Welk schilderij maakte diepe indruk en waarom? Bij deze vraag staan acht van onze auteurs stil in de zomerserie. Rick Timmermans vond tussen de rommel in een oude abdij een stralende ets van Rembrandt.
Een replica van deze ets van Rembrandt hangt in mijn kantoor, aan de muur achter mij. Wij wonen niet al te groot, waardoor mijn werkkamer ook de ruimte is waar ik zo nu en dan mediteer. Er staat trouwens ook nog een logeerbed en een boekenkast. Het is een soort monnikscel en vaak ook een oase van rust in de hectiek van een jong gezin.
Zelf kan ik niet tekenen. Mijn handen laten het volledig afweten als ik met potlood of penseel probeer uit te voeren wat in mijn hoofd zit. Het is niet anders. Toch deed ik een keer mee aan een workshop etsen, geïnspireerd door de etsen van Rembrandt. Wat mij toen opviel is dat etsen neerkomt op: met zwart het wit verwijderen.
Dit licht ontstond door het toevoegen van duisternis (zwart)
Dat wit neemt vervolgens allerlei vormen aan. In de ets van Rembrandt zie ik er vooral licht in. De ets verbeeldt de predikende Jezus en is gebaseerd op vier passages uit Matteüs 19: de genezing van de zieken (19:2), de discussie met de Schriftgeleerden (19:3-12), de zegening van de kinderen (19:13-15) en het verhaal ven de rijke jongeling (19: 16-22). Rechts op de achtergrond zien we een kameel door de poort kruipen.
Meestal zie ik vooral Jezus in het midden, die met zoveel overtuiging is weergegeven en wiens licht over de toehoorders straalt. Toen Rembrandt eraan begon, was dit licht er niet. Dit licht ontstond door het toevoegen van duisternis (zwart).
Mariëlle Matthee zei mij eens dat zij regelmatig biddend terugblikt op haar dag. Dan ziet ze haar schaduwkanten, het donker, maar in haar gebed kan dat soms een verrassende wending krijgen. “Dan zie ik dat God daar van alles mee kan.” En inderdaad, er doemt iets op uit de duisternis; in het geval van deze ets de aanwezigheid van Jezus. De mensen rondom hem hunkeren naar dat licht, hoewel de een meer dan de ander. En zo zit ik ook regelmatig tegenover deze replica, vragend: schijn een beetje over mijn dagen, waai met jouw zachte bries door mijn kamers.
Misschien is het wel helemaal geen replica die bij mij aan de muur hangt. Rembrandt heeft er meerdere van gedrukt. Sommige hangen in verschillende musea. De mijne vond ik toen ik enkele maanden in Abbaye des Dombes woonde, in Frankrijk, een uur ten noorden van Lyon.
Voorzichtig laat ik die dan gaan over de golven van licht en donkerte waarop ik meedein
De trappisten die er gewoond hadden, waren enkele jaren daarvoor vertrokken. Er zat een grote boerderij bij het complex en vroeger moet er heel wat bedrijvigheid zijn geweest. In een van de pakhuizen waren op de derde en vierde verdiepingen kleine kantoortjes. Overal hingen spinnenwebben. Daar, tussen de rommel, vond ik de Rembrandt die nu aan mijn muur hangt. Toen ik het exemplaar voor het eerst uitrolde, trof mij de blik van Jezus heel intens. Nog altijd kan ik er de vinger niet opleggen, want hoe kijkt Hij nu precies?
Soms, tijdens het werken of mediteren, voel ik die blik. Voorzichtig laat ik die dan gaan over de golven van licht en donkerte waarop ik meedein. Als ik er voor opensta, kan ik iets met de uitnodiging om uit het duister te treden en los te laten waarvan ik aanvoel: hier is het niet te vinden, dit is het goede niet.
Zo kan ik toch nog in de voetsporen van de grote (levens)kunstenaar Rembrandt treden, zij het in omgekeerde volgorde. Hier haalt niet het zwart het wit weg, maar doet het licht iets met de duisternis.