Verkwikt kwam Jan Stuyt SJ uit het museum Hombroich bij Keulen. Het mooiste beeld was geen kunstwerk, maar een tafereel op het terras. Een column.
Het museum Hombroich bij Keulen heeft geen toelichting, titels of namen bij de kunstwerken staan: niet naast het schilderij en zelfs niet op de plattegrond. Ze vinden dat de bezoeker maar goed moet kijken. 13e eeuwse beeldhouwwerken uit Cambodja staan naast 21e eeuwse sculpturen. Schilderijen van Lovis Corinth hangen in de ene zaal naast Afrikaanse beelden, in de andere zaal naast Chinese keramiek van 2000 jaar oud. Geen bordjes die de aandacht afleiden – geen aankondiging van wat je om de hoek van het gebouw te wachten staat, geen uitleg of datering. “Geniet er maar van” is de boodschap, “doe je ogen open en vorm je eigen oordeel”. Ik ben gewoonlijk nieuwsgierig en kan geen bordje ongelezen laten tijdens een natuurwandeling of tentoonstelling. Ervaring van dit museumbezoek: ik kwam nu eens niet bekaf uit het museum maar verkwikt en dat moet te maken hebben met het ontbreken van informatieve bijschriften – bijschriften die je meestal toch al vergeten bent op het moment dat je je omdraait naar het volgende schilderij.
Ik ontmoette oude bekenden die ik herkende aan hun stijl: Rembrandt, Bart van der Leck, Brancusi en Gerrit Rietveld. Ik maakte kennis met moderne Duitse kunstenaars. De oude kunst uit China en Cambodja komt als een man op je af en maakte me stil. De paviljoens liggen op honderden meters van elkaar in het park: ruimte genoeg. Het motto van het museum “kunst parallel aan de natuur” is ontleend aan Paul Cézanne. Tussen de paviljoens staan grote sculpturen waar je aan mag komen en omheen kunt lopen. Thuis ging ik op de website nog eens kijken wat ik allemaal gezien had en toen waren de bijschriften welkom. Ik had bijvoorbeeld werk van Alexander Calder aangezien voor Joan Miró, en zo leer je over allebei.
Het was een verrassing dat we niet hoefden te betalen voor de parkeerplaats, noch voor de maaltijd in het restaurant – terwijl de toegangsprijs lager is dan voor de Amsterdamse Hermitage of het Kröller-Müller. Het mooiste beeld dat me bijbleef is niet iets van steen, hout of metaal. Het is het beeld van de islamitische verzorgster met hoofddoek van een mijnheer met syndroom van Down. Op het terras bij het restaurant hielp ze hem lief en aandachtig bij het middageten; het was ramadan en zelf nam zij nog geen slokje water. Bij het atelier van Anatol Hertzfeld hing een bordje: “Kunst is Seelsorge”, “kunst is zorgen voor de ziel”. Voor mijn ogen zag ik het omgekeerde gebeuren: zorg is ook een vorm van kunst.
Het museumeiland ligt in Neuss bij Keulen. Meer informatie: http://www.inselhombroich.de.