Tussen alle vergaderingen over parochiefusies en kerksluitingen wordt Jan Stuyt bij de les gehouden door Karl Rahner. “Als de kerk in de toekomst beter bestuurd wordt, een mooiere liturgie kent en een meer diepzinnige theologie, maar niet méér geloof, hoop en liefde, dan is het allemaal voor niets.”
Terwijl de katholieke kerkelijke structuren in Europa en in Noord-Amerika op instorten staan, proberen kerkmensen te redden wat er te redden is. Hoe slecht de situatie is dringt bij velen niet door.
Het is lastig de wandelroute uit te stippelen als ieder vanaf zijn eigen heuvel naar het landschap kijkt
Plaatselijk is er grote inzet, edelmoedigheid en vastberadenheid voor het behoud van een kerkgebouw hier, een kerkkoor daar en bijzondere vieringen. Dat de gemiddelde leeftijd ver boven de zeventig is en dat jonge mensen soms niet eens welkom zijn in de routine van de al jaren bestaande werkgroepen realiseren die harde werkers zich niet.
Ondertussen proberen bestuurders, waar ik mezelf toe reken, door fusies en samenwerking een basis te leggen voor de kerk van de komende tien, twintig jaar. Het is hard werken: iedereen spant zich in voor een goede zaak, de toekomst van de kerk, maar die inspanning is helaas wel eens beperkt tot één goede zaak, alleen een plaatselijke kerk. Het is lastig de wandelroute uit te stippelen als ieder vanaf zijn eigen heuvel naar het landschap kijkt. Door alle vergaderen, regelen en discussienota’s, verlies je makkelijk het zicht op datgene waar het eigenlijk om gaat, iets dat het provinciale landschap overstijgt. Het is een verademing als iemand je daaraan herinnert – in mijn geval gebeurde dat door een boekje van Karl Rahner.
Soms is het een kerkganger die mij rijk maakt met haar geloof, soms een theologisch geleerde als Rahner
Het Tweede Vaticaans Concilie ligt alweer zo’n 55 jaar achter ons. Progressieven beroepen zich op ‘de geest van het concilie’ zonder er van verdacht te kunnen worden de laatste dertig jaar ook maar één van de teksten te hebben geraadpleegd. Behoudende krachten in de kerk – die de teksten veel beter blijken te kennen – weten de zaken zo uit te leggen dat ze zelfverzekerd achterwaarts de toekomst in marcheren.
Gelukkig zijn er af en toe mensen die me bij de les houden: soms is het een kerkganger die mij rijk maakt met haar geloof, soms is het een theologisch geleerde als Rahner. Ik ben blij met zijn toespraak uit 1965: Das Konzil – ein neuer Beginn: Zum Ende des Zweiten Vatikanischen Konzils, opnieuw uitgegeven in 2012. Hier volgen enkele citaten:
Als de tonnen erts die nodig zijn opdat in onze harten een klein beetje geloof, hoop en liefde ontstaat
“Wat we ook doen aan sacramenten, aan verkondiging, organiseren en reorganiseren – het is een dienst, een hulp voor iets anders. Het gaat uiteindelijk om geloof, hoop en liefde in de harten van de mensen. Het is als het winnen van het element radium. Je moet een ton uraniumerts verwerken om 0,14 gram radium te vinden. Al het kerkelijk gedoe van besturen, overleggen, theologiseren, les geven, en het apparaat dat daarbij hoort, dat is als de tonnen erts die nodig zijn opdat in onze harten een klein beetje geloof, hoop en liefde ontstaat. Dat is het enige waar het om gaat. Onze plannen en inzet zijn zinloos en zelfs pervers, als ze daar niet voor werken en dus alleen maar zichzelf zoeken. Dan wordt het een verfoeilijk theater en afgoderij van de mens of van de kerk.”
“Als de bisschop werkelijk dienstbaar wordt in zijn bestuur, bescheidener dan tot nu toe, als de priester zuiverder het Woord van God en de sacramenten doorgeeft – of hij nu succes heeft of niet –, als de leek minder zeurt en zich meer inzet, als ieder zijn kruis geduldiger draagt in navolging van Christus, als ieder eerlijk erkent dat hij zondig is en toch vertrouwt op Gods genade, dan heeft het allemaal zin. Als de kerk in de toekomst beter bestuurd wordt, een mooiere liturgie kent en een meer diepzinnige theologie, maar niet méér geloof, hoop en liefde, dan is het allemaal voor niets.”