De zangerige poëzie van Gerard Manley Hopkins lees je het best hardop. Zijn onlangs gepubliceerde correspondentie biedt inzicht in het geestesleven van deze jonggestorven jezuïet.
Onlangs verscheen de officiële editie van de correspondentie van Gerard Manley Hopkins (1844-1889), een Engelse jezuïet, die pas vele jaren na zijn dood erkenning kreeg als Victoriaans dichter met zijn experimentele en vernieuwende poëzie. Zijn vriend Robert Bridges durfde het aan om in 1918 een eerste collectie van Hopkins’ gedichten uit te geven. Daardoor kreeg de jong (aan tyfus) gestorven jezuïet grote invloed op toonaangevende dichters uit de twintigste eeuw, zoals T.S. Eliot, Dylan Thomas, W.H. Auden en Stephen Spender.
Om de poëzie van Hopkins goed te verstaan is het van belang de geografische context te kennen, waarin de teksten ontstaan zijn, evenals zijn geworteldheid in de ignatiaanse spiritualiteit. In de loop van vele jaren ben ik in de gelegenheid geweest om alle plaatsen te bezoeken, waar Hopkins leefde en werkte, van Londen (Hampstead) waar hij werd geboren, tot Dublin waar hij overleed. Van beslissende invloed is zijn verblijf geweest in Saint Beuno’s in Wales, tegenwoordig een retraitehuis. Daar studeerde hij sinds 1874 theologie, en kreeg hij grote belangstelling voor de taal van de streek.
Hopkins tekende ook en had een opvallende aanleg voor muziek
Hij schreef er zijn belangrijkste gedichten, te beginnen met The wreck of the Deutschland, 35 coupletten van acht regels waarin hij het gevecht op leven en dood beschrijft van de opvarenden van het schip Deutschland, die de Kulturkampf in Duitsland trachtten te ontvluchten, maar jammerlijk omkwamen. Hopkins concentreerde zich op een groep religieuze vrouwen aan boord, die heen en weer geslingerd werden tussen doodsangst en hoop. Kijkend naar hen zocht hij naar zijn eigen standpunt ten aanzien van leven en dood. Publicatie van het gedicht werd door zijn medebroeders afgewezen, vanwege de ongewone inhoud en taal. Eenmaal postuum uitgegeven werd The wreck of the Deutschland een van de hoogtepunten van de Engelse literatuur.
Wie niet in de gelegenheid is alle woonplaatsen van Hopkins te bezoeken, kan nu terecht in zijn correspondentie, door de twee uitgevers “his secular confessional” (zijn seculiere biechtstoel) genoemd. Vergeleken met zijn tijdgenoten Lewis Carroll en Charles Dickens is het een bescheiden collectie: 599 brieven (445 van hem; 129 aan hem; 72 over hem, als condoleances na zijn dood).
Veel brieven schreef hij aan zijn familie en vrienden. Maar er is ook correspondentie met John Henry Newman, die hem begeleidde bij zijn bekering van de anglicaanse gemeenschap naar de katholieke kerk. De uitgave bevat ook tekeningen van Hopkins, die eveneens een opvallende aanleg had voor muzikale composities. Het is opmerkelijk hoe ‘zangerig’ zijn poëzie is, en talloze componisten hebben zijn teksten dan ook op muziek gezet, zoals Michael Tippett, Daan Manneke en Samuel Barber. De taal van Hopkins is niet eenvoudig, en dient hardop gelezen te worden, zodat de allitteraties en binnenrijmen in het oor springen.
Om ten slotte een indruk te geven van de poëzie van Gerard Manley Hopkins volgt hier het eerste couplet van The wreck of the Deutschland, in het Engels, gevolgd door een Nederlandse vertaling van mijn hand:
Thou mastering me
God! giver of breath and bread;
World’s strand, sway of the see;
Lord of living and dead;
Thou hast bound bones and veins in me, fastened me flesh,
And after it almost unmade, what with dread,
Thy doing: and dost thou touch me afresh?
Over again I feel thy finger and find thee.
Gij meester van mij
God! gever van adem en brood;
’s Werelds strand, zwaai van de zee;
Heer over leven en dood;
Gij bond botten en aders in mij, zette vast voor mij vlees,
En deed daarna bijna teniet – mijn vrees werd zo groot –
Wat Gij maakte: en raakt Gij mij nog eens?
Telkens opnieuw voel ik uw vinger en vind u.
R.K.R. Thornton & Catherine Phillips (eds.), The collected works of Gerard Manley Hopkins. Correspondence. [2 delen], Oxford, Oxford University Press, 2013, 1057 p.
Afbeelding bij dit artikel: Portret van Gerard Manley Hopkins door Ellen Riley – © 2013 British Province of the Society of Jesus
Paul Begheyn SJ is archivaris van de Nederlandse jezuïeten en directeur van het Nederlands Instituut voor Jezuïeten Studies. In zijn onderzoek en publicaties wil hij bruggen slaan tussen cultuur en religie.