Philip Debruyne houdt het Vlaamse carnaval tegen het licht. Het volksfeest is een zelfstandige seculiere liturgie geworden, net zoals sport of popmuziek.
Moet de Dikke van Dale dringend enkele definities herzien? Want klopt het dat carnaval een feest is, gedurende de drie dagen die aan het begin van de veertigdagentijd voorafgaan? De etymologie van het woord liegt er natuurlijk niet om. ‘Carne vale’, ‘vaarwel vlees’, net voor de veertigdaagse vastentijd. Nog eens lekker uit de bol gaan voor de strenge boetetijd begint.
Of de huidige carnavalfeestvierder nog wel weet heeft van wat vasten of boetedoen, laat staan Pasen, betekent, is een andere vraag. Maar er wordt carnaval gevierd. Niet alleen vóór de veertigdagentijd, maar ook de volgende zondagen trekken er carnavalstoeten door Vlaamse steden en gemeenten.
Carnaval blijft een heel menselijk gebeuren, niet zonder mooie trekjes
Je kunt wel zeggen dat carnaval een zelfstandige seculiere liturgie is geworden, net zoals voetbal, wielrennen of popmuziek. Want wie naar een carnavalstoet trekt op de laatste zondag voor de vasten of op Rosenmontag (in Duitsland), kijkt uit naar een bont feest, met vele kleuren, muziek, kostuums en praalwagens.
Wie aan zo’n stoet deelneemt is geen eendagsvlieg. Want in de echte carnavalssteden, zoals Aalst (in Vlaanderen) wordt er het hele jaar door toegewerkt naar carnaval. Daarbij heb ik het niet zozeer over de keuze van een prins carnaval en alle feestelijkheden daarrond, maar over de talrijke carnavalsgroepen die het hele jaar door geld verzamelen en hard werken om het thema dat zij gekozen hebben voor hun groep en hun carnavalwagen te kiezen en gestalte te geven.
Voor die mensen is carnaval veel meer dan even de bloemetjes buiten zetten. Het zijn echte vriendengroepen die een heel jaar lang uitzien naar het volgende hoogfeest. Ongetwijfeld spant Aalst daarbij de kroon en dat leidt tot bizarre feiten. Aalstenaars staan immers bekend om hun wat wrange humor. De Aalsterse carnavalstoet schuwt niets of niemand en drijft vrolijk de spot met alles en ieder die in de politiek en de samenleving onder kritiek staat. Vorig jaar was er zelfs een carnavalsgroep uitgedost als SS-ers om de politici van de N-VA (een Vlaams-Nationalistische partij) door het slijk te halen. Een van de ‘officieren’ bleek bovendien in het dagelijkse leven een vrederechter te zijn. Het jaar ervoor wilde de vrouwelijke burgemeester de critici voor zijn, toen ze zich kleedde in een prachtige mantel waarop een toren afgebeeld stond. Enkele maanden ervoor circuleerde er namelijk op YouTube een filmpje waarop ze boven op een Italiaanse toren met een minnaar te zien was in een compromitterende positie.
Het hele carnavalgebeuren heilig verklaren moeten we dus niet. Het Aalsterse carnaval duurt inderdaad drie dagen, maar het gaat er lang niet altijd proper aan toe. Sommige bewoners, religieuzen en kloosters verkiezen dan ook tijdig hun ramen dicht te timmeren om erger te voorkomen, en ouders houden hun kinderen liever binnen, wanneer de ‘voale jeannetten’ (als slonzige vrouwen verklede mannen) en andere raddraaiers de stad doorkruisen.
Nee, carnaval heeft zich helemaal losgetrokken van haar traditionele relatie met het christelijke vasten, maar al bij al blijft het een heel menselijk gebeuren, niet zonder mooie trekjes.
Philip Debruyne SJ is een Vlaamse jezuïet. Hij was redacteur-programmamaker voor de Katholieke Televisie- en Radio Omroep, directeur van Kerk en Wereld en is thans communicatiedeskundige voor de Europese jezuïeten en freelance foto- en videograaf.