
‘Wat is de kerk jou waard?’ vraagt de actie Kerkbalans ons ieder jaar weer. Niet veel meer dan een kopje koffie met gebak, ontdekte Jos Moons tot zijn eigen schaamte.
Onlangs deed ik een dagje Egmond. Bijtijds tufte ik Amsterdam uit, op weg naar de zondagse eucharistieviering bij de Benedictijnen in Egmond-Binnen. Er was zon beloofd. Het plan was dan ook om na de mis te gaan wandelen. Op en neer naar Egmond aan Zee, waar er vast ergens koffie met appeltaart op mij zou staan te wachten. Een heerlijke dag lag voor me.
Bij aankomst in de kloosterkerk orgelde broeder Adri – met wie ik nog gestudeerd heb – er verwelkomend op los. De monniken vierden liturgie zoals monniken dat kunnen. De zon deed mee, en gaf de eenvoudig-waardige kerk mooi in het licht. Inspiratie alom! En toch zette die dag vooral de collecte me aan het denken.
De schokkende realiteit is dat er niet genoeg bereidheid is om bij te dragen aan de kosten van de kerk
Tijdens het gebruikelijke gerinkel had ik 2 euro uit mijn portemonnee gevist. Maar omdat ik achterin zat duurde het even voor men bij mij kwam. Tijd om na te denken, en inderdaad, dat deed ik. Ineens, waarom weet ik niet, viel het me in dat ik erg zuinig was. Het mooie kerkgebouw, de stemmige liturgie, de goede woorden – en dan een magere 2 euro in de mand. Straks zou ik zonder aarzelen aan het strand ‘koffie plus’ gaan drinken, en het zou dan weinig wat dat precies moest kosten, want het was deel van mijn dagje uit. Hier echter mocht het maar 2 euro kosten. Mijn zuunigheid viel me tegen.
Het gebeurde allemaal heel snel. In een flits herinnerde ik me de gesprekken met penningmeesters toen ik parochiepriester was. Ze vonden het onvoorstelbaar dat er mensen waren die jaarlijks 10 euro gaven. Maar ja, de jonge ouders bij de communievoorbereiding dachten vaak dat het bisdom de parochies betaalde – alsof er in de tuin van de bisschop een boom met gouden appelen stond. Ook dacht ik aan wat ik inmiddels de ‘financiële tijdbom’ noem: parochies leven meer van de opbrengsten van vermogen dan van Kerkbalans en collectes. De schokkende realiteit is dus dat onder de huidige generaties niet genoeg bewustzijn is van de kosten van de kerk, of bereidheid om bij te dragen aan die kosten. Omdat de ouderen het meeste bijdragen, en zij met verloop van tijd afvallen, is het woord financiële tijdbom maar nauwelijks overdreven.
Kortom, het werd me helder dat er van mij meer verwacht mocht worden. En zo is het dan ook gegaan. Blij en gul heb ik bijgedragen. En daarna uiteraard ook genoten van zon, zee, strand – en koffie met appeltaart.