Het veelgeprezen Boyhood is welbeschouwd een heel trieste film. Verdient onze jeugd geen beter antwoord op de vraag naar de zin van het bestaan?
Boyhood is een merkwaardige film, daarover zijn alle critici het eens. Hij schetst het opgroeien van een jongen, Mason, van zijn zesde tot zijn achttiende levensjaar. Voor elk jaar een episode met steeds dezelfde acteurs die de rollen vertolken van de jongen zelf, van zijn zus, van zijn vader, van zijn moeder. De toeschouwer ziet de kinderen en hun ouders voor zijn ogen ouder worden. De opnames hebben dan ook twaalf jaren geduurd, een filmisch hoogstandje.
Maar merkwaardiger nog is het scenario. Een normaal scenario zou van het verhaal een drama of een komedie hebben gemaakt, met tragische en/of sublieme gebeurtenissen en met een climax om af te sluiten. Hier niets van dat alles. Enkel gewone gebeurtenissen zoals die gezien worden door een gewone jongen. Daarom lijkt de film haast een documentaire over een jeugd ergens in Texas.
Kinderen, zo stelt de film, moeten nu eenmaal geduld hebben met hun ‘opvoeders’
De scenarist had booswichten of helden ten tonele kunnen voeren. Maar nee, de moeder is een vrouw zoals er vele zijn, gescheiden van haar eerste echtgenoot en zonder veel succes in haar latere relaties. Hoe die mislopen wordt nauwelijks getoond, enkel dat ze desondanks hard blijft werken om het eigen hoofd en dat van haar kinderen boven water te houden. De vader is een man die zich om zijn kind blijft bekommeren, maar die hun eigenlijk niet veel te bieden heeft: enkele wijsheden en veel platitudes.
Van zijn leraren op school krijgt Mason vooral te horen dat hij zijn huiswerk moet maken en dat hij aan de universiteit moet geraken. Wel onderricht dus, maar weinig opvoeding. Van zijn vriendjes heeft hij al evenmin veel te verwachten, dat weet hij zelf ook wel. Trouwens, ze komen en ze gaan, ook al omdat het gezin vaak moet verhuizen vanwege de echtelijke en professionele problemen van de moeder.
Mason beseft dat alles, maar hij is wijs genoeg om het te dulden. De toeschouwer kan enkel sympathie met hem voelen en vinden dat hij beter verdient. Maar, zo stelt de film, kinderen moeten nu eenmaal geduld hebben met hun ‘opvoeders’. Slechts in de laatste scène lijkt Mason, dan een eerstejaars aan de universiteit, een meisje te treffen waarmee hij een zinnig gesprek kan voeren.
Het scenario lijkt gemaakt om het dagelijkse leven een typische jongen te schetsen. En herkenbaar is zijn verhaal inderdaad. Daarom zou de film moeten gezien worden door vele opvoeders. Herkennen zij hierin de jongeren waarmee zij thans te maken hebben? Dan is dit een heel trieste film, ook als de cineast die niet zo bedoeld zou hebben. Er spreekt weinig hoop uit.
Heeft de cineast enkel de leegte in het leven van zijn hoofdpersonage willen beklemtonen?
De jongen vindt nergens een blijvend en zinvol engagement, zelfs geen zinvolle hobby, tenzij misschien het fotograferen van wat anderen gemaakt hebben. Van de leraars op school heb je weinig meer te verwachten dan de nodige goede punten. Echt goede vrienden heb je niet, althans niet als je een min of meer klare kijk op mensen hebt. Van je vader heb je niet veel levenswijsheid te verhopen, zeker niet als je vragen stelt naar de zin van je leven dat je leven moet. Zijn enige boodschap luidt dat de dingen je overvallen en dat je daarmee moet leren leven. Als je hem vraagt of je gedoopt bent, antwoordt hij met een laatdunkende grijns. Met religie kom je slechts even in aanraking, wanneer je van je grootouders een dik, onbegrijpelijk boek ten geschenke krijgt: de Bijbel.
Blijft dan de moeder die trouw op post blijft maar die ook niet gezegd krijgt waarom. Kortom, Mason heeft vragen naar zingeving, maar krijgt daarop geen bevredigend antwoord. Vooral op dit punt verdient hij, samen met vele andere jongelui, een beter antwoord. Heeft de cineast die leegte in het leven van zijn hoofdpersonage willen beklemtonen? Dat is niet zeker. Misschien heeft hij enkel een reeks pittige, niet altijd leuke anekdotes willen vertellen.
Evenmin wordt gesuggereerd waar de jongen die zingeving zou kunnen vinden. Misschien in de slotscène, bij dat ene meisje die haar vrije tijd besteedt aan het geven van danslessen aan kleine kinderen: een zeldzaam geval van idealisme. Even wordt hier aangegeven wat een meer volledige opvoeding zou moeten inhouden. Maar ook deze scène duurt niet lang.