Hoe vier je kerst in Australië, met om je heen bosbranden? In sterke beeldtaal schetst Andrew Hamilton SJ een andere dimensie van Jezus’ geboorte.
Het contrast tussen de Europese beelden rond het kerstfeest en de Australische realiteit, heeft alle immigranten uit Europa vanaf hun aankomst hier in verwarring gebracht. In de warme zomermaanden kerstliederen zingen over koude sterrennachten en over een arrenslee in de sneeuw… Het bereiden van een Engels kerstdiner met zijn warme kalkoen, geroosterde aardappelen en gestoomde pudding bij 40 graden hitte, voorafgegaan door het verschijnen van een zweet- doordrenkte kerstman, stelt het uithoudingsvermogen van de koks en de sfeer in de gezinnen behoorlijk op de proef.
De bosbranden die dit jaar met Kerstmis oplaaiden herinneren ons aan een van de mooiste Engelse kerstgedichten
Dit jaar toonde het contrast tussen het oorspronkelijke verhaal van Kerstmis en de Australische realiteit een nog diepere kloof. Bosbranden hebben levens gekost van mens en dier, eigendommen verwoest en rook en as over de steden verspreid. Zelfs vakantiegangers, die de stad verruilden voor de kust en het platteland, bestudeerden zorgvuldig de weersverwachtingen en luisterden bezorgd naar het brandalarm.
Als het thema van het originele Kerstfeest spreekt over hoop en vreugde, dan contrasteert dit wel heel sterk met de emoties rond de bosbranden dit jaar: angst voor de toekomst van Australië, en zelfs van de wereld, dringt zich op. Zijn de hoge temperaturen, de droogte en de verwoestende branden van deze Kerstmis een voorteken van een door de mens gecreëerde wereld van genadeloze zonneschijn en verwoestende branden?
Toch is deze combinatie van Kerstmis met angst en verlies niet vreemd; ze maakt zelfs deel uit van het kerstverhaal. De bosbranden die dit jaar met Kerstmis oplaaiden herinneren ons aan een van de mooiste Engelse kerstgedichten, ‘The Burning Babe’ – de brandende zuigeling.
Een brandende zuigeling wordt verschroeid door de vlammen en huilt ongecontroleerd
De jezuïet Robert Southwell schreef dit gedicht op een moment dat zijn eigen, persoonlijke levenshorizon werd begrensd door het gevaar van marteling en executie – hij werd in 1595 in London gemarteld, opgehangen, gebrandmerkt en gevierendeeld. Zijn gedicht gaat niet alleen over de geboorte van Jezus, maar ook over diens afwijzing, marteling en dood.
Gezien de omstandigheden waarin het gedicht tot stand kwam, is het te begrijpen dat het zich onverbiddelijk afwendt van het gemakkelijke sentiment rond de geboorte van Jezus. Het gedicht begint met de koude rillingen van de dichter; dan verwarmt hem een plotselinge hitte. Ongerust zoekt hij naar de oorzaak ervan. Een brandende zuigeling, die verantwoordelijk is voor de stijging van de temperatuur, wordt verschroeid door de vlammen en huilt ongecontroleerd:
Terwijl ik in de winternacht in de sneeuw stond te bibberen,
werd ik verrast door een plotselinge hitte die mijn hart deed gloeien;
angstig keek ik op om te zien wat voor vuur er in de buurt was.
Een mooie zuigeling verscheen, die helemaal in brand stond;
verschroeid door de overmatige hitte, stroomde er uit zijn ogen zo’n vloed van tranen
alsof ze in een grote stroom de vlammen zouden moeten blussen.
Het metaal in deze oven is de bevlekte ziel van de mens…
Robert Southwell beschrijft Jezus als een oven, waarin de mensheid wordt gelouterd door zijn lijden en dood. In het beeld van de brandende zuigeling vindt hij ruimte voor alle details van het verhaal van de verlossing door Christus.
Mijn schuldeloos lichaam is de oven, de brandstof zijn de bebloede doornen,
liefde is het vuur, het pijnlijk zuchten is de rook, schaamte en minachting is de as;
Gerechtigheid brengt brandstof aan, Barmhartigheid blaast de vurige kolen aan,
het metaal in deze oven is de bevlekte ziel van de mens…
Southwell’s visie gaat zodoende verder dan de geboorte van Jezus en omvat ook zijn dood die de mensheid verlossing bracht. Dit is ook de focus van de evangeliën van Lucas en Mattheüs, waarin de verhalen van Jezus’ kindertijd een verwijzing zijn naar zijn lijden en dood. De weg van Jezus’ dood naar de opstanding wordt aangekondigd in Herodes’ poging om hem te laten doden en in het zwaard dat volgens Simeon het hart van Maria zal doorboren.
Radicaal vertrouwen nodigt ons uit om de brandende zuigeling te knuffelen.
De pijn en het conflict die ingebed liggen in deze kerstverhalen, dagen elke poging om ze sentimenteel te maken uit. Ze zijn meer dan een familiefeest rond het geschenk van een nieuw mensenleven. Als de verhalen al huiselijk zijn, dan komt dat omdat huiselijke situaties inherent precair zijn. Geboorte is nooit ver van de dood; de vrede en het comfort van thuis zijn nooit veilig en ver verwijderd van de verschrikkingen van geweld, ziekte, werkloosheid en brand.
De evangelieverhalen, ook die van Kerstmis, tarten elk gemakkelijk geloof, elke gemakkelijke hoop, door deze te confronteren met het verlies van alles wat we koesteren. Als men gelooft in een liefdevolle en zorgzame God, moet men rekening houden met het feit dat God toestaat dat zijn uitverkorene in een stal wordt geboren en ternauwernood ontkomt aan de slachting door de soldaten van Herodes. Als men vertrouwt op een God die een rechtvaardiger wereld belooft, moet men rekening houden met het feit dat God toestaat dat zijn uitverkorene in stukken wordt gereten door de krachten van het onrecht.
Deze uitdagingen voor het geloof en het vertrouwen kunnen alleen worden aanvaard in een dieper vertrouwen in een God wiens liefde in een sterven te vinden is. Om op het confronterende beeld van Robert Southwell voort te borduren: radicaal vertrouwen nodigt ons uit om de brandende zuigeling te knuffelen.
Dit artikel verscheen eerder op Eureka Street, een uitgave van de Australische jezuïeten.
Vertaling Jan Peters SJ.
Andrew Hamilton SJ is een Australische jezuïet. Hij doceert theologie en kerkgeschiedenis aan de United Faculty of Theology in Melbourne. Ook is hij redacteur van het tijdschrift Eureka Street.