Het kerstfeest valt midden in ons grillige bestaan. Elk mensenleven is immers een gevecht om tot leven te komen, een liefdevol leven, in vrede en vol van geluk. We spannen ons tot het uiterste in om kwade krachten te weerstaan en niet toe te geven aan de neiging om het leven maar te laten wat het is.
De werkelijkheid gebiedt ons onder ogen te zien dat er verwoesting gebeurt, martelen nog steeds aan de orde van de dag is en dat er tallozen op drift zijn op zoek naar overlevingskansen. Soms wordt het ons te veel en scheppen we als tegenkracht die vredige wereld van goede wensen, engelen die door het luchtruim zweven en kerstcommercials die zinspelen op een saamhorige familiekring.
Al het klatergoud dat wij uit de kast halen om het kerstfeest te kunnen vieren, is zoveel als een protest tegen verachting van mensenlevens en een schier machteloos pleidooi voor het goede leven dat toch mogelijk zal blijven. Er zijn nog altijd goede mensen, er is solidariteit waarmee we elkaar tegemoetkomen. We beuren elkaar op, steken een hart onder de riem en bemoedigen elkaar om in het leven te blijven geloven, om moed om het leven te blijven scheppen en geluk mogelijk te maken.
Er is een stuwkracht in ons mensenwerk die ons in staat stelt om leven te vinden waar we de dood in de ogen moesten kijken
Onze zorgen dagen ons ook uit om er niet aan toe te geven. We houden elkaar vast, zoveel als we kunnen en we zeggen tegen elkaar: hou vol. Vertrouw erop dat we sterker zijn dan de verwoesting, de onderdrukking, de valsheid. En zo gaat het al zolang, ja eeuwen. Er is een stuwkracht in ons mensenwerk die ons in staat stelt om leven te vinden waar we de dood in de ogen moesten kijken. Zou dat dan niet de gestalte zijn van de goddelijke kracht waar we op hopen? Het kerstfeest heeft een religieuze dimensie – zozeer als die ook onderschat wordt door politici en mensen die beter menen te weten. Het kerstfeest toont een grotere werkelijkheid.
Tegen de stroom in wordt het verhaal verteld van een geboorte. Dat alleen al toont die stuwkracht: er worden mensen geboren ook al is er weinig garantie op een goed leven. Onder de puinhopen van Gaza wordt een pasgeboren kind tevoorschijn gehaald door reddingswerkers. Het kind heeft geen ouders, maar er staan mensen omheen die het tot leven willen brengen. We leggen ons niet neer bij de dood. Dat wordt het goede nieuws: er is meer leven dan wij soms nog durven hopen. Er is een levensdimensie die onze angsten en beperkingen overwinnen kan – als we het durven geloven.
De hemel gaat open
God wordt mens. We worden goddelijke stuwkracht gewaar in ons leven en vol verwondering ervaren we dat we overeind gehouden worden te midden van zoveel dat ertegen pleit. Het overkomt ons. We delen de beste wensen vanuit die ervaring dat het goddelijk geheim zich in ons voltrekt. We gebruiken woorden als ‘zalig’, intens gelukkig, vredevol. Nee, de tiran vlucht, het zwaard wordt ploegijzer. Dat blijft ons verhaal, onze getuigenis. De hemel gaat open.
Foto door Marcus Dall Col via Unsplash