H’Art Museum in Amsterdam mocht grasduinen in de Kandinsky collectie van het Centre Pompidou. Resultaat is een tentoonstelling van ruim zestig kleurrijke werken die de ziel raken. Peter van Dael sj vertelt wat je kan verwachten in Kandinsky pionier van de abstracte kunst.
Kandinsky pionier van de abstracte kunst. Dit is de titel van een tentoonstelling in H’Art Museum te Amsterdam, die loopt t/m 10 november 2024. H’art Museum is de nieuwe naam die Hermitage Amsterdam in 2023 aannam, nadat de banden met het museum in Sint Petersburg verbroken waren vanwege de Russische aanval op Oekraïne. H’Art heeft geen eigen collectie, maar toont bruiklenen uit andere musea. Op dit moment zijn het ruim zestig werken van Wassily Kandinsky uit het bezit van Centre Pompidou in Parijs. Omdat dit museum in verbouwing is, kunnen die schilderijen nu in Amsterdam worden tentoongesteld.
Het zijn grotendeels abstracte werken. Sommigen zullen daar moeite mee hebben. Want abstracte kunst kun je niet ‘begrijpen’, je kunt niet zien wat het voorstelt. Maar je hoeft niet alles te begrijpen, want kleuren zijn als muziek, die je ondergaat. Kleuren raken volgens Kandinsky onmiddellijk de ziel, zonder de omweg van de realistische weergave van de werkelijkheid.
Maar hij is wel realistisch begonnen. Geboren in 1866 in Moskou, studeert hij hier rechten en economie. Na een korte universitaire loopbaan in deze vakken besluit hij in 1896 om kunstenaar te worden. Hij gaat naar München om daar te worden opgeleid. Na zijn academietijd maakt hij enkele reizen, onder andere naar Nederland en Tunesië. Hij schildert kleine olieverfstudies in post- impressionistische trant, zoals Kanaal in Nederland uit 1904.
(tekst gaat door onder afbeelding)
Langzamerhand gaan kleuren het winnen van de voorstelling, die uiteindelijk verdwijnt. Aanvankelijk zijn er nog sporen van de zichtbare werkelijkheid te zien, zoals in Improvisatie III uit 1909 (zie afbeelding). Op de achtergrond is een reminiscentie aan een gebouw met dakterras uit Tunesië, terwijl het paard en de ruiter doen denken aan Sint Joris en de draak zoals deze voorkomt op Russische iconen. Maar de titel van het schilderij is ontleend aan de abstracte wereld van de muziek. Het gaat om de klanken van kleuren. Op den duur resten alleen veelkleurige vlakken en grillige lijnen.
(tekst gaat door onder afbeelding)
Wanneer in 1914 de oorlog uitbreekt, moet de kunstenaar als ongewenste vreemdeling Duitsland verlaten. Hij keert terug naar Rusland, waar hij de invloed ondergaat van het suprematisme. Dit is een Russische avant-gardebeweging, waarin gewerkt wordt met geometrische vormen – vierkanten, cirkels en rechthoeken – en primaire kleuren, plus wit en zwart.
In 1921 verhuist Kandinsky weer naar Duitsland, waar hij is uitgenodigd om te gaan doceren aan het Bauhaus in Weimar. Dit is een multidisciplinaire opleiding waar beeldend kunstenaars, architecten en ambachtslieden leerden werken met strakke, eenvoudige en functionele vormen. In 1922 krijgt hij de opdracht om muurschilderingen voor een achthoekige ruimte te ontwerpen. De voorbeeldschetsen worden door studenten op doek uitvergroot. Op frames gemonteerd worden zij in Berlijn tentoongesteld. In de oorlog zijn zij verloren geraakt, maar naar de bewaard gebleven ontwerpen zijn ze in 1977 op ware grootte opnieuw gemaakt. We zien de voor Kandinsky kenmerkende lijnen en vlakken, gecombineerd met de geometrische vormen van het Russische constructivisme. Momenteel is de gereconstrueerde zaal te zien in Amsterdam (zie afbeelding).
(tekst gaat door onder afbeelding)
In 1933 komt Hitler aan de macht, het Bauhaus wordt gesloten en Kandinsky verhuist naar Neuilly-sur-Seine bij Parijs. Zijn laatste doek uit Berlijn, Ontwikkeling in bruin (1933), laat in het midden een lichte kolom zien als een teken van hoop, ingeklemd tussen vlakken in bruin, de kleur van de nazi’s (zie afbeelding).
(tekst gaat door onder afbeelding)
In Frankrijk wordt hij gegrepen door de organische vormen die hij aantreft bij surrealistische kunstenaars als Hans Arp en Joan Mirò. Dit is bijvoorbeeld te zien in Cirkel en vierkant uit 1943 (zie afbeelding). Hier worden scherpe driehoeken gecombineerd met gebogen lijnen en amoebe-achtige formaties.
(tekst gaat door onder afbeelding)
In 1944 sterft Wassily Kandinsky na een werkzaam leven in Rusland, Duitsland en Frankrijk. De weduwe van de kunstenaar, Nina, heeft alle schilderijen van haar man die in haar bezit waren geschonken aan Centre Pompidou. Hieruit heeft H’Art een ruime keuze kunnen maken.
Beeld: Peter van Dael