Wie luistert er deze dagen niet naar De Messiah van Händel? Jan Christiaens begeleidt je met deze meditatieve luisterwijzer naar het ultieme kerstmysterie.
“En gij, wie zegt gij dat Ik ben?” Dat is de vraag die in Händels Messiah aan de luisteraar gesteld wordt. De tekst van het oratorium werd samengesteld door Charles Jennens, een anglicaanse christen en tijdgenoot van Händel. Hij koos als motto voor zijn tekstboekje een vers uit de eerste brief aan Timoteüs: “Groot is het mysterie van het geloof” (1 Tim 3,16).
Daarmee gaat Jennens lijnrecht in tegen een boek dat in die tijd veel ophef maakte: Christianity not mysterious. Daarin maakt de filosoof John Toland, een aanhanger van het deïsme, komaf met de goddelijkheid van Jezus. Het verlichte verstand van Toland kon maar niet aanvaarden dat God zich het lot van de mens aantrekt. Nog minder dat Hij in Jezus ons menszijn heeft willen delen.
De controverse rond het deïsme gaat ook ons aan. Wie herkent niet de bekoring om in Jezus enkel een soort wijsheidsleraar te zien, of een moreel hoogstaande figuur? Tekst en muziek van Händels Messiah willen de luisteraar binnenvoeren in het mysterie van Kerstmis. Hieronder volgt een bespreking van twee uittreksels, die hopelijk smaakt geeft om het geheel te gaan beluisteren.
spreekt tot het hart van Jeruzalem en roept haar toe
dat haar strijd vervuld is, omdat haar ongerechtigheid geboet is.
Stem van een roepende: in de woestijn,
bereidt de weg van de HEER;
effent recht door de steppe een heirbaan voor onze God!
Elk dal moet worden opgetild, elke berg en heuvel worden vernederd,-
het bultige moet effen worden, bergruggen tot een vallei.
Onthuld wordt dan de glorie van de HEER,-
alle vlees tezamen, zij zullen zien dat de mond van de HEER heeft gesproken!
(Jesaja 40,1-5)
Deze vijf verzen uit Jesaja worden verdeeld over drie stukken muziek: een recitatief (Comfort ye), een aria (Every valley) en een stuk voor het koor (And the glory of the Lord). Er zit een opgaande lijn in: het recitatief (muzikale spreekstijl) is het soberst, in de aria zegeviert de zangkunst van één solist, in het koor ten slotte verenigen alle stemmen zich.
De strijkersbegeleiding waarmee Comfort Ye aanvangt, ademt een en al troost. Het is alsof de strijkstok de snaren troostend liefkoost. Hier spreekt geen almachtige, neutrale instantie, maar ‘your God’, de God van het verbond. De profeet troost niet met eeuwige waarheden, maar met een herinnering aan het verbond, aan een levende relatie. Op de woorden ‘Comfort ye’ laat Händel een karakteristiek motief klinken, het troost-motief. Het is een dalende melodietje, dat uit drie tonen bestaat (Com-fort ye). Dalend, want de troost komt van God, die afdaalt om onder ons te komen wonen.
In de aria Every valley klinkt een plastische uitbeelding van hoe de weg voor God zal bereid worden. Zo zal Hij zich openbaren: het nederige zal worden opgehoogd, het hoge zal vernederd worden, en oneffenheden zullen vlak gemaakt worden. Je hoort God bijna aan het werk in de trapsgewijs stijgende melodie op de woorden ‘shall be exalted’. En let eens op de muzikale oneffenheden op het woord ‘crooked’, dat klinkt als een stoel waarvan één poot te kort is. Hoe deugddoend klinkt dan de lang aangehouden toon op ‘straight’ en ‘plain’, die alle oneffenheden weer glad maakt.
Het laatste vers wordt aan het koor toevertrouwd (And the glory of the Lord). Zij zijn immers het getrooste volk. Händel laat de woorden eerst in de aparte stemgroepen van het koor klinken. Zo brengt hij de veelstemmigheid van de volkeren en hun verschillende herkomst bijna ruimtelijk tot uitdrukking. De plechtige declamatie op ‘for the mouth of the Lord hath spoken it’, staat symbool voor de standvastigheid en betrouwbaarheid van Gods belofte. Daar kan je op bouwen.
Ik probeer mijn eigen geloofsleven als een landschap voor te stellen. God wil er zijn werk doen: een weg banen naar mijn hart. Alles wat tussen mij en Hem staat uit de weg ruimen, zodat zijn glorie onthuld kan worden. Wat is dal? Wat is berg en heuvel? Wat zijn oneffenheden? Wat is vlak?
in zijn boezem draagt hij hen,zogenden geleidt hij.
(Jesaja 40,11)
Neemt mijn juk op u en leert van mij dat ik zachtmoedig ben en nederig van hart,
en ge zult rust vinden voor uw zielen.
(Mattheüs 11,28-29)
Profetie (Jesaja) en vervulling (Mattheüs) samengebracht in één schitterende aria! In het eerste luik zingt de altstem de verwachting van de profeet Jesaja uit. Er komt iemand die als een herder zijn kudde zal weiden. De altstem is niet de hoogste stem, ze is slechts aankondiging. De vervulling van die profetie is voor de hoogste stem, de sopraan, die in het tweede luik de woorden uit het Mattheüsevangelie zingt.
Er komt iemand die als een herder zijn kudde zal weiden
Jezus spreekt er niet alleen over de last van het leven en het lijden, maar ook over de zwaarte van de Joodse wet. Volgens sommige Joodse groeperingen leidde namelijk alleen het scrupuleuze onderhouden van de 613 voorschriften van de Joodse wet tot het heil. In plaats van de heilloze onrust die deze slaafse onderhoudsplicht met zich meebrengt, belooft Jezus echte vrede en rust.
De herderlijke sfeer en het zacht wiegende siciliano-ritme nemen de luisteraar meteen op sleeptouw. Het kost niet veel verbeelding om een herder te zien die een lammetje in de armen neemt en het zachtjes wiegt en koestert. Wat een schitterende vondst van Händel om halverwege de aria over te schakelen naar de sopraan-stem, die de Jezus-woorden een gouden randje geeft! Het is alsof de hemel plots opklaart en de profetie vervuld wordt terwijl we erbij staan.
Ik probeer de woorden uit Mattheüs te horen als waren ze hier en nu tot mij persoonlijk gesproken. Naar Jezus toegaan met mijn vermoeidheid en mijn lasten: wat kan dat voor mij betekenen? Kan ik mij overgeven aan de sfeer van tedere ontferming van deze muziek?