Overal ligt de duivel op de loer in het werk van Jheronimus Bosch, wiens 500e sterfjaar groots wordt herdacht. Uit alle speelse en kleurrijke creaties die nu in ’s-Hertogenbosch te zien zijn, spreekt een uiterst serieuze boodschap.
Jheronimus Bosch is vooral bekend en geliefd vanwege de fantastische gedrochten die hij in allerlei variaties op zijn schilderijen weergaf. Dat was al zo een halve eeuw na zijn dood. In 1560 schrijft de Spanjaard Felipe de Guevara, die in het bezit was van enkele schilderijen van de meester:
Wat Hiëronymus deed met wijsheid en waardigheid, deden en doen anderen zonder enige discretie en goed oordeel; toen ze zagen hoe goed het werk van Bosch in Vlaanderen ontvangen werd, besloten ze het te imiteren en schilderden ze monsters en verscheidene fantastische onderwerpen, alsof de navolging van Bosch alleen daarin zou bestaan.
Het gaat hier over de vele navolgers van Bosch, met name in Antwerpen, die met de monsters van de meester een gat in de markt hadden ontdekt. Voor Jheronimus zelf waren de monsters bijzaak, met hoeveel toewijding en wellicht ook genoegen hij ze heeft weergegeven. Hij had een uiterst serieuze boodschap.
Bosch wilde de mensen waarschuwen voor de oppervlakkige verlokkingen van het leven, opdat ze hun ziel niet zouden verliezen. Hij richt zich tot de labiele mens, die maar al te makkelijk toegeeft aan zijn aandrang om zich te buiten te gaan aan voedsel, drank en seks. Overal ligt de duivel op de loer om de mens te verleiden en naar beneden te trekken. Een veel voorkomend motief is de uil die het op vogeltjes gemunt heeft. Zo loert op de Landloper een grote dikke uil op een kleurig meesje dat zich van geen gevaar bewust is.
Jheronimus Bosch, De Landloper (detail).
De Hooiwagen is een epos van het kwaad, uitbeelding van “ons ellendig leven, en de hevige verrukking die we voor de ijdelheden ervan voelen”, zoals we lezen in een Spaanse beschrijving uit de zestiende eeuw. Het kwaad neemt een aanvang vóór de schepping van de mens op het linker paneel. Boven troont God, aanbeden door engelen. Andere engelen zijn in gevecht met de boze engelen, die als monsters naar beneden vallen.
Jheronimus Bosch, De hooiwagen.
Dan volgt de schepping van de mens, de verleiding van Adam en Eva en de verdrijving uit het paradijs. Op het middenpaneel wordt een hooiwagen door monsters voortgetrokken richting de hel in het rechter paneel. Mensen van alle rangen en standen, waaronder een keizer en een paus, gaan de hooiwagen achterna en trachten wat van het hooi – beeld van stoffelijk bezit en aardse genietingen – te bemachtigen.
Maar boven de hooiwagen zien we Christus in de hemel, die zijn wonden toont. Het is nog niet te laat, verlossing is nog mogelijk. Deze gedachte wordt ook uitgedragen op de Kruisdraging, waar de ‘goede moordenaar’ zijn biecht uitspreekt ten overstaan van een monnik, terwijl Jezus gebukt gaat onder het kruis en daarbij extra pijn lijdt vanwege de spijkerblokken die van zijn middel naar beneden hangen en zijn voeten verwonden.
Jheronimus Bosch, Kruisdraging.
Al ging het Bosch om een uiterst ernstige zaak, het lijkt alsof hij tegelijkertijd een zeker behagen schiep in zijn monsters. Hij is niet de enige middeleeuwse kunstenaar die zijn fantasie de vrije loop liet. De gedrochten van Jheronimus hebben hun voorgeschiedenis en parallellen. Om te beginnen in Den Bosch zelf, waar gedrochtelijke wezens de luchtbogen van de Sint Jan sieren – ook die zijn momenteel te bezichtigen.
Luchtboogbeelden op de Bossche Sint-Janskathedraal. Foto: Anton de Wit.
Verder was er de lange voorgeschiedenis van de ‘drôlerieën’ die opdoken in de kantlijn van versierde getijdenboeken. Ook hadden de kunstenaars zich uitgeleefd waar zij het Laatste Oordeel uitbeeldden boven de kerkportalen. In een tijd waarin de opdrachtgever bepaalde wat er werd afgebeeld, werd aan de kunstenaar overgelaten hoe hij dat deed. Hij greep de kans om in de marge zijn gang te gaan. Daarbij sloeg zijn fantasie soms op hol. Mensen zijn kennelijk te allen tijde gefascineerd door horror, seks en geweld. Ook kan de aanwezigheid van een zeker sadisme niet altijd worden ontkend.
Het bevreemdt ons misschien dat dit alles aan en in de kerk plaatsvindt, en in gebedenboeken. De vraag is hoe middeleeuwers dit zagen. Voor hen hoorde alles binnen het grote geheel, waarbinnen het hoogste en het laagste, hemel en aarde, goed en kwaad hun plaats vinden, ook duivelse monsters.
Bosch stelt de bewonderaars van zijn schilderijen voor een keuze
Verder moeten we er rekening mee houden dat het kwaad definiëren en benoemen een middel is om er vat op te hebben. Doordat men vorm geeft aan het duistere in natuur en mens, en dit zelfs op een spottende of ietwat komische manier, is men het ook de baas.
Ten slotte dien je te beseffen dat de maker van monsterlijke figuren geen historische gegevens weergeeft, maar wel laat zien wat er kan gebeuren wanneer je je leven niet op een juiste wijze inricht. De functie van dit soort voorstellingen is een waarschuwende. Zij stellen de beschouwer voor een keuze.
Bosch, De Landloper.
Ook Jheronimus Bosch doet dat. Hij stelt de bewonderaars van zijn schilderijen voor een keuze. Zij kunnen zich herkennen in de Landloper, die zijn weg zoekt in een wereld vol dreiging en liederlijkheid. Wanneer je de goede keuze doet, is er een plaats voor je in het hemelse paradijs zoals weergegeven op het linker paneel van het Laatste Oordeel. Deze aardse hemel is bestemd voor de goeden. De allerbesten worden opgenomen in de hoogste sferen, waar ze via een hemelse tunnel opgaan in Gods eeuwig licht.
Bosch, Het laatste oordeel (detail).
Meer informatie over de tentoonstelling ‘Jheronimus Bosch – Visioenen van een genie’ in het Noordbrabants Museum, en andere activiteiten in ’s-Hertogenbosch rond de schilder: hetnoordbrabantsmuseum.nl.