‘So you think you can dance?’ Guido Dierickx en zijn innerlijke cultuurpessimist durven dat te betwisten.
Volgens een oud liedje is dansen niets voor kwezeltjes en begijntjes. Zo heb ik het geleerd, maar nu denk ik er anders over. Want wat zullen de mensen, na hun verrijzenis, aanvangen met hun lichaam? Het beste wat ze ermee kunnen doen is dansen. Daarvoor is het eigenlijk gemaakt. Maar voorlopig is dat hier, in dit ondermaanse, voor ons niet meteen duidelijk. Voorlopig zijn we nog te zwaar of te stram. Met een verheerlijkt lichaam moet het beter gaan. Ik kijk er naar uit en probeer me nu al dat hemelse dansen voor te stellen.
Moeten we het ware dansen zoeken in culturele reservaten?
Heeft ons dansen nu al iets hemels? Dat valt dik tegen en ik hoor in mij de stem van de cultuurpessimist die mij steeds vergezelt. Volgens hem komt het met het dansen bij ons nooit meer goed. Fraaie dansen? Ja, in historische films waarvoor acteurs en figuranten hard geoefend hebben. Maar in de werkelijkheid is het pover gesteld met onze danskunst. Daarin geen spoor van het hemelse dansen.
Kijk eerst naar onze jongeren, zegt mijn cultuurpessimist. Marionetten doen het beter. Wat is er te zien in de dansfeestjes van onze jeugd, vroeger ook wel eens thé dansants genoemd, hoewel ze niets met thee en weinig met dans te maken hadden. In de zaal weinig licht en veel lawaai. Zodat je naar niemand hoeft te luisteren en bijna niemand hoeft te zien. Om te beletten dat de jongelui met elkaar zouden kunnen praten. Volgens boze tongen opdat de meisjes niet zouden moeten merken dat de jongens hun niets te zeggen hebben. En vice versa. En verder veel individueel en collectief gewriemel, maar te weinig lichaamsbeheersing om bewondering af te dwingen. Trouwens, bewondering wekken is niet de bedoeling, wel het eigen lichaam beleven. De apotheose van ‘het expressieve individualisme’, om het met een woordenboekenwoord te zeggen.
Moeten we dan het ware dansen gaan zoeken in meer elitaire en meer beperkte kringen, in culturele reservaten? Zullen we gaan kijken naar ballet? Is die Notenkraker geen verrukking? Ja, maar dan wel een verrukking gebracht door enkele virtuozen. De vele stijve toeschouwers komen nog enkel in beweging als ze moeten applaudisseren. Hun bewondering wordt getemperd door de stille vraag wanneer die prima ballerina door haar tengere gewrichten zal zakken. Dat soort dansen is niet meer dan een spektakel: de hemelse lichamen staan op het podium en in de zaal kijken de toeschouwers toe in de overtuiging dat zo dansen niks voor hen is.
Waar is tegenwoordig de danskunst dan nog te vinden in onze streken? Een beetje aarzelend wijs ik mijn cultuurpessimist op de sport. Zou dat voor hem geen troost moeten zijn? De sport is de meest verspreide dansvorm van onze samenleving. Er is sport van soorten, voor iedereen wat, van pingpongen tot polsstokspringen. Maar kijk vooral naar de ploegsporten op heel hoog niveau. Ziet hij daar geen haast hemelse dans? Barcelona met Messi en Iniesta tegen Bayern met zowaar enkele jongens van bij ons?
Later, in de hemel, staan wij allen op het podium
Maar nee, ook dat is geen echte troost voor hem die mij steeds vergezelt. Ook hier moeten vele mensen toekijken met het knagende bewustzijn dat zij dat nooit zullen kunnen. Jammer ook dat die sport doorgaans te veel lijkt op een krijgsdans, doordrongen van competitiegeest, zonder de speelse sierlijkheid van het ware dansen. En met als hoogtepunt de zeldzame doelpunten en de brutale, min of meer ‘slimme’ overtredingen.
Nog een laatste poging om mijn cultuurpessimist om te praten. Wat denkt hij van onze volksdansen? Welke volksdansen, zegt hij dan. Die met de boerenkielen en de houten klompen? Ha, eindelijk betrap ik hem op een hiaat in zijn kennis. Heeft hij al eens een volksdansfestival meegemaakt zoals dat van Schoten? Of zoals de Europeade? Daar zie je dansen. Gezamenlijk, zonder prima ballerina’s, zonder acrobatieën, wel met veel harmonie. Heerlijk. Even meen je binnen te kijken in de hemel.
Maar al gauw rijst een verdenking. Hoe is het mogelijk dat ze zo goed zijn, die groepen uit Estland, Hongarije, Polen, Spanje… Dat moeten ze geleerd hebben in speciale scholen, te vergelijken met onze sportscholen. Is ook het volksdansen daar een zaak voor virtuozen geworden? Een schouwspel met professionelen op het podium en toeschouwers in de tribune? Laat dit dan toch een troost zijn. Later, in de hemel, staan wij allen op het podium.