De film A Dangerous Method toont het intense spel van privéleven en professionaliteit van de grote psychologen Jung en Freud. Een bespreking.
De verstandhouding tussen Sigmund Freud en Carl Gustav Jung was een van de grootste intellectuele avonturen vóór de eerste wereldoorlog. De film A Dangerous Method van David Cronenberg behandelt daarvan een belangrijk hoofdstuk. Klassiek, nuchter, elegant van stijl kent hij terecht in Nederland een groot succes.
Vier hoofdpersonen dragen het script, ze verbinden zich in driehoeken met elkaar. Sabina Spielrein wordt zwaar hysterisch opgenomen in het ziekenhuis van Jung. Haar hysterie, fysisch gevolg van psychische verwarring veroorzaakt door veel slaag op jonge leeftijd door haar vader en door een daaruit voortkomende seksuele obsessie, wordt in psychoanalytische gesprekken door Jung ontleed. Tijdens haar genezingsproces blijkt Sabina psychologisch zeer begaafd, er dient zich een verliefdheid met de jonge dokter aan. De dokter is overigens al getrouwd, maar over zijn huwelijk valt voortdurend de schaduw van zijn beroep. Wanneer Sabrina uitgegroeid is van weerloze patiënte tot volwaardige collega, gaan huwelijk en verliefdheid voor Jung een tijd lang parallel lopen.
Freud, in Wenen, weet zich in die eerste jaren van de twintigste eeuw de onbetwiste aartsvader van de moderne psychologie. Hij leert in Jung een collega kennen die hem bewondert, maar die ook zijn hoofdstelling – psychische kwalen komen voort uit seksuele remmingen – steeds stelliger bekritiseert. In de ogen van Jung belijdt Freud een totaal onafhankelijke, ja absolute wetenschap, een bijna-religie. Freud op zijn beurt verwijt Jung mysticisme. Jung de dieptepsycholoog laat ruimte voor het geweten, hij ziet de mens ruimer dan zijn seksualiteit, “hij speelt voor God”, aldus Freud. En daarom is zijn methode gevaarlijk.
Zo tekent zich na de liefdesdriehoek tussen Jung, zijn vrouw en zijn minnares een tweede driehoek af van professionele aard: tussen Jung, Freud en Sabina Spielrein, die libido verbindt met doodsdrift. Beide driehoeken gaan in de film gepaard met slaan, huilen, bloed, leed.
De film heeft een open einde. Dat ligt er buiten. Want de film wordt niet alleen geprojecteerd tegen beelden van het stabiele Wenen en het kabbelend water van een Zwitsers meer, maar vooral tegen een toekomst waarin Freud, Sabina en haar kinderen en heel het jodendom een bloedige overstroming te wachten staat. Dan zijn we in 1939 en is Freud naar Londen gevlucht.
Het intense spel van privéleven en professionaliteit vindt in subtiele dialogen, een sober verhaal, soms wat lange nadrukken en prachtige acteurs een (voorlopige) waarheid in Jungs uitspraak: “Soms moet je in het leven iets onvergeeflijks doen om te kunnen voortleven.”