
Ben Frie sj laat zich overhalen om naar het werk van zeventiende eeuwse kunstenaars in het H’ARTmuseum te gaan kijken. Daar dringen drie portretten van onbekende mensen zijn ziel binnen en beginnen hem vragen te stellen.
Ik ben in het museum. Dat gebeurt niet vaak. Toegegeven: het woord “Rembrandt” haalde me over. Ik moet mijn weg vinden. Heb mijn jas nog aan als ik de aparte afdeling vind. Er is een grote wand vrij gehouden voor waarschijnlijk de kleinste Rembrandt: ‘Oude man met baard, 1633’. Een enorme lijst, daarbinnen nog een lijst en dan, ter grootte van een riante postzegel, het portret.
(tekst gaat door onder afbeelding)
De beschrijving ernaast: ‘Voor deze indrukwekkende olieverfschets in alleen okerkleurige tinten brengt Rembrandt met dynamische penseelstreken contrast aan in licht en donker. Voor zover bekend het kleinste schilderij van Rembrandt, laat dit werkje een monumentale indruk achter’.
Vlot geschilderd, maar het is – althans wat mijn bescheiden kunstkennis mij zegt – helemaal Rembrandt. Onnavolgbaar. Ik blijf kijken. Wat ging er om in de man? Wijs, door een getekend leven. Ik maak een foto. Ook thuis blijf ik kijken.
Ze hebben ook tijdgenoten van de grote kunstenaar in de tentoonstelling opgenomen. Verbluft kijk ik in het gezicht van iemand die nu nog zou kunnen rondlopen.
(tekst gaat door onder afbeelding)
Een zelfportret van Jan Lievens (1607-1674), nog maar 22 jaar. De toelichting: ‘Op dit zelfportret verschijnt Lievens met jonge gelaatstrekken, geconcentreerde blik, woest haar en getuite lippen. (…) Rembrandt toont meer vindingrijkheid en emotie in zijn kunst, maar Lievens verricht ‘wonderen’ in het schilderen van het menselijk gelaat.’ Ik blijf kijken. Het portret leeft, een energiek jongmens.
Even verder een ‘Oude man in gebed’ van Gerard Dou (1613-1675).
(tekst gaat door onder afbeelding)
De toelichting: ‘Dit schilderij van een biddende oudere man straalt kalmte, soberheid en spirituele eerbied uit. Met zijn handen stevig gevouwen staart hij in aanbidding naar iets buiten het beeld. Dou benadrukt zijn gezicht en handen. De eenvoudige compositie toont zijn vermogen om persoonlijke devotie vast te leggen in alleen een gezichtsuitdrukking en een gebaar.’
Drie ondoorgrondelijke mensen uit de zeventiende eeuw. Hun schilders roepen veel op en vragen mij hoe ik me tot hen verhoud. Deze drie blijven mij vergezellen, ze winnen het voor mij van de andere schilderijen. Ze vertegenwoordigen wonderen van de zeventiende eeuw, kunstenaars die samenwerkten of concurrenten waren. Strijdend wie de beste was, en wie er het rijkste van werd.
Ze vragen naar mijn innerlijk leven, zonder mij aan te kijken
Ze brengen mij ertoe in de ziel te kijken van wat ik zag. Ze brengen mij tot meditatie, tot schouwen. Wat zagen zij, de oude man, de jongeling, de kluizenaar? Ze vragen naar mijn innerlijk leven, zonder mij aan te kijken. Ze vragen mij wijs te worden door het leven, energiek te zijn en besef te hebben van transcendentie.
Verderop zit een groepje jongelui op een riante bank bij elkaar. Bijna allemaal een actieve telefoon in de hand. Ze vegen over hun schermpjes. Zien zij de ziel?
Foto’s: Ben Frie
Tentoonstelling – H’ART Museum, Van Rembrandt tot Vermeer, meesterwerken van The Leiden Collection, tot 24 augustus 2025