Acht auteurs staan deze zomer stil bij muziek die een gevoelige snaar raakt. Rob Polet over een bijzonder liefdeslied van de IJslandse zangeres Bjørk.
Als jong meisje liep Bjørk Guðmundsdóttir (Reyjavik 1965) zingend door de IJslandse natuur onderweg naar school of van school naar huis: “Het was voor mij een vorm van interactie met de natuur om me heen. In de natuur heb ik altijd zoveel ruimte ervaren voor wie ik ben”. Later kreeg ze muziekles op een plaatselijke muziekschool, gevolgd door een conservatoriumstudie. Die opleidingen lieten haar onbevredigd achter, vanwege het klassieke curriculum dat ze als beperkend had ervaren. Niet vreemd voor een jong talent dat ondertussen al in verschillende alternatieve (rock-)bands had gezongen zoals The Sugarcubes. Haar liefde ging vooral uit naar popmuziek, die ze zelf ‘volksmuziek’ noemt, omdat het muziek voor het volk is: “Ik houd van de schoonheid van eenvoud, en tegelijk ook van hele complexe dingen”.
Toch werd ook de muziek van de bands voor Bjørk op enig moment te beperkt. Het werd tijd voor een solocarrière. Haar eerste solo-album droeg de veelzeggende titel Debut (1993), ze beschouwde het echt als haar debuut. Negen albums volgden, het laatste in september 2022. Haar stem kan grommen, schreeuwen, naast loepzuiver fluisterend zachte, melancholieke lange lijnen laten klinken. Ruimte voor eigen inspiratie en expressie is een terugkerend thema.
De titel is een samenvoeging van de Latijnse woorden voor ‘wond’ en ‘genezing’
Daarvoor slecht ze grenzen tussen klassiek en pop. Elektronische beats worden gecombineerd met klassieke strijkers. Voor verschillende albums werkte ze samen met een IJslands koor waar ze zelf als kind ook in had gezongen. Voor nummers van het ‘eco’-album Biophila (2011) liet ze speciale instrumenten maken. Videoclips en live-shows zijn visueel vaak wonderlijke ervaringen. Thema’s van haar liederen zijn onder meer ontleend aan fantasie, mythologie, en vooral: het verlangen naar ruimte voor het diepste zelf. In Vulnicura (2015), haar intiemste album, deelt Bjørk haar gevoelens voor en na de breuk met haar geliefde. De titel is een samenvoeging van de Latijnse woorden voor ‘wond’ en ‘genezing’.
Voor deze zomerserie is gekozen voor een nummer van het album Homogenic uit 1997: ‘All is full of love’. Bjørk voelde zich eenzaam nadat er een einde was gekomen aan een periode van samenleven met anderen. Ze had een moeilijke wintertijd, maar in april hoorde ze het ontwaken van de natuur in de vogels die weer begonnen te zingen. Een diepe intuïtie gaf haar in dat er zoveel liefde is, ook als je niet direct liefde van een ander mens ontvangt: “liefde is overal om je heen”, vertelde ze. Ze maakte er in een halve dag een lied over: ‘All is full of love’, alles is vervuld van liefde.
Misschien kijk je de verkeerde kant op, is je deur dicht…
“Er zal je liefde gegeven worden, er zal voor je gezorgd worden, je hoeft er alleen maar op te vertrouwen”, zo begint het lied. “Je hoeft het maar te willen zien, misschien niet in de bronnen waar je nu uit leeft, misschien kijk je de verkeerde kant op, is je deur dicht, of je telefoon van de haak”, vervolgt de tekst. Beelden om aan te geven dat het aan jou is of je liefde ziet en aanneemt.
Al deze menselijke tekortkomingen worden omringt door het als een mantra herhaalde “All is full of love”. De officiële videoclip toont de assemblage van twee robots die elkaar de tekst toezingen uit liefde voor elkaar, terwijl er allerhande mechanische handelingen aan hen worden verricht. Bedoeld als contrast of wordt ook hier een grens geslecht?