aan het licht gekomen. Zo lapte corona het taboe op onze sterfelijkheid aan haar laars. En het taboe op de waarheid dat een mens maar bar weinig in de hand heeft. Black Lives Matter morrelde aan het taboe op de zwarte bladzijden van onze geschiedenis, met een kleine geste van het Belgische vorstenhuis tot gevolg. En hoe zit het met het taboe op het racisme hier en nu? En op de moderne vorm van slavernij die de uitknijperij van bijvoorbeeld gastarbeiders is?
Als gelovigen zeggen we dat de waarheid ons vrij maakt. Dus kom op, mensen, laat ons niet dralen en eerlijk de feiten onder ogen zien. Maar voor we op de zeepkist klimmen, zouden we eerst nog eens in de spiegel moeten kijken. Want ook in de kerk tieren taboes welig.
De theoloog die dat wel doet riskeert z’n lesaanstelling.
Neem de priesterwijding van de vrouw. De onmogelijkheid daarvan is volgens het leergezag zo helder, dat het geen nadenken meer behoeft. In feite is het helemaal niet zo helder, maar daarover nadenken mag niet. De theoloog die dat wel doet riskeert z’n lesaanstelling. Dat klinkt als … een taboe.
Maar de meeste taboes zijn officieus. Er is een taboe op de rol van Johannes Paulus II in het wegkijken van de misbruikschandalen bij de Legionairs van Christus. Paste het daarom wel om hem zo snel heilig te verklaren? Ook die vraag is taboe. Hetzelfde geldt voor kritiek op de beperkte aandacht voor de rol van het geweten in het kerkelijke morele spreken.
Trouwens, er zijn zowel conservatieve als liberale taboes. Het liberale taboe bij uitstek is natuurlijk dat traditionele zaken van waarde zijn. Wee wie oppert dat het kerkelijk moreel spreken over seksualiteit zinvolle voorstellen doet. Of dat het goed is elke zondag naar de kerk te gaan. En anekdotischer: ik werd ooit verontwaardigd aangesproken dat ik na de consecratie geknield had; ik had moeten buigen.
De liberale gelovigen noemen zich graag ruimdenkend; een trieste ironie …
Voor een theoloog zijn al die taboes een echte moeilijkheid. Hoe kun je nadenken over geloof – de kerntaak van de theoloog – met overal verkeersborden ‘verboden in te rijden’? Fides et ratio, zo schreef Johannes Paulus II. Nadenken is geen gevaar voor het geloof. En toch durven we het niet. We. Want de meeste taboes zijn niet niet afgekondigd of opgelegd, maar een cultuur die mensen met elkaar in stand houden. Niet alleen conservatieve gelovigen maar ook liberalen. Die laatsten noemen zich graag ruimdenkend; een trieste ironie …
De waarheid zal ons vrijmaken. Zal, zegt de tekst. Het is nog toekomstmuziek.