Momenteel reist een bijzondere collectie prenten en platen door de Verenigde Staten. De koperplaten – gemaakt door de Antwerpse kunstenaarsfamilie Wierix, teruggevonden in Amsterdam – werpen een bijzondere blik op de spiritualiteit van de jezuïeten.
In de zomer van 2000 kwam in de pastorie van de Amsterdamse Krijtbergkerk een kartonnen doos met 75 koperplaten tevoorschijn, die in opdracht van de Antwerpse jezuïeten rond 1600 waren gegraveerd door drie leden van de befaamde Antwerpse kunstenaarsfamilie Wierix: Anton Wierix (1555/59-1604), zijn broer Hieronymus Wierix (ca. 1553-1619) en zijn schoonzoon Jan-Baptist Barbé (1578-1649). Na de opheffing van de jezuïetenorde door paus Clemens XIV in 1773 werden de koperplaten vanuit de Zuidelijke Nederlanden naar Amsterdam overgebracht, vermoedelijk door Lodewijk Donche (1769-1857), die tussen 1814 en 1817 op de Krijtberg verbleef.
Aan de ontdekking van deze koperplaten werd door diverse dagbladen uitgebreid aandacht geschonken. De helft van de platen werd opnieuw afgedrukt op de persen van Museum het Rembrandthuis, en de prenten en de platen werden in 2001 geëxposeerd op een succesvolle tentoonstelling aldaar, die vervolgens ook werd gehouden in het Museum voor Religieuze Kunst te Uden. In het voorjaar van 2012 (vanaf 18 maart) wordt deze collectie opnieuw tentoongesteld in de fraaie Manresa Gallery in de Saint Ignatius Church in San Francisco. De tentoonstelling gaat van San Francisco naar Loyola University in Chicago, St. Joseph’s University in Philadelphia, en Emory University in Atlanta. Ook andere expositieruimtes in de Verenigde Staten hebben belangstelling getoond.
Een van de meest intrigerende prenten van Hieronymus Wierix in de Amsterdamse collectie is De goddelijke liefde overwint de aardse liefde. Deze gravure is gebaseerd op het befaamde schilderij van Giovanni Baglione Heilige liefde en profane liefde uit 1602 (Rome, Palazzo Barberini). Reproducties van dit schilderij, waarmee Baglione Caravaggio de loef wilde afsteken, moeten kort na de voltooiing de Zuidelijke Nederlanden hebben bereikt. Wierix paste de voorstelling aan, zodat diverse elementen van de geschiedenis en spiritualiteit van de jezuïeten in beeld kwamen. De duivel verdween uit beeld, en een kruisbeeld kwam ervoor in de plaats, vanwaar Jezus de tekst uitspreekt: “Ignem veni mittere in terram” (Vuur ben ik op aarde komen brengen), een tekst uit de liturgie op het feest van Ignatius. Op de achtergrond is een menigte van jezuïeten te zien. Wierix vond wel vaker voorbeelden bij andere kunstenaars. Dergelijke prenten hadden vaak een opvoedende rol, en duiden op de belangrijke functie die kunst gespeeld heeft in het apostolaat van de jezuïeten.
Paul Begheyn SJ is archivaris van de Nederlandse jezuïeten en directeur van het Nederlands Instituut voor Jezuïeten Studies. In zijn onderzoek en publicaties wil hij bruggen slaan tussen cultuur en religie.