Met zijn ogenschijnlijk gevoelloze logica joeg Alan Turing heel wat mensen tegen zich in het harnas. Maar de biografische film The Imitation Game laat een heel andere kant van dit tragische genie zien.
Moeten we de persoon kennen om zijn of haar geschilderd portret te kunnen waarderen? Moet zo’n portret aan de waarheid, de hele waarheid en niets dan de waarheid beantwoorden om geslaagd te kunnen zijn als kunstwerk? Diezelfde vragen kunnen we ons stellen bij een biografische film als The Imitation Game, die het dramatische leven vertelt van de Britse wiskundige, logicus en computerpionier Alan Turing (1912-1954), briljant gespeeld door Benedict Cumberbatch.
Kan een monster liefhebben?
Wacht u even met het lezen van de wikipedialijst met historische onjuistheden totdat u de film hebt gezien: hij verdient het om op z’n eigen merites bekeken te worden, als portret, als verhaal, als denkoefening met de vraag die Turing in zijn artikel ‘The Imitation Game’ (1950) wilde beantwoorden: kunnen machines denken? Of meer op de persoon toegespitst: kan een monster – zoals Turing wel werd genoemd – liefhebben?
Het verhaal begint en eindigt in Manchester in 1952, wanneer Turing gearresteerd wordt vanwege homoseksuele praktijken. Het verhaal dat zich vervolgens ontvouwt, is het verhaal dat hij tijdens de ondervraging aan de politieagent vertelt: over de oorlogsjaren, toen hij voor de Britse geheime dienst de computer bouwde die moest helpen om de gecodeerde berichten van de Duitse Enigma-machine te ontcijferen, en over zijn jeugd als getreiterd wonderkind op een kostschool, met maar één vriendje dat hem waardeert om wie hij is. Alex Lawther is formidabel als de jonge Turing – zijn scènes, pijnlijk ontroerend, laten heel de tragiek zien die zich later zal ontvouwen. Het feit dat Turing zijn computer de naam van dat vriendje geeft, Christopher, spreekt boekdelen.
Kan een monster liefhebben? Sociaal bekwaam is Turing niet, integendeel. In het middendeel van het verhaal, de oorlogsjaren, zien we hem met zijn ogenschijnlijk gevoelloze logica een hele reeks mensen tegen zich in het harnas jagen, zowel de militaire commandant Denniston als zijn collega-ontcijferaars. Alleen de enige vrouwelijke collega, Joan Clark (Keira Knightley, die ook slecht geknipt te knap is voor haar rol), slaagt erin om tot hem door te dringen, eerst als gelijkwaardig brein en vervolgens als gelijkgestemde ziel. Hun relatie wordt nog complexer wanneer Alan aan Joan een huwelijksaanzoek doet en zij dat aanneemt, beiden om hun eigen redenen.
De Turing van Cumberbatch laat zien dat een buitengewoon talent niet monsterachtig hoeft te zijn
De diverse menselijke verhoudingen in The Imitation Game zijn elk op zich al een film waard, en daarom is het jammer dat regisseur Morten Tyldum ervoor gekozen heeft om ook nog de oorlog zelf als thema in het toch al welgevulde middendeel te introduceren, met armetierige special effects bovendien en overbodige morele conflicten.
Kan een monster liefhebben? In The Imitation Game is die vraag belangrijker dan de vraag of machines kunnen denken, tenzij we in Turing alleen de logicus zouden zien, de menselijke machine. De Turing van Cumberbatch en Lawther laat zien dat een buitengewoon talent niet monsterachtig hoeft te zijn, evenmin als een andere geaardheid. Of Alan Turing zelf dat ook zo heeft ervaren? Precies wanneer hij het grote offer brengt om de enige mens te kunnen redden om wie hij geeft, wordt hij door die persoon, onbegrepen, een monster genoemd. Het happy end was er voor die 14 miljoen mensen die niet gestorven zouden zijn tijdens de oorlog dankzij zijn computer, maar niet voor de uitvinder zelf.