In het nieuwe fotoboek van Claire Felicie staat de lockdown centraal. In tweeluiken stelt ze seks, dood en religie tegenover elkaar. De foto’s vormen een kritiek op een samenleving waarin alles draait om wat leuk en lekker is.
De Amsterdamse fotografe Claire Felicie probeert in haar werk zichtbaar te maken wat onzichtbaar is. Op haar achttiende begon zij te fotograferen. Haar eerste serie, In the Forecourt (1999-2004), laat haar eigen vijf kinderen zien in hun prepuberteit, levend in hun eigen wereld, spelend, liggend, lopend in de vrije natuur, symbool van hun innerlijke staat van zijn, nog niet aangetast door welke kunstmatigheid dan ook. Deze foto’s werden tentoongesteld in de Melkweg Galerie en in de Nederlandse Bank.
Haar oudste zoon werd in 2008 marinier. Dit bracht haar op de gedachte om een aantal foto’s te maken van mariniers die in 2010 werden uitgezonden naar Afghanistan: Here Are The Young Men. Deze serie bestaat uit een aantal drieluiken, telkens drie portretten van een marinier voor zijn vertrek naar Uruzgan, tijdens zijn verblijf aldaar, en na terugkomst. Behalve deze portretten laat zij geopende handen zien met kleine voorwerpjes die een bijzondere betekenis voor de uitgezondenen hadden zoals een medaillon met Christoffel of een kruisje.
Militairen blijven Claire fascineren. Dat het niet alleen stoere mannen zijn, maar ook mensen met een verborgen, soms religieuze, binnenkant, konden we zien in wat de Young Men in hun handen hielden. Ook militairen op bedevaart koos zij als onderwerp. In 2015, 2017 en 2019 vergezelde zij met haar fototoestel een groep veteranen op hun jaarlijkse pelgrimstocht per motor naar Lourdes (Military motor pilgrimage Lourdes, in 2017 tentoongesteld in het Museum voor Religieuze Kunst in Uden).
Haar militairen stralen niet alleen kracht en soms ook devotie uit, maar tonen zich ook in hun zwakte en gebrokenheid. Uit 2015-2016 dateert Only The Sky Remains Untouched: foto’s van vijftien veteranen die lijden aan een posttraumatische stressstoornis. Met ontbloot bovenlijf liggen ze, kwetsbaar, op een stretcher in een onttakelde ruimte op het Hembrugterrein in Zaandam, een plek waar eens wapens werden geproduceerd. Deze serie werd tentoongesteld in Museum de Fundatie in Zwolle.
Ook vrouwelijke militairen gaf zij weer. Twee maal reisde zij naar Kurdistan, waar zij Peshmerga- strijdsters fotografeerde (Daughters of the Sun, 2017-2018). Deze serie is tentoongesteld in het Nationaal Militair Museum te Soesterberg en werd ook samengebracht in een bijzondere handgemaakte limited-edition leporello (boek in harmonicavorm).
Haar laatste fotoboek, Falling Man, bevat zwart-witfoto’s die zijn gemaakt met een analoge Rolleiflex, een boxcamera uit de jaren 50. Deze foto’s vormen een kritiek op een samenleving waarin alles draait om wat leuk en lekker is. Zelf spreekt zij van een “tegenwicht tegen het almaar meer beklemtoonde en ten voorbeeld gestelde Carpe diem: pluk de dag”. Dit motto “paste bij het individualisme en de ongebreidelde consumptiedrang die steeds algemener werden in het Westen… Tot het coronavirus en de daaropvolgende lockdowns het openbare leven lamlegde. De hele samenleving werd tot stilstand gebracht. Alsof iemand aan de noodrem had getrokken van een almaar voortdenderende trein.”
De foto’s nodigen uit om stil te staan bij wat gaande is
De fotoreeks bestaat uit tweeluiken waarin seks, dood en religie met elkaar worden geconfronteerd: naast een foto die genomen is in het verlaten Amsterdamse Wallengebied tijdens de lockdown van 2020, wordt een foto geplaatst van een sculptuur uit een kerkhof of een foto die genomen is in de Sint Nicolaaskerk aan de kop van het Wallengebied.
Er is sprake van rijm en contrast tegelijkertijd. Aan de ene kant zoomt Claire Felicie in op reclameteksten en graffiti die zij aantreft in de uitgestorven stegen als verwijzingen naar de levendigheid en drukte van weleer en de werkzaamheden waaraan de Wallen hun vermaardheid te danken hadden. Aan de andere kant zien we kruisen, knielende engelen uit begraafplaatsen en beelden uit de Nicolaasbasiliek, en worden we geconfronteerd met de stilte en ingetogenheid die men aantreft in kerk en kerkhof.
We zien verder memento-mori-portretten van mannen en vrouwen die met gesloten ogen hun eigen sterfelijkheid in ogenschouw nemen, aan de ene kant een full page portret. Aan de andere kant een kleine foto van de geopende hand van de geportretteerde met een klein object dat afkomstig is van een overleden dierbare, een motief dat eerder in het werk van Claire voorkwam.
De foto’s nodigen uit om stil te staan bij wat gaande is: niet alleen de plotselinge stilte in de lege straten en stegen tijdens de lockdown, maar ook de meditatieve stilte waarin gebed en beschouwing kunnen gedijen. Aan het duo eros en thanatos heeft zij een derde, transcendente dimensie toegevoegd.