Letterlijk en figuurlijk dringen de personages in de film Dans la maison bij elkaar in huis. Een recensie.
De titel van de film zou men kunnen vertalen met ‘Binnenskamers’. Niet alleen speelt de film daar grotendeels, maar hij brengt de kijkers ook in de binnenhuizen van onze verbeelding, hij doet ons deelnemen aan een boeiend spel van fantasie en werkelijkheid.
Kort gezegd: een leraar volgt het doorlopende opstel van een leerling, dat gaat over het leven van een burgerlijk gezin. Drie realiteiten worden zo door elkaar geweven: de leraar en zijn echtgenote, de 16-jarige opstelschrijver en het gezin met man-vrouw-en-kind dat wekelijks beschreven wordt. En dat speelt zich allemaal af op een middelbare school die de naam ‘Flaubert’ draagt: tevens de geliefde auteur van de leraar en schrijver van Madame Bovary, die roman van de roerselen van het hart uit het geboortejaar van Freud.
Op het einde zijn allen verliezers geworden
Terwijl zijn vrouw vooral zorgen heeft over haar niet goed lopende galerie, gaat leraar Germain zich inleven in de opstellen van Claude. Deze vereenzelvigt zich op zijn beurt met zijn medeleerling Rapha, die hij helpt met wiskunde, maar hij wordt ook verliefd op diens moeder Esther – “met de typische geur van een vrouw uit de middenklasse” – en hij krijgt het ten slotte aan de stok met de vader, die kwade zaken doet met een Chinees.
Steeds meer dringen al die mensen, dank zij de wekelijkse aflevering van het opstel, bij elkaar “in huis”, literair en werkelijk. Op het einde zijn allen verliezers geworden, letterlijk berooid van hun baan of zaak, van hun land, beroofd vooral van hun onschuld. De meesterlijke scène van al die open appartementen die Germaine en Claude – beiden buitengesloten – glimlachend beschouwen, vatten de film samen: van alle binnenkamers zijn de gordijnen opengetrokken. Net zoals de schrijver Claude heeft regisseur François Ozon “vanaf de achterste rij” – zo heet het Spaanse toneelstuk waarop de film stoelt – de hele werkelijkheid gade geslagen, ontmaskerd en getransformeerd. Feit en fictie zijn niet meer te onderscheiden.
De film biedt ook een treffend beeld van Franse opvoeding; het Flaubertlyceum met zijn strengheid, zijn ambtelijkheid, zijn verborgen vallen en klippen. De leraren met hun sterke eruditie en hun zwakke pedagogie steken daarin af tegen de kudde anonieme leerlingen, die dan ook liever ‘onderwezenen’ heten.
Ozon laat overtuigend zien dat in een wereld waarin alleen maar de verbeelding aan de macht komt, de werkelijke mens van kleur verschiet. En dat doet hij prachtig, spits en lichtvoetig, in een even interessante als ontroerende film waarin de toeschouwer zijn eigen keuze moet maken tussen feit en fictie.
Bekijk de trailer van ‘Dans la maison’: